Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2004
gepubliceerd op 01 juli 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundig attest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031298
pub.
01/07/2004
prom.
29/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/29/2004031298/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundig attest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 157;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om stedebouwkunig attest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 21 januari 2004 Overwegende de noodzaak over te gaan tot de uitvoering van de hervorming van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw die de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en om erfgoedvergunning geïntegreerd heeft;

Overwegende eveneens de noodzaak nadere omschrijvingen aan te brengen bij het besluit van 6 juli 1992 tot bepaling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag om stedenbouwkundig attest;

Gelet op het advies van de Raad van State van 8 januari 2004;

Overwegende dat de reikwijdte van een stedenbouwkundig attest geen enkele specifieke informatie vereist inzake patrimoniale aspecten, wanneer de aanvraag betrekking heeft op een goed dat ingeschreven is op de bewaarlijst, beschermd is, of waarvan de inschrijving of bescherming hangende is;

Dat, in het tegenovergesteld geval, de nauwkeurigheidsgraad van de documenten die bij het aanvraagdossier voor het stedenbouwkundig attest gevoegd moeten worden, dusdanig zou zijn dat hij alle belang zou ontnemen aan de etappe van de aanvraag van het stedenbouwkundig attest, in verhouding tot een aanvraag om stedenbouwkundige vergunning;

Overwegende dat de verplichting voor de aanvrager om, wanneer hij niet de eigenaar is van het goed, noch houder van een zakelijk of persoonlijk recht, hetzij de eigenaar van een goed op de hoogte te brengen van zijn intentie om een aanvraag om stedenbouwkundig attest in te dienen, hetzij zijn akkoord te bekomen, geen invloed heeft op de beslissing die over de aanvraag genomen zal worden;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de Staatssecretaris van ruimtelijke ordening, na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit bedoelt men met : 1° « ordonnantie », de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;2° « overlegcommissie », de territoriaal bevoegde overlegcommissie opgericht bij artikel 11 van dezelfde ordonnantie en geregeld door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies.

Art. 2.De overheid die bevoegd is om het attest af te geven, stelt de formulieren voor de attestaanvraag en de in dit besluit bedoelde bijlagen ter beschikking van de aanvrager.

Art. 3.Wanneer de aanvraag bij toepassing van de artikelen 111 B of 111 P van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw onderworpen is aan een voorgaande evaluatie van de effecten, wordt de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag, naargelang het geval, in vier exemplaren bijgevoegd.

Art. 4.De documenten van het attestaanvraagdossier worden neergelegd met twee bijkomende exemplaren wanneer de raadpleging van andere instanties vereist is bij toepassing van een verordenende bepaling, meer bepaald : 1° indien het goed als monument of als landschap beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven is of het voorwerp is van een voorstel tot bescherming of tot inschrijving op de bewaarlijst;2° indien het goed langs een gewestweg gelegen is;3° indien het goed in of aan een natuurreservaat, een bosreservaat of een natuurpark gelegen is;4° indien het goed aan een waterloop gelegen is;5° indien het goed langs een spoorweg gelegen is. De uitreikende overheid kan bijkomende exemplaren van de vereiste documenten vorderen wanneer andere instellingen dienen te worden geraadpleegd.

Bovendien zijn drie bijkomende exemplaren van de in lid 1 bedoelde documenten vereist wanneer de aanvraag om advies voorgelegd wordt aan de overlegcommissie.

Wanneer de handelingen en werken zich over het grondgebied van meer dan één gemeente uitstrekken, zijn drie bijkomende exemplaren van de onder het eerste lid bedoelde documenten vereist per betrokken bijkomende gemeente.

Art. 5.De tekeningen worden gearceerd of gerasterd volgens een lijst van aanduidingen, op te nemen in de legende, met name donkergrijs voor beton, grijs voor nieuw metselwerk, arcering voor bestaand metselwerk en stippeling, die de ruimte opvult die afgebakend wordt met stippellijnen, voor de delen die gesloopt moeten worden.

De plannen worden genummerd, gedateerd en tot DIN A4-formaat gevouwen.

Ze vermelden het adres van het goed, de naam van de aanvrager en, in voorkomend geval, de naam van de architect, en worden door hen ondertekend. HOOFDSTUK II. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende handelingen of werken voor bouw- en verbouwingswerken

Art. 6.Dit hoofdstuk is van toepassing op volgende handelingen of werken : bouwen, herbouwen, verbouwen en een grond gebruiken voor het plaatsen van één of meerdere vaste inrichtingen, met uitzondering van reclame-inrichtingen en uithangborden die geregeld worden door hoofdstuk III, en van de handelingen of werken inzake infrastructuur die geregeld worden door hoofdstuk IX. Wanneer de in het eerste lid bedoelde handelingen of werken voorafgaande sloopwerken vereisen, wordt de samenstelling van het dossier enkel door dit hoofdstuk geregeld.

Art. 7.Het dossier van de aanvraag om te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of een grond te gebruiken voor het plaatsen van één of meerdere vaste inrichtingen bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van verbouwing van een sociale woning of van de bijgebouwen ervan, het advies, in viervoud, hetzij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, hetzij van de erkende maatschappij;5° in geval van een ander gebruik dan voor huisvesting in een woongebied of in een gebied met gemengd karakter van het Gewestelijk Bestemmingsplan, een nota, in viervoud, met de beschrijving van de integratie van het project in de onmiddellijke omgeving; Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of in het effectenverslag. 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 8, 3° bedoelde inplantingsplan;

Art. 8.Het dossier bevat bovendien de hierna vermelde grafische documenten; ondertekend door de aanvrager, en, in voorkomend geval, door de architect en worden in viervoud afgeleverd. De vereiste documenten zijn de volgende : 1° een reproduceerbaar synthesedocument dat gemakkelijk te lezen is, opgesteld in DIN-A3 formaat en bestemd ter informatie van het publiek. Dit document bevat ten minste : a) een inplantingsplan;b) de algemene doorsneden met opgave onder meer van de profielen van de aanpalende gebouwen; 2° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 3° een inplantingsplan en doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en voorzien van de elementen die de beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn openbare en private nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten alsmede de aanduiding van de bomen;c) in voorkomend geval, het huidig en gepland terreinprofiel, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen evenals de inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) de inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van de geplande bouwwerken;f) de eventueel door s mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;g) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;h) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de vermelding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming, verdieping per verdieping, van de in voorkomend geval bestaande, te behouden, te slopen of te bouwen constructies;i) in voorkomend geval, de plaats van de aanwezige, te behouden of te vellen hoogstammen;j) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;k) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de garages, van de interne ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, l) in voorkomend geval de voornaamste elementen (inplanting, volumes, bestemmingen) van het bijzonder bestemmingsplan of van de niet vervallen verkavelingsvergunning;4° de uitvoeringsplannen op schaal 1/200, 1/100 of van 1/50 ter verduidelijking van de wijze waarop het project bij de aangrenzende bouwwerken past of meer in het algemeen zich in de buurt integreert; deze plannen, die in geval van verbouwingen de bestaande toestand weergeven, bevatten : a) een plattegrond van alle verdiepingen, de ondergrondse verdiepingen inbegrepen, met duidelijke vermelding van de bestemming ervan, van de bedakingen alsmede van de zones palend aan de geplande bouwwerken; deze plannen duiden de verschillende plaatsen aan van de hierna bedoelde dwars- en langsdoorsneden; b) alle relevante dwars- en langsdoorsneden met vermelding van de verschillende hoogtematen ten opzichte van het natuurlijke peil van het terrein en van de wegen;bij deze doorsneden dient het profiel van de zijgevels der omliggende al dan niet aanpalende gebouwen afgebeeld te worden; c) alle significante opstanden van de geplande volumes, met vermelding van de volumes van de omliggende, al dan niet belendende bouwwerken. HOOFDSTUK III. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende de plaatsing van reclame-inrichtingen en uithangborden of reclame-inrichtingen verwijzend naar het uithangbord

Art. 9.Het dossier van de aanvraag voor de plaatsing van reclame-inrichtingen, uithangborden of reclame-inrichtingen verwijzend naar het uithangbord bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;3° alle relevante foto's van het goed en van de nabije omgeving ervan teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4-formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 10, 2° bedoelde inplantingsplan; 4° een kleurenfotomontage in viervoud teneinde de reclame-inrichting op het goed te visualiseren en de integratie van het project in zijn openbare en private nabije omgeving mogelijk te maken.

Art. 10.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10.000 en 1/1000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten evenals van, in voorkomend geval, de bomen;3° minstens een opstand van de geplande inrichting, met vermelding van haar vorm, afmetingen en plaatsing op haar drager. HOOFDSTUK IV. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende sloopwerken

Art. 11.Het dossier van de aanvraag om te slopen zonder heropbouw bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van sloping van een sociale woning of van de bijgebouwen ervan, het advies in viervoud hetzij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, hetzij van de erkende maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud met de redenen van de sloping en, in voorkomend geval, gestaafd met alle documenten om de gegrondheid ervan te kunnen beoordelen, van het geplande gebruik van het terrein; Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten woorden aangeduid op het in artikel 12, 2° bedoelde inplantingsplan;

Art. 12.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met de elementen die de beoordeling van de integratie van het sloopproject in zijn nabije openbare en private omgeving mogelijk maken, zoals;a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten evenals van, in voorkomend geval, de bomen;c) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting, de vermelding van het volume (aantal bovengrondse niveaus en vorm van het dak) en de bestemming van de bouwweerken die erop staan;d) de eventueel door 's mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;e) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;f) op het goed de inplanting met ingeschreven maten, de vermelding van het volume (aantal bovengrondse niveaus en vorm van het dak) en de bestemming, verdieping per verdieping, van de bestaande of te slopen constructies of, in voorkomend geval, van de te behouden constructies;g) in voorkomend geval, de plaats van de aanwezige, te behouden of te vellen hoogstammen;h) in voorkomend geval, de vermedling van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;i) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de garages, van de interne ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein;j) in voorkomend geval de voornaamste elementen (inplanting, volumes, bestemmingen) van het bijzonder bestemmingsplan of van de niet vervallen verkavelingsvergunning;3° de plannen betreffende de heraanleg, op schaal van 1/200, 1/100 of 1/50.Van het bij de sloping betrokken gedeelte van het goed en de onmiddellijke omgeving ervan met vermelding van : a) de opstanden en doorsneden van het of van de te slopen gebouw(en);b) het profiel van de zijgevels van aanpalende gebouwen;c) in voorkomend geval, de doorsneden waarop het huidige en het geplande reliëf van het terrein zijn aangegeven met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende percelen. HOOFDSTUK V. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest tot wijziging van de bestemming of van het gebruik van een goed Afdeling 1. - Wijziging van de bestemming of van het gebruik van een

niet-bebouwd goed

Art. 13.Het dossier van de aanvraag om de bestemming of het gebruik van een niet-bebouwd goed te wijzigen, bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte van minder dan 3 maanden dateert vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen of werken betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud over het voorwerp en de redenen van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed. Indien de geplande bestemming of het gebruik elementen bevat die de rust en de hygiëne van de buurt kunnen bedreigen, moet de nota de geplande maatregelen ter vermijding van deze hinder vermelden;

Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 14, 2° bedoelde inplantingsplan.

Art. 14.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die de beoordeling van de impact van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten evenals van, in voorkomend geval, de bomen;c) in voorkomend geval, het huidig en gepland terreinprofiel met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de dakbedekking) en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het goed waarop de geplande wijziging slaat;f) de eventueel door 's mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;g) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;h) in voorkomend geval, de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammen;i) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter; Afdeling 2. - Wijziging zonder werken van de bestemming of van het

gebruik van een bebouwd goed

Art. 15.Het dossier van de aanvraag voor de wijziging zonder werken van de bestemming of van het gebruik van een bebouwd goed, bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud over het voorwerp en de redenen van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed. Indien het geplande gebruik elementen bevat die de rust en de gezondheid van de buurt kunnen bedreigen, moet de nota de geplande maatregelen ter vermijding van deze hinder vermelden;

Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 16, 2° bedoelde inplantingsplan;

Art. 16.Het dossier bevat bovendien de hierna vermelde grafische documenten, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect, en afgegeven in viervoud. De vereiste documenten zijn de volgende : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan en doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met de elementen die de beoordeling van de integratie van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut, de benaming en de breedte van de wegen en van de voetpaden;c) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en bestemming van het perceel en het huisnummer van het goed;d) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het bij het wijzigingsontwerp betrokken goed;e) de eventueel door's mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;f) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;g) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en dakvorm) en de bestaande bestemming, verdieping per verdieping, van de bouwwerken die erop staan;3° een plattegrond van alle verdiepingen betrokken bij de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het gebouw op schaal van 1/200 of van 1/100. HOOFDSTUK VI. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende de in artikel 84, § 1, 6°, 7° en 9° bedoelde handelingen of werken Art.17. Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanvragen die enkel volgende werken en handelingen tot doel hebben : 1° het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen;2° ontbossen;3° ontginnen of de vegetatie wijzigen van elk gebied waarvan de bescherming noodzakelijk wordt geacht door de Regering.

Art. 18.Het dossier van de aanvraag betreffende de in dit hoofdstuk bedoelde handelingen of werken bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;3° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - minstens vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4- formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 19, 2° bedoelde inplantingsplan; 4° indien het handelingen of werken op een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij betreft, het advies in viervoud van deze maatschappij.

Art. 19.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die de beoordeling van de impact van de behandelingen of werken mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten evenals van, in voorkomend geval, de bomen;c) in voorkomend geval, het huidig en gepland terreinprofiel, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het bij de handelingen of werken betrokken goed;f) de eventueel door 's mensen toedoen op het perceel gevestigde erfdienstbaarheden;g) de ingeschreven grensmaten, de naam van de eigenaar(s), de nummer van het kadastraal perceel en de huisnummer van het goed;h) in voorkomend geval, de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammen, i) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;

Art. 20.Wanneer het ontbossings-werken betreft, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud met beschrijving van : 1° de ouderdom van de houtopstand, het doel van de ontbossing en het ontwerp van heraanleg van het goed na de ontbossing;2° de grondwaterspiegel en de invloed van de geplande ontbossing op de waterhuishouding wanneer het omvangrijke ontbossingen betreft. Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag.

Art. 21.Wanneer het werken tot aanzienlijke wijziging van het reliëf van de bodem betreft, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud met nadere beschrijving van de beoogde doel en van de aard van de te verwijderen grond en, naargelang het geval, de aard en de herkomst van de aan te voeren grond, de ligging van de grondwaterspiegel. Het plan van het betrokken goed bevat bovendien de maataanduiding van het bestaande en geplande reliëf, de vermelding van de huidige bestemming van het terrein, de aanduiding van de beplanting op de aangrenzende eigendommen en de afstand ervan ten opzichte van het betrokken terrein.

Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag.

Art. 22.In geval van ontginningswerken of werken tot wijziging van de vegetatie in elk gebied waarvan de regering de bescherming noodzakelijk zou achten, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud, met beschrijving van : 1° de aard van de vegetatie, het doel van de werken en van de na de werken geplande heraanleg;2° de grondwaterspiegel en de invloed van de geplande ontginning of van de geplande wijziging van de vegetatie op de waterhuishouding wanneer deze handelingen omvangrijk zijn. Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. HOOFDSTUK VII. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest met het oog op het vellen van hoogstammige bomen

Art. 23.Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanvragen die enkel het vellen van één of meer hoogstammige bomen tot doel hebben.

Met « hoogstammige boom » bedoelt men een boom waarvan de stam ten minste 40 centimeter omtrek op 1,50 meter hoogte heeft en die ten minste 4,00 meter hoog is.

Art. 24.Het dossier van de aanvraag om hoogstammige bomen te vellen, bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit, ondertekend door de aanvrager;2° in geval van handelingen of werken op een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies van deze maatschappij in viervoud;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste twee - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4-formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 25, 2° bedoelde inplantingsplan.

Art. 25.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met aanduiding van : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan;c) de grenzen met ingeschreven maten van het goed;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van het goed en van de belendende goederen;e) de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammige bomen. HOOFDSTUK VIII. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende de in artikel 84, § 1, 10° bedoelde handelingen of werken

Art. 26.Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op volgende handelingen of werken : een grond gewoonlijk gebruiken voor : 1° het opslaan van één of meer gebruikte voertuigen, van schroot, van materialen of afval;2° het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens voor reclamedoeleinden inbegrepen;3° het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen, tenten.

Art. 27.Het dossier voor de aanvraag betreffende de handelingen of werken bedoeld in dit hoofdstuk bevat volgende documenten : 1° een attestaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met vermelding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overeenkomstig artikel 144 van het Wetboek van de ontvanger van de successierrechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan 3 maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die de akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen of werken betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4-formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 28, 2° bedoelde inplantingsplan;

Art. 28.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10.000 en 1/1.000 met aanduiding van de noordpijl; 2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100, met de elementen die de beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn openbare en private nabije omgeving te kunnen beoordelen, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten evenals van, in voorkomend geval, de bomen;c) in voorkomend geval, het huidig en gepland terreinprofiel met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de plaatsing en de vermelding van de bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van ten minste 50 meter van het goed;f) de eventueel door 's mensen toedoen op het perceel gevestigde erfdienstbaarheden;g) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;h) op het goed, de inplanting en de vermelding van de bestemming van de bouwwerken die erop staan;i) in voorkomend geval, de plaats van de aanwezige, te behouden of te vellen hoogstammen;j) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;

Art. 29.Wanneer het gaat om de aanleg van een opslagruimte voor gebruikte voertuigen, schroot, materialen of afval of om het gebruik van een goed voor het parkeren van voertuigen, wagens en aanhangwagens voor reclamedoeleinden inbegrepen, bevat het dossier een verklarende nota in viervoud met beschrijving van de maatregelen om de hinder te vermijden die voor de buurt kan voortvloeien uit het gebruik van het terrein als opslag- of parkeerplaats.

Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag.

Art. 30.Wanneer het gaat om een grond gewoonlijk te gebruiken voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, bevat het dossier bovendien een nota, in viervoud, met beschrijving van de aard en het aantal voorziene inrichtingen met duidelijke opgave van de gebruiksfrequentie van het terrein.

Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. HOOFDSTUK IX. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundig attest betreffende infrastructuurhandelingen of -werken

Art. 31.Dit hoofdstuk is van toepassing op volgende infrastructuurhandelingen of -werken : het aanleggen, het wijzigen, het verbouwen of het afschaffen van wegen, bruggen, tunnels, parkeerruimten op het openbaar domein, spoorwegen, metro, hydraulische werken, rioleringen, kanalen, havens, geluidswerende inrichtingen en van de leidingen en installaties voor energie- en grondstoffenvervoer en voor telecommunicatie.

Indien de aanvraag ook op handelingen of werken in de hierboven vermelde hoofdstukken II, III, IV, V, VI, VII of VIII betrekking hebben, wordt de samenstelling van het dossier hieromtrent door de bepalingen van de desbetreffende artikelen, evenals door de hierna vermelde artikelen 32 en 33, geregeld.

Art. 32.Het dossier voor de aanvraag van een stedenbouwkundig attest betreffende infrastructuurwerken bevat volgende documenten, in viervoud : 1° een attestaanvraag, opgesteld op een formulier conform bijlage III van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° een voorstellingsnota bevattende : a) de beschrijving van de infrastructuur zowel op het fysisch vlak als op het vlak van de werking;b) de doelstellingen van de aanvraag in functie van de evaluatie van de bestaande toestand;c) de beschrijving van het project en de invloed op de bestaande toestand;d) de van kracht zijnde wettelijke en verordenende voorschriften; Deze nota kan hernomen worden in kader IX van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag. 3° een fotoreportage in kleur teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;de foto's worden op een apart blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden op het in artikel 33, 3° bedoelde inplantingsplan vermeld. 4° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft, dat de handelingen en werken, minstens gedeeltelijk, betrekking hebben op een privé-goed, en bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) vermeld op het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede van het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving Art.33. Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een reproduceerbaar synthesedocument dat makkelijk te lezen is, opgesteld in DIN A3-formaat en bestemd ter informatie van het publiek. Dit document bevat ten minste : a) een inplantingsplan;b) eventueel de gevelopstanden en de verticale elementen van de geplande infrastructuur;c) langs- en dwarsdoorsneden; 2° een liggingsplan op schaal van 1/5.000 of 1/10.000 met aanduiding van onder meer de noordpijl, de benaming en het administratief statuut van de aangrenzende wegen en het tracé van de geplande werken; 3° een inplantingsplan op schaal van 1/1.000 met aanduiding van onder meer de lijnen van het openbaar vervoer met de haltes ervan, de parkeerruimten; 4° een plattegrond op schaal van 1/500 of 1/200, aangevuld met de kruispunten op schaal van 1/200, waarbij de nadruk gelegd wordt op de wijze waarop het project bij de nabije omgeving past en zich in de bredere zin in de buurt integreert, met opgave zowel voor de bestaande toestand als voor het project : a) van het reliëf;b) van de voorziene bestemming voor elk deel van de infrastructuur;c) van de plaats van de hoogstammen, waarbij het onderscheid gemaakt wordt tussen de te behouden, te planten en te vellen bomen;5° de voor het goed begrip van het project noodzakelijk langs- en dwarsdoorsneden op schaal van 1/500, 1/200, 1/100 of 1/50; HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 34.Het besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 juli 1992 dat de samenstelling bepaalt van het dossier voor de aanvraag om stedenbouwkundig attest wordt opgeheven.

Art. 35.Het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid stedenbouw behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 36.Dit besluit treedt in werking voor de dossiers die ingediend worden na de 60e dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 29 april 2004.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2004 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvraag voor een stedenbouwkundig attest.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2004 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvraag voor een stedenbouwkundig attest.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gehecht aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 april 2004 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van aanvraag voor een stedenbouwkundig attest.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : J. SIMONET, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek

^