gepubliceerd op 27 juni 2000
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van premies voor de verfraaiing van gevels
25 JUNI 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van premies voor de verfraaiing van gevels
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 114 van de Huisvestingscode;
Gelet op het artikel 17 van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, afdeling 16, programma 3, activiteit 1, basisallocatie 21.53.10 « premies aan privé-personen voor het reinigen van gevels;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 januari 2000;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 31 maart 2000 bij toepassing van artikel 84, al. 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Minister belast met de Stadsvernieuwing, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet men verstaan onder : 1° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheden de Stadsvernieuwing behoort;2° Woning : het huis of appartement dat vóór de werken hoofdzakelijk bestemd is tot hoofdverblijfplaats van een of meerdere personen of het gedeelte van een gebouw dat voor de werken geheel of gedeeltelijk voor een ander gebruik was bestemd en dat het voorwerp uitmaakt van een omvorming tot woning;3° Perimeter van Culturele, Historische of Esthetische Waarde of voor Stadsverfraaiing : de ruimte bepaald door het besluit van 30 augustus 1999 tot goedkeuring van het ontwerp van Gewestelijk Bestemmingsplan.4° Structurerende Ruimten : ruimte bepaald in het indicatieve luik van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan van 3 maart 1995, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 1995).5° Perimeter van een wijkcontract : geografische ruimte gelegen binnen de perimeter van versterkte ontwikkeling van de huisvesting en beheerst door een herwaarderingsprogramma goedgekeurd door de Regering bij toepassing van de ordonnantie houdende organisatie tot herwaardering van de wijken van 7 oktober 1993;6° Perimeter voor een initiatiefwijk : de perimeter zoals vastgesteld door de Regering;7° Aannemer : de aannemer die op het ogenblik van het indienen van de aanvraag geregistreerd is in minstens één van de volgende categorieën, bepaald in de artikelen 400 en 404 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen : 17, 18, 19 of 22;8° Inkomsten : het gezamenlijk belastbaar inkomen van de aanvrager en, in het voorkomend geval, van zijn echtgenote of van de meerderjarige persoon waarmede hij samenwoont of zal samenwonen zonder verwant te zijn in de eerste of tweede graad, van het voorlaatste jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, te verhogen in voorkomend geval, voor dezelfde periode, met de afzonderlijk belastbare inkomens en/of de inkomens van de personen, zoals bedoeld in artikel 4 van het wetboek van de Inkomsten belastingen 1992, die niet zijn onderworpen aan de personenbelasting.9° Personen ten laste : de personen ten laste in de zin van het artikel 136 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen gedurende het voorlaatste jaar dat het jaar van de indiening van de aanvraag voorafgaat;10° Gewone mede-eigenaars : mede-eigenaars bedoeld in artikel 577-2 van het Burgelijk Wetboek, al de personen die een gebouw in onverdeeldheid bezitten;11° Gedwongen mede-eigenaars : mede-eigenaars bedoeld in artikel 577-3 van het Burgelijk Wetboek, hetzij al de personen die elk een lot van een gebouw bezitten dat bestaat uit een privatief deel en een aandeel in het gemeenschappelijk deel van dit gebouw, dat wordt beheerd door een basisakte en een reglement van mede-eigendom;12° Vereniging van mede-eigenaars : de vereniging bedoeld in artikel 577-5 van het Burgerlijk Wetboek, hetzij de rechtspersoonlijkheid die het geheel der gedwongen mede-eigenaars kan aannemen voor het beheer van het gebouw;13° Premie : de premie voor de verfraaiing van gevels.
Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare kredieten die daartoe ingeschreven staan op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kent de Minister, onder de in dit besluit vastgelegde voorwaarden, een premie tot verfraaiing van gevels toe. HOOFDSTUK II. - Hoedanigheid van de aanvrager
Art. 3.3. Een premieaanvraag voor de verfraaiing van gevels kan ingediend worden door : 1° een natuurlijke persoon, van minstens achttien jaar oud, die beschikt over een titel slaande op de volle eigendom, de naakte eigendom of het vruchtgebruik en zijn hoofdverblijfplaats heeft in het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag;2° een natuurlijk of privaterechtelijke rechtspersoon, eigenaar of gewone mede-eigenaar;3° een der natuurlijke en/of privaterechtelijke rechtspersonen, gedwongen mede-eigenaars of de syndicus voor al de gedwongen mede-eigenaars;4° een natuurlijk persoon, die minstens achttien jaar oud is, die zijn hoofdverblijfplaats heeft in het gebouw waarvoor de premieaanvraag ingediend wordt en die een geregistreerd huurcontract heeft dat op de datum van indiening van de aanvraag nog een geldigheidsduur van minstens 6 jaar heeft. HOOFDSTUK III. - Subsidieerbare werken
Art. 4.De werken die ertoe strekken de volledige gevel of gevels in hun staat van netheid terug te brengen, ze te rehabiliteren, of ze tot hun recht te laten komen, kunnen gesubsidieerd worden, deze gevels moeten : 1° gelegen zijn aan de openbare weg;2° gelegen zijn op maximum acht meter achter de scheidingslijn tussen het privaat domein en de openbare weg en voor zover de gevel of gevels van het gebouw dat het voorwerp van de aanvraag uitmaakt, tussen aangrenzende gebouwen gelegen is/zijn.
Art. 5.De Minister legt de aard der subsidieerbare werken alsmede de maximale prijzen vast. De voor de berekening van de premie aanvaarde werken zijn beperkt tot een miljoen frank, BTW inbegrepen per gebouw. HOOFDSTUK IV. - Berekening van de premie
Art. 6.De premie voor de verfraaiing van gevels wordt berekend op basis van de werken bedoeld in de artikelen 4 en 5 en aangenomen door de afgevaardigde van de Minister.
Art. 7.De gewestelijke tussenkomst kan slechts onder volgende voorwaarden worden toegekend : 1° het bedrag van de door de afgevaardigde van de Minister aanvaarde werken, rekening houdend met de door de Minister vastgelegde maximumprijzen, moet minstens dertigduizend frank, BTW inbegrepen, belopen;2° het gebouw moet minstens 20 jaar geleden gebouwd zijn op het ogenblik van de indiening van de premieaanvraag;3° het gebouw mag niet de eigendom zijn van de Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van Brussel, een openbare vastgoedmaatschappij, de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij van Brussel, de Gewestelijk Grondregie, een gemeente, een Openbare Centrum van maatschappelijk welzijn of het Woningfonds der Gezinnen van het Brussels Gewest;4° vallen niet onder de toepassing van onderhavig besluit : - de gebouwen waarvan strikt minder dan de twee derden van de niveaus voor huisvesting bestemd is, de niet ingerichte kelders en zolderruimten zijn niet in het aantal niveaus inbegrepen, - de appart-hotels en de gebouwen met een gelijkaardige functie, - de hotels.
Art. 8.Indien in een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag van de premie een toelage wordt of werd toegekend aan de aanvrager voor aan een beschermd goed uitgevoerde werken tot behoud, overeenkomstig het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 1996 tot vaststelling van de voorwaarden en de nadere regels voor het toekennen van een subsidie aan een privaatrechtelijke rechtspersoon voor aan een beschermd goed uitgevoerde werken, worden de krachtens dit besluit gesubsidieerde werken niet in aanmerking genomen bij de raming van de kostprijs van werken.
Art. 9.Het premiebedrag wordt als volgt bepaald : - vijfenzeventig procent van de kostprijs van de aanvaarde werken wanneer het gebouw gelegen is in de perimeter van een wijkcontract of van een initiatiefwijk, vermeerderd met tien procent wanneer de aanvrager, natuurlijk persoon eigenaar van het gebouw zoals bepaald onder art. 3, 1° kan bewijzen dat zijn jaarlijks belastbaar inkomen niet hoger ligt dan één miljoen tweehonderdduizend frank; - vijftig procent van de kostprijs van de aanvaarde werken wanneer het gebouw gelegen is in een structurerende ruimte, of in de Perimeter van Culturele, Historische of Esthetische Waarde of voor Stadsverfraaiing, vermeerderd met vijfentwintig procent wanneer de aanvrager, natuurlijk persoon eigenaar van het gebouw zoals bepaald onder art. 3, 1° kan bewijzen dat zijn jaarlijks belastbaar inkomen niet hoger ligt dan één miljoen tweehonderdduizend frank; - vijfentwintig procent van de kostprijs van de aanvaarde werken wanneer het gebouw niet gelegen is in een structurerende ruimte, in de perimeter van een wijkcontract of van een initiatiefwijk, of in de Perimeter van Culturele, Historische of Esthetische Waarde of voor Stadsverfraaiing, vermeerderd met vijfentwintig procent wanneer de aanvrager, natuurlijk persoon eigenaar van het gebouw zoals bepaald onder art. 3, 1°, kan bewijzen dat zijn jaarlijks inkomen niet hoger ligt dan één miljoen tweehonderdduizend frank;
De bovengrens van de in aanmerking genomen inkomsten wordt verhoogd met : - honderdduizend frank zo de aanvrager en zijn echtgenote, of de persoon waarmede hij samenwoont of zul samenwonen beiden minder dan vijfendertig jaar oud zijn op de datum van de aanvraag; - honderdduizend frank voor elke persoon ten laste.
Art. 10.Kan niet opnieuw een premie genieten dan na een termijn tien jaar, te rekenen vanaf de datum van het ministerieël besluit tot uitbetaling van de premie, het gebouw dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een premie in toepassing van huidig besluit of in toepassing van : - het koninklijk besluit van 26 mei 1982 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels van gebouwen gelegen in het Brusselse Gewest; - het koninklijk besluit van 30 maart 1989 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels van gebouwen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest; - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 13 september 1990 betreffende de toekenning van premies voor gevelreiniging, - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 november 1997 betreffende de toekenning van premies voor gevelreiniging, HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de aanvrager
Art. 11.De begunstigde verbindt er zich persoonlijk toe, wanneer binnen de vijf jaar na de betaling van de premie, de hoofdbestemming van het gebouw geen huisvesting meer is zoals bedoeld in artikel 7, 4°, deze premie terug te betalen. HOOFDSTUK VI. - Indiening en behandeling der aanvragen
Art. 12.De premieaanvraag moet ingediend worden per aangetekend schrijven of neergelegd tegen ontvangstbewijs bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bij middel van behoorlijk ingevulde formulieren, die hiertoe, op eenvoudige aanvraag, ter beschikking van het publiek worden gesteld.
Art. 13.De Minister bepaalt de lijst en de vorm van de documenten die nodig zijn voor de indiening van de aanvraag en voor de vereffening van de premies.
Art. 14.Binnen de maand na hun indiening maken de aanvragen van een premie voor de verfraaiing van de gevels het voorwerp uit van : - hetzij een ontvangstbevestiging; - hetzij van een opvraging van ontbrekende documenten. De werken mogen niet aangevat worden vóór het plaatsbezoek van de afgevaardigde van de Minister, op straffe van verlies van het recht op de premie.
Dit bezoek zal plaatsgrijpen binnen de veertig kalenderdagen volgend op de indieningsdatum van het volledig premieaanvraagdossier.
De aanvraag, die niet vervolledigd werd binnen de drie maand volgend op de datum van opvraging der ontbrekende documenten, vervalt.
Art. 15.De voorlopige toekenningsbelofte wordt aan de aanvrager toegestuurd op basis van : 1° het plaatsbezoek van de afgevaardigde van de Minister;2° de bestekken op naam van de aanvrager opgemaakt door een aannemer;3° de maximumprijzen die de Minister vastlegt per type van werk.
Art. 16.De werken dienen uitgevoerd te worden en gefactureerd binnen een termijn van een jaar te rekenen vanaf de betekening van de voorlopige toekenningsbelofte bedoeld in het artikel 15.
In geval van overmacht kan deze termijn met maximaal zes maand door de Minister worden verlengd De afgevaardigde van de Minister zal ter plaatse vaststellen of de werken volledig werden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag en volgens de regels der kunst.
Art. 17.Het definitieve premiebedrag wordt vastgelegd op basis van de originele en behoorlijk opgemaakte facturen, op naam van de aanvrager en met aanduiding van het werfadres, of voor eensluidend verklaarde kopiëen van deze facturen. Deze hebben betrekking op de werken bedoeld in artikel 5, uitgevoerd volgens de regels der kunst.
Dit bedrag zal aan de begunstigde worden vereffend na ontvangst door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het formulier dat de volledige voltooiing der werken bevestigd, degelijk ingevuld en ondertekend door de aanvrager, alsmede de facturen bedoeld in de eerste alinea. HOOFDSTUK VII. - Terugbetaling
Art. 18.Onverminderd de bepalingen van het Strafwetboek of gerechtelijke vervolgingen in toepassing van het koninklijk besluit van 21 mei 1933 is de ontvanger, van de in toepassing van onderhavig besluit gestorte premie, gehouden de bedragen ontvangen krachtens onderhavig besluit terug te betalen alsmede de bijkomende intresten, berekend tegen de wettelijke rentevoet geldend op de datum van de beslissing tot terugvordering : 1° in geval van onvolledige, onjuiste of bedrieglijke verklaring afgelegd teneinde ten onrechte de bij dit besluit toegekende premie te bekomen;2° in geval van niet-naleving van verbintenis bepaald in artikel 11;3° in geval van weigering de documenten te bezorgen door te administratie gevorderd op basis van de laatste alinea. Het terug te betalen bedrag dient gestort te worden aan het Fonds voor Stedebouw en Grondbeheer, ingeschreven onder Titel III, Afdeling 16, artikel 14.58.21, van de Inkomstenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
In het geval van niet-terugbetaling van de premie binnen de termijn vastgelegd door het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zal de terugvordering toevertrouwd worden aan de Administratie van de BTW, van de Registratie en Domeinen, die handelt overeenkomstig de bepalingen van artikel 94 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende de coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit.
Het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan aan de begunstigden alle documenten vragen nodig tot het bewijzen van de naleving van de verbintenissen voorzien in artikel 11. HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 19.Het besluit van de Brusselse Hoofstedelijke Regering van 27 november 1997 betreffende de toekenning van premies voor gevelreiniging wordt opgeheven.
Art. 20.Bij wijze van overgangsmaatregel blijft het in artikel 19 genoemde besluit nochtans van toepassing op de aanvragen ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit.
Art. 21.Wordt zonder gevolg geklasseerd, elke premieaanvraag ingediend op basis van de volgende besluiten : - het koninklijk besluit van 30 juli 1976 houdende verlening van toelagen voor het reinigen van de gevels van gebouwen in het Brusselse Gewest; - het koninklijk besluit van 14 mei 1981 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels van gebouwen gelegen in het Brusselse Gewest; - het koninklijk besluit van 26 mei 1982 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels van gebouwen gelegen in het Brusselse Gewest; - het koninklijk besluit van 30 maart 1989 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels van gebouwen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest; - het besluit van de Executieve van 13 september 1990 betreffende de toekenning van toelagen voor het reinigen van gevels;
Art. 22.Zal zonder gevolg worden geklasseerd, elke premieaanvraag waarvoor de aanvrager zijn dossier binnen de drie maanden na de publicatie van onderhavig besluit; niet vervolledigd heeft met de door de Dienst Huisvesting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagde documenten, zo de premieaanvraag ingediend werd op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 november 1997 betreffende de toekenning van premies voor de verfraaiing van gevels wordt opgeheven, zodat de Dienst een voorlopige belofte van premietoekenning kan betekenen.
Art. 23.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatblad wordt bekendgemaakt.
Art. 24.De Minister tot wiens bevoegdheid de stadsvernieuwing behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 25 mei 2000 Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter, belast met Openbare Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatssecretaris belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, E. ANDRE