12 JUNI 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanduiding van de besturen en de organen die gevraagd worden een advies te formuleren in het kader van de goedkeuringsprocedure van het basisdossier van een Bijzonder Bestemmingsplan

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 53 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw gewijzigd door de ordonnantie van 18 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 18 februari 2003;

Gelet op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State van 15 april 2003;

Overwegende dat artikel 53 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw zoals gewijzigd door de ordonnantie van 18 juli 2002 voorziet dat de Overlegcommissie in het kader van de goedkeuringsprocedure van het basisdossier van een Bijzonder Bestemmingsplan de besturen en organen raadpleegt waarvan de Regering de lijst vastlegt;

Dat de geraadpleegde organen en besturen bepaald worden aan de hand van de ligging en de problematiek waar het bijzonder bestemmingsplan mee geconfronteerd wordt;

Dat het dus noodzakelijk is een lijst vast te stellen van te raadplegen organen en besturen uit dewelke de Overlegcommissie per geval zal kiezen welke besturen en organen geraadpleegd moeten worden in functie van de ligging en de problematiek waar het bijzonder bestemmingsplan mee geconfronteerd wordt;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, Besluit :

Artikel 1.De Overlegcommissie vraagt, in het kader van de goedkeuringsprocedure van het basisdossier van een bijzonder bestemmingsplan, het advies van de volgende besturen en organen : 1. De betrokken gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2. Het Bestuur voor Uitrusting en Vervoer (BUV);3. Wanneer de ordening betrekking heeft op het woonbeleid : de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en de directie huisvesting van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting. Naargelang het geval, wanneer de ordening gekoppeld is aan de aanwezigheid van een infrastructuur van het openbaar vervoer : - de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS); - de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB); - de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn; - de betrokken openbare vervoersmaatschappijen (de Waalse TEC's); 5. wanneer de ordening betrekking heeft op het havenbeleid : de Gewestelijke Vennootschap Haven van Brussel;6. Wanneer de ordening beïnvloed wordt door de nabijheid van een luchthaveninfrastructuur of luchtcorridors : Belgocontrol.

Art. 2.Dit besluit wordt van kracht de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 3.De Minister die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 juni 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME