gepubliceerd op 19 juni 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangaande de onteigening van grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente Brussel
18 APRIL 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangaande de onteigening van grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente Brussel
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993 en 16 juli 1993, inzonderheid de artikelen 6, § 1, X, 1° en 79;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 38;
Gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening van openbaar nut en in het bijzonder het artikel 5;
Overwegende dat de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, meer bepaald in titel IV, verschillende normen inhoudt die van toepassing zijn op de toegankelijkheid van de ingangen en de uitrustingen van gebouwen voor mindervaliden;
Dat de trein- en metrostations deel uitmaken van de openbare gebouwen bedoeld in voornoemde verordening, zoals bepaald in artikel 1, § 3, 15° van titel IV; Overwegende dat er bijgevolg liften geplaatst moeten worden om de mindervaliden vanaf de bovengrond toegang te verlenen tot de perrons en de mezzanine van het metrostation « Kunst-Wet »; dat, rekening houdend met de situatie ter plaatse, zowel ondergronds door de aanwezigheid van een wegtunnel en twee metrostations als bovengronds door de strategische functie van het kruispunt waar het verkeer van personenauto's en van het openbaar vervoer vlot dient te blijven verlopen, het dan ook noodzakelijk is deze toegang te voorzien in het ondergrondse gedeelte van de gebouwen gelegen op de twee hoeken van de Kunstlaan en de Wetstraat; van de Kunstlaan en van de Wetstraat;
De voordracht van de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Openbare Werken en Vervoer, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld bij artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Het is onontbeerlijk, te algemenen nutte, onmiddellijk bezit te nemen van de grondinnemingen in onroerende goederen gelegen op het grondgebied van de gemeente Brussel vereist voor de aanleg van twee nooduitgangen en toegangen voor mindervaliden in het metrostation « Kunst-Wet » en aangeduid op het plan nr. 5006/46 in bijlage.
Art. 3.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 april 2002.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter, F.-X. de DONNEA De Minister belast met Financiën en Begroting, G. VANHENGEL De Minister van Openbare Werken en Vervoer, J. CHABERT