8 JANUARI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 8 maart 2001 betreffende de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 4 maart 1993 inzake het behoud van het onroerende erfgoed, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het besluit van de Brusselse hoofdstedelijke regering van 8 maart 2001 betreffende de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van ......;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de Staatssecretaris belast met Monumenten en Landschappen, Besluit :

Artikel 1.Artikel 20 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 maart 2001, betreffende de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen als volgt : « De leden van de Commissie krijgen zitpenningen.

Het bedrag wordt vastgesteld op 200 EUR voor de voorzitter en de ondervoorzitter en op 150 EUR voor de andere leden van de Commissie.

De leden hebben, bovendien, recht op een penning ter waarde van 125 euro voor hun deelname aan een vergadering van een halve dag (begeleidingscomité, workshop of een interface) en van 50 euro voor hun deelname aan een precieze vergadering (opvolging van dossiers of ontmoeting met de projectontwerpers).

De leden hebben tevens recht op de terugbetaling van de kosten die samengaan met de uitoefening van hun functie »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve wat betreft het derde lid van artikel 20 van het besluit van 8 maart 2001 zoals gewijzigd dat in werking treedt de dag van de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.

Art. 3.De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wiens bevoegdheid Monumenten en Landschappen behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 januari 2004.

Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, W. DRAPS