Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 05 februari 2004
gepubliceerd op 18 maart 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het Adviescomité opgericht bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031080
pub.
18/03/2004
prom.
05/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/05/2004031080/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het Adviescomité opgericht bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op de ordonnantie van 5 juli 2001 tot wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 houdende de invoering van een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen;

Gelet op het Algemeen Bestek waaraan de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel is onderworpen, zoals dit werd bepaald door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve op 6 december 1990, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 augustus 1991 betreffende de Bemiddelingsdienst opgericht bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd door het enig artikel van de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de hoogdringendheid, gezien de nood tot hervorming van het Adviescomité waarvan de samenstelling en het reglement niet meer aangepast zijn aan de huidige behoeften, alhoewel bij hoogdringendheid dient te worden voorzien in de vervanging van de leden van het Adviescomité aangezien de mandaten van het Adviescomité zijn verstreken;

Overwegende dat de omstandigheden van de werking van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel en van de dienstverlening aan de klanten optimaal moeten worden gemaakt, zowel in het belang van de Maatschappij als van de groepen die de gebruikers of de mogelijke klanten vertegenwoordigen en zich uitspreken over het openbaar vervoer te Brussel;

Overwegende dat de opdracht, de samenstelling en de werking dient te worden aangepast teneinde de betrokkenheid van de gebruikers via adviesverlening bij het beleid van de M.I.V.B. te verhogen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Op de voordracht van de Minister van Openbare Werken en Vervoer;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Opdracht van het Adviescomité

Artikel 1.Het Adviescomité is een overlegforum tussen de M.I.V.B. en haar gebruikers. Overeenkomstig artikel 20 van de ordonnantie brengt het Adviescomité adviezen uit over alle aspecten van de dienstverlening die door de M.I.V.B. wordt verleend. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van het Adviescomité

Art. 2.Het Adviescomité is, de ombudsman niet in aanmerking genomen, paritair samengesteld tussen, enerzijds, de leden die de gebruikers vertegenwoordigen en, anderzijds, de leden die deel uitmaken van de M.I.V.B.

Art. 3.Het Adviescomité bestaat uit 25 leden, ingedeeld als volgt : - drie leden aangeduid op voorstel van de meest representatieve vakbondsorganisaties : - de Brusselse Intergewestelijke van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV); - het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV-verbond Brussel); - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB); - drie leden aangeduid op voorstel van de verenigingen die de economische middens vertegenwoordigen : - de Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel (KHNB); - het Verbond van Ondernemingen te Brussel (VOB); - één afgevaardigde aangeduid op voorstel van de representatieve middenstandsorganisaties vertegenwoordigd in de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - drie leden die de belangen van de gebruikersverenigingen verdedigen, aangeduid op voordracht van : - NOMO (Association de Personnes non motorisées) - GEBOV (Gebruikers van het Brussels Openbaar Vervoer); - een vereniging die de belangen van personen met beperkte mobiliteit vertegenwoordigen; - drie leden die de belangen van de inwoners, de gezinnen en de zwakke weggebruiker vertegenwoordigen : - één afgevaardigde op voordracht van de vereniging IEB (Inter Environnement Bruxelles); - één afgevaardigde op voordracht van de vereniging BRAL (Brusselse Raad voor het Leefmilieu); - één afgevaardigde op voordracht van de verenigingen « Lique des Familles » en de Bond van Grote en Jonge gezinnen; - 12 leden die de M.I.V.B. vertegenwoordigen : - de bestuurder-directeur-generaal van de M.I.V.B.; - de adjunct-directeur-generaal; - de overige leden van het Beheerscomité van de M.I.V.B; - de directeur Cliëntenstrategie; - de directeur algemene en strategische Studies; - de verantwoordelijke van de Ontwikkeling van het Net en Relaties met de Plaatselijke Besturen; - twee andere directeurs aangeduid door de algemene directie van de M.I.V.B..

De ombudsman van de M.I.V.B. maakt eveneens deel uit van het Adviescomité.

De leden die de gebruikers vertegenwoordigen hebben ieder een plaatsvervanger aan wie hij de uitnodiging doorgeeft indien hij niet naar de vergadering kan gaan waarvoor hij werd opgeroepen.

Art. 4.De leden die de gebruikers vertegenwoordigen en hun plaatsvervangers worden benoemd op voordracht van de voornoemde organisaties door de Regering voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

De organisaties dragen hun kandidaten voor door middel van een dubbele lijst, waarbij ze aanduiden welke de kandidaat van hun voorkeur is.

Art. 5.Twee derden van de leden van het Adviescomité moeten behoren tot de taalrol met de hoogste getalsterkte, een derde tot de taalrol met de laagste getalsterkte.

Art. 6.Het voorzitterschap wordt waargenomen door de voorzitter van het beheerscomité van de M.I.V.B. of in geval van zijn afwezigheid of verhindering door de ondervoorzitter. HOOFDSTUK III. - Werking van het Adviescomité

Art. 7.Het Adviescomité vergadert minstens 5 keer per jaar.

De Voorzitter is gehouden het Adviescomité vijftien kalenderdagen vóór de datum van de vergadering bijeen te roepen.

Op verzoek van ten minste één vierde van haar leden moet elk onderwerp dat tot de bevoegdheid van het Adviescomité behoort, op de agenda worden toegevoegd.

Art. 8.De adviezen van het Adviescomité worden uitgebracht door de vergadering van de leden met volstrekte meerderheid van stemmen, voor zover tenminste de helft van de leden aanwezig is.

Zijn deze voorwaarden niet vervuld, dan wordt het Adviescomité binnen de acht dagen opnieuw samengeroepen met dezelfde agenda en kan zij geldig beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 9.De adviezen van het Adviescomité worden binnen een termijn van vijf werkdagen gestuurd naar de Minister van Vervoer.

Art. 10.Het secretariaat van het Adviescomité wordt door de M.I.V.B. waargenomen. Het Adviescomité vergadert ten zetel van de M.I.V.B..

Art. 11.Het Adviescomité stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.

Dit reglement bepaalt de werking van het Adviescomité, onder meer de wijze van samenroeping, besluitname, enz.

Het reglement dient enerzijds uit te gaan van de kenmerken van het comité, als overlegforum dat paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen en de M.I.V.B. zelf.

Anderzijds dient het reglement evenzeer te beantwoorden aan de doelstelling van het adviescomité om op basis van het overleg met de gebruikersorganisaties advies te verlenen over alle aspecten van de dienstverlening die door de M.I.V.B. worden verleend.

Dit houdt onder meer in dat de adviezen de standpunten weergeven van de gebruikersverenigingen, de reactie van de M.I.V.B., alsook de eventuele conclusies die beide met elkaar delen.

Art. 12.Aan de leden van het Adviescomité wordt op hun verzoek een vrijkaart voor het ganse M.I.V.B.-net toegekend.

Art. 13.De werkingskosten van het Adviescomité vallen ten laste van de begroting van de M.I.V.B. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen

Art. 14.Elk jaar stelt het Adviescomité een verslag op over zijn activiteiten.

Het verslag wordt door het Adviescomité medegedeeld aan de Raad van Bestuur van de Maatschappij, alsook aan de Minister van Vervoer.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 5 februari 2004.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Openbare Werken, vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT

^