Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 september 1999
gepubliceerd op 01 december 1999

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouwkundige vergunningen in uitvoering van artikel 128 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1999031425
pub.
01/12/1999
prom.
23/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/23/1999031425/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouwkundige vergunningen in uitvoering van artikel 128 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 153, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 23 november 1993;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouwkundige vergunningen in uitvoering van artikel 128 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Op de voordracht van de Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Besluit :

Artikel 1.De formulieren 007 en 008 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouwkundige vergunningen in uitvoering van artikel 128 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw worden vervangen door de formulieren 007 en 008 als bijlage van het besluit.

Art. 2.De Staatssecretaris bevoegd voor de ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 september 1999.

Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatsecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, E. ANDRE

Ministerie van het Formulier 007 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : . . plannen STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING DE GEMACHTIGDE AMBTENAAR, Gelet op de aanvraag ingediend door . . . . . met betrekking tot een goed gelegen . . . . . en strekkende tot . . . . .

Overwegende dat het ontvangstbewijs afgeleverd door de gemeente voor deze aanvraag de datum draagt van . . . . . ;

Gelet op de aangetekende brief van de aanvrager aan de gemachtigde ambtenaar van . . . . . ontvangen op . . . . . ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot aanwijzing van de gemachtigde ambtenaren gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 14 november 1996 en van 4 december 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van . . . . . zijn beslissing niet betekend heeft binnen de termijn bepaald in artikel 119 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is : (1) - een bijzonder bestemmingsplan bestaat, goedgekeurd op .. . . . en . . . . . genaamd; (1) gewijzigd overeenkomstig het besluit van .. . . . ; (1) - een verkavelingsvergunning bestaat met nr.. . . . . van . . . . . ; (1) gewijzigd - vernietigd (1) overeenkomstig het besluit van .. . . . ; (1) Overwegende dat de aanvraag afwijkt van voornoemd bijzonder plan - verkavelingsvergunning (1);dat het college van burgemeester en schepenen in zijn beraadslaging van . . . . . . een gunstig - ongunstig (1) advies verstrekt heeft over de vraag om afwijking; (1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . tot . . . . . en dat (geen) . . . . . bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend; (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van ;(1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; Besluit :

Art. 1.De vergunning wordt afgegeven aan . . . . . om volgende redenen (2) :

Art. 2.De vergunninghouder moet : 1° volgende voorwaarden naleven : 2° (3) 3° de bijzondere aanwijzingen vermeld in bijlage 1 van dit besluit in acht nemen.

Art. 3.(Slechts te gebruiken in de bij artikel 88 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 bepaalde gevallen). De vergunde werken en handelingen mogen niet langer in stand gehouden worden dan tot . . . .

Art. 4.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan het college van burgemeester en schepenen.

Art. 5.De vergunninghouder geeft het college van burgemeester en schepenen alsmede de gemachtigde ambtenaar bij aangetekende brief kennis van het begin der vergunde werken of handelingen en dit ten minste acht dagen vóór ze aangevat worden.

Art. 6.Deze vergunning brengt geen vrijstelling mede van de verplichting tot het aanvragen van vergunningen die door andere wettelijke of verordenende bepalingen zijn voorgeschreven.

Opgemaakt te . . . . . , . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het college van burgemeester en schepenen van . . . . . . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, _______ Nota (1) Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Naast de redenen in verband met de goede aanleg viseert de gemachtigde ambtenaar in voorkomend geval de conformiteit van het ontwerp met de vigerende plannen of ontwerp-plannen en verduidelijkt zijn beslissing ten opzichte van de eventuele opmerkingen en bezwaren.(3) Zo nodig de voorschriften van de gewestelijke en gemeentelijke stedenbouwkundige verordening toevoegen, voor zover zij de voorschriften van het bijzonder bestemmingsplan of van de verkavelingsvergunning aanvullen. Bijlage 1 bij de stedenbouwkundige vergunning Bijzondere aanwijzingen die voor de uitvoering van de vergunning in acht te nemen zijn Wettelijke en reglementaire bepalingen Verval en verlenging Artikel 87 van de ordonnantie van 29 augustus 1991. § 1 De vergunning vervalt indien de vergunninghouder binnen twee jaar na afgifte niet duidelijk met de verwezenlijking van de vergunning van start is gegaan of wanneer hij in de bij artikel 84, § 1, 1°, 2° en 4° bepaalde gevallen niet met de ruwbouw is begonnen of indien hij in voorkomend geval de bij toepassing van artikel 86 opgelegde lasten niet heeft uitgevoerd. (Het verval van de vergunning geschiedt van rechtswege.

Op verzoek van de vergunninghouder kan de vergunning echter met een jaar worden verlengd. De verlenging moet, op straffe van verval, worden aangevraagd ten minste twee maanden vóór het verstrijken van de in het 1ste lid bedoelde termijn van twee jaar.

De verlenging wordt door het college van burgemeester en schepenen verleend indien dit laatste de vergunning heeft verleend.

In de overige gevallen, met inbegrip van het in artikel 151 bedoelde geval, wordt de verlenging door de gemachtigde ambtenaar verleend.

Bij ontstentenis van de beslissing van de in het vierde en in het vijfde lid bedoelde overheid na het verstrijken van de termijn van twee jaar, wordt de verlenging geacht te zijn toegekend.

De beslissing tot weigering van de verlenging van de vergunning kan geen voorwerp zijn van de in artikelen 129, 133, 144 en 148 bedoelde beroepen.

Bij onderbreking van de werken gedurende meer dan een jaar, vervalt de vergunning eveneens. § 2. In het geval van een gemengd project, in de zin van artikel 108, § 2, wordt de stedenbouwkundige vergunning geschorst zolang er geen definitieve milieuvergunning werd verkregen.

De definitieve weigeringsbeslissing over de aanvraag om milieuvergunning houdt van rechtswege de nietigheid van de stedenbouwkundige vergunning in.

Voor de toepassing van deze ordonnantie is een beslissing slechts definitief wanneer alle openstaande administratieve beroepen tegen deze beslissing door deze ordonnantie betreffende de milieuvergunning uitgeput zijn of de termijnen om deze in te stellen verstreken zijn.

Het in de eerste paragraaf bedoelde verval begint maar te lopen zodra de houder van de stedenbouwkundige vergunning de milieuvergunning gekregen heeft.

Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juli 1992 betreffende het verval en de verlenging van de stedenbouwkundige vergunningen.

Het verzoek om verlenging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan het college van burgemeester en schepenen dat de vergunning heeft afgegeven of aan de gemachtigde ambtenaar wanneer de vergunning door een andere overheid dan het college van burgemeester en schepenen is afgegeven.

Openbaarmaking Artikel 121 van de ordonnantie van 29 augustus 1191.

Een mededeling die te kennen geeft dat de vergunning afgegeven is, moet op het terrein worden aangeplakt door de aanvrager, hetzij, wanneer het werken betreft, vóór de aanvang van de werken en tijdens de hele duur ervan, hetzij, in de overige gevallen, vanaf de voorbereidingen voor de handeling of handelingen en tijdens de hele uitvoering ervan.

Gedurende die tijd moet de vergunning en het bijbehorende dossier, of een door het gemeentebestuur of de gemachtigde ambtenaar gewaarmerkt afschrift van deze stukken, voortdurend ter beschikking van de in artikel 183 aangewezen ambtenaren liggen, op de plaats waar de werken worden uitgevoerd en de handeling of handelingen verricht.

Ministerie van het Formulier 008 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Uw kenmerk : Ons kenmerk : Bijlage(n) : . . plannen WEIGERING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING DE GEMACHTIGDE AMBTENAAR, Gelet op de aanvraag ingediend door . . . . . met betrekking tot een goed gelegen . . . . . en strekkende tot . . . . .

Overwegende dat het ontvangstbewijs afgeleverd door de gemeente voor deze aanvraag de datum draagt van . . . . . ;

Gelet op de aangetekende brief van de aanvrager aan de gemachtigde ambtenaar van . . . . . ontvangen op . . . . . ;

Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot aanwijzing van de gemachtigde ambtenaren gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 14 november 1996 en van 4 december 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 juli 1996 betreffende de verzending van de documenten met het oog op de behandeling van de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning, de aanvragen om stedenbouwkundig attest en stedenbouwkundig attest met het oog op verkaveling;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 1993 betreffende de openbare onderzoeken en de speciale regelen van openbaarmaking inzake stedenbouw en leefmilieu gewijzigd bij besluit van de Regering van 10 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van . . . . . zijn beslissing niet betekend heeft binnen de termijn bepaald in artikel 119 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw; (1) Overwegende dat er voor het gebied waarin het goed gelegen is : (1) - een bijzonder bestemmingsplan bestaat, goedgekeurd op .. . . . en . . . . . genaamd; (1) gewijzigd overeenkomstig het besluit van .. . . . ; (1) - een verkavelingsvergunning bestaat met nr.. . . . . van . . . . . . . . . . ; (1) gewijzigd - vernietigd (1) overeenkomstig het besluit van .. . . . ; (1) Overwegende dat de aanvraag afwijkt van voornoemd bijzonder plan - verkavelingsvergunning (1);dat het college van burgemeester en schepenen in zijn beraadslaging van . . . . . een gunstig - ongunstig (1) advies verstrekt heeft over de vraag om afwijking;(1) Overwegende dat de aanvraag onderworpen werd aan de speciale regelen van openbaarmaking van .. . . . tot . . . . . en dat (geen) . . . . . . . .bezwaarschrift(en) is (zijn) ingediend; (1) Gelet op het advies van de overlegcommissie van ;(1) Gelet op de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen;(1) Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen; Besluit :

Art. 1.De vergunning aangevraagd door is om volgende redenen geweigerd :

Art. 2.Dit besluit wordt gelijktijdig betekend aan de aanvrager en aan het college van burgemeester en schepenen.

Opgemaakt te . . . . . , . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, Betekening aan het college van burgemeester en schepenen van . . . . . . . . . . (datum) De gemachtigde ambtenaar, _______ Nota (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. Wettelijke bepalingen Beroep bij het Stedenbouwkundig College Artikel 129 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De aanvrager kan binnen dertig dagen na de ontvangst van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van de weigeringsbeslissing van de gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 128, tegen die beslissing in beroep gaan bij het Stedenbouwkundig College.

Bij ontstentenis van een beslissing kan hij eveneens in beroep gaan binnen dertig dagen na het verstrijken van de in artikel 128, tweede lid, bedoelde termijn.

Binnen vijf dagen na ontvangst zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van de beroepsakte aan de gemeente en aan de gemachtigde ambtenaar.

De gemeente zendt het Stedenbouwkundig College een afschrift van het dossier binnen tien dagen na de ontvangst van het afschrift van het beroep.

Artikel 130 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

De aanvrager of zijn raadsman, het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde ambtenaar worden op hun verzoek door het Stedenbouwkundig College gehoord. Wanneer een partij vraagt om te worden gehoord, worden ook de andere partijen opgeroepen.

Artikel 131 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

Van de beslissing van het Stedenbouwkundig College wordt aan de aanvrager, aan het college van burgemeester en schepenen en aan de gemachtigde ambtenaar kennis gegeven binnen zestig dagen na de datum van afgifte bij de post van de aangetekende zending die het beroep bevat. Ingeval de partijen worden gehoord, wordt de termijn met vijftien dagen verlengd.

Indien de behandeling van het dossier vereist dat de aanvraag aan de speciale regelen van openbaarmaking en/of aan het advies van de overlegcommissie wordt onderworpen, wordt de in het eerste lid voorziene termijn met dertig dagen verlengd.

Artikel 132 van de ordonnantie van 29 augustus 1991.

Het Stedenbouwkundig College kan de vergunning afgeven, de afgifte ervan afhankelijk stellen van voorwaarden om een goede plaatselijke aanleg te waarborgen of de vergunning weigeren.

De afwijkingen kunnen slechts overeenkomstig artikel 118, § 2 worden toegestaan.

De beslissingen van het Stedenbouwkundig College worden met redenen omkleed.

Gezien de formulieren 007 en 008 als bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 september 1999 tot wijziging het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 6 juli 1992 tot bepaling van de vorm der beslissingen genomen door de gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouwkundige vergunningen in uitvoering van artikel 128 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, J. SIMONET De Staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening, E. ANDRE van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

^