gepubliceerd op 06 oktober 2005
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
16 JUNI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40, § 1, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid de artikelen 358quinquies en 452bis, ingevoegd door het besluit van 25 april 2002 tot 6e wijziging van het voornoemde besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 december 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2004;
Gelet op het protocol nr. 2005/8 van sector XV van 9 juni 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoordineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat projecttoelagen regelmatig aan de ambtenaren die ermee belast zijn betaald moeten worden, omwille van hun motiverend karakter;
Dat projecten met begindatum in 2004 verder gezet worden in 2005 en dat nieuwe projecten onverwijld moeten gestart worden;
Dat de betaling van de toelagen wettelijk niet kan gebeuren bij gebrek aan een geldige reglementaire basis;
Dat deze basis bijgevolg zo spoedig mogelijk dient te worden aangenomen;
Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 358quinquies, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot 6e wijziging van het voornoemde besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 wordt de volgende alinea ingevoegd tussen de alinea's 2 en 3 : « De duur van het project bedraagt maximum twee jaar. Tot een verlenging van deze periode kan beslist worden door de Regering, na een evaluatie van het project, in overleg tussen de Staatssecretaris voor Openbaar Ambt en de secretaris-generaal of de adjunct-secretaris-generaal. »
Art. 2.Artikel 452bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het hoofdstuk XI van Boek II, titel II betreffende de uitmuntendheidsheidstoelage treedt buiten werking op 31 december 2004. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 juni 2005.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL