MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

5 OKTOBER 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de Stad Brussel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 « Wijk Koninginnelaan » goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 februari 1960 en gedeeltelijk gewijzigd door het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/5-6 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 februari 1962

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikel 65bis tot 65quinquies;

Gelet op het gewestplan van de Brusselse Agglomeratie goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 november 1979 waarvan bepaalde schriftelijke en grafische stedenbouwkundige voorschriften opgeheven werden op 3 maart 1995.

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995, waarvan de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming alsook de verordenende kaart van de bodembestemming opgeheven werden op 16 juli 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1960 houdende goedkeuring van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31- R/2-3-4 « Wijk Koninginnelaan » gedeeltelijk gewijzigd door het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/5-6 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 februari 1962;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de Stad Brussel van 28 april 2000 waarbij een ontwerpbeslissing, om het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 en 31-R/5-6 op te heffen, vergezeld van een verslag dat de opheffing verantwoord, wordt goedgekeurd;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie van 6 juni 2000;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van de Stad Brussel van 26 juni 2000 waarbij de ontwerpbeslissing tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 en 31-R/5-6 definitief wordt goedgekeurd;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de bij de artikelen 65ter en 65quater van de ordonnantie van 29 augustus 1991 voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn;

Overwegende dat de oorspronkelijke doelstellingen van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 en 31-R/5-6 grotendeels zijn verwezenlijkt, namelijk de uitbreiding van de schoolgebouwen;

Overwegende dat de voorschriften van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 en 31-R/5-6 ingaan tegen de verwezenlijking van woningen in de panden die onteigend werden ten algemene nutte op de Koninginnelaan;

Overwegende dat de inhoud van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 en 31-R/5-6 niet overeenstemd met hetgeen bepaaald is door de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Overwegende dat het behoud van dit bijzonder bestemmingsplan de goede plaatselijke aanleg in het gedrang brengt en dat het aangewezen is het op te heffen, Besluit : Enig artikel. De beslissing van de Stad Brussel tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/2-3-4 « Wijk Koninginnelaan » (begrensd door de Koninginnelaan, de de Wautier-, de Marie-Christina- en de Molenbeeksestraat) goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 februari 1960 en gedeeltelijk gewijzigd door het bijzonder bestemmingsplan nr. 31-R/5-6 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 7 februari 1962, wordt goedgekeurd.

Brussel, 5 oktober 2000.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd vervoer van personen, E. ANDRE