Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2000
gepubliceerd op 23 mei 2000

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot benoeming van de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2000031159
pub.
23/05/2000
prom.
30/03/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MAART 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot benoeming van de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 houdende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op de statuten van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel, zoals goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 december 1990, inzonderheid op artikel 13;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2000 tot benoeming van de bestuurders van de raad van bestuur van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Vervoer, Besluit :

Artikel 1.De heer W. Daem van de Nederlandse taalrol en de heer J. Decoster van de Franse taalrol, worden respectievelijk tot voorzitter en ondervoorzitter benoemd van de raad van bestuur van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel.

Art. 2.De bezoldiging van de voorzitter en ondervoorzitter wordt vastgelegd op 500.000 (vijfhonderdduizend) BEF bruto per jaar en wordt jaarlijks geïndexeerd (index ref. 1 januari 2000).

Art. 3.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 november 1995 houdende de benoeming van de voorzitter en van de ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel, is opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2000.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Vervoer is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Brussel, 30 maart 2000.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van Openbare Werken en Vervoer, J. CHABERT

^