gepubliceerd op 11 augustus 1999
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de organieke formatie van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij
3 JUNI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de organieke formatie van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot vaststelling van de algemene beginselen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 februari 1994 houdende wijziging van de statuten van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;
Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 5 februari 1999;
Gelet op het akkoord van de gewestelijke Minister van Begroting;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de B.G.H.M., gegeven op 8 december 1998;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juni 1999, Gelet op het advies van het Basisoverlegcomité van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 27 januari 1999;
Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor de huisvesting, toegevoegd aan de Minister-Voorzitter, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.De organieke formatie van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij wordt als volgt vastgesteld : Niveau A A5 Directeur-Generaal 1 A4+Adjunct-Directeur-Generaal 1 A3 Directeur 4 A2 Eerste ingenieur 1 A2 Eerste attaché 3 A1 Attaché 14 A1 Ingenieur 2 Totaal niveau A 26 Niveau B B2 Eerste Assistent 2 B1 Assistent Attaché 8 Totaal niveau B 10 Niveau C C2 Eerste Adjunct 4 C1 Adjunct 18 Totaal niveau C 22 Niveau D D2 Eerste Klerk 2 D1 Klerk 7 Totaal niveau D 9 Niveau E E2 Eerste Beambte 1 E1 Beambte 4 Totaal niveau E 5 TOTAAL 72
Art. 3.De drie betrekkingen van « Eerste Attaché » zijn voorbehouden voor kaderbetrekkingen.
Art. 4.Als het mandaat van een ambtenaar niet wordt verlengd en hij opnieuw een betrekking van rang A3 opneemt, mag het aantal titularissen van rang A3 tijdelijk het aantal betrekkingen voorzien in de personeelsformatie overschrijden. Het aantal betrekkingen van rang A5 tot A3 mag nochtans niet hoger zijn dan zes.
Art. 5.Er kan pas in de hieronder bedoelde betrekkingen van artikel 2, voorzien worden, wanneer de arbeidsplaatsen als contractueel of als opdrachthouder, die ze vervangen, afgeschaft zijn door het vertrek van de contractuele personeelsleden of van de opdrachthouders die ze betrekken : Attaché 4 Assistent 2 Adjunct 7 Klerk 1 Beambte 4
Art. 6.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 oktober 1993 tot vaststelling van de organieke formatie van het personeel van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij wordt opgeheven.
Art. 7.De Staatssecretaris bevoegd voor de huisvesting, toegevoegd aan de Minister-Voorzitter, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8.De Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Brussel, 3 juni 1999 De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Staatssecretaris, E. TOMAS.