gepubliceerd op 19 augustus 1998
Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRregering betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan
16 JULI 1998. - Besluit van de Brusselse HoofdstedelijkeRregering betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikelen 26 tot 29;
Op voorstel van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Openbare Werken en Vervoer, HOOFDSTUK I. - Algemeen Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit omvat de algemene bepalingen betreffende de voorstelling en de uitwerking van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna « het plan » genoemd.
Inhoud van het plan
Art. 2.Het plan omvat minstens : 1. De kaarten van de bestaande toestand : - een kaart van de bestaande feitelijke toestand; - een kaart van de bestaande rechtstoestand. 2. De volgende normatieve kaarten : - een kaart van de bodembestemming; - een kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten; - een kaart van de verkeerswegen - wegen; - een kaart van de verkeerswegen - openbaar vervoer. 3. De bundel van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften met inbegrip van het glossarium.4. De lijst van de wijzigingen die desgevallend moeten worden aangebracht aan de geschreven en grafische voorschriften van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen en van de bijzondere bestemmingsplannen. De kaart van de bestaande feitelijke toestand
Art. 3.De kaart van de bestaande feitelijke toestand bestaat uit alle feitelijke gegevens die zijn ingezameld op het terrein. Ze wordt opgemaakt op schaal 1/10 000. Zij wordt eventueel aangevuld met feitelijke gegevens die zijn ingewonnen bij de gewestelijke en gemeentebesturen. Zij bevat ook een legende.
De kaart van de bestaande rechtstoestand
Art. 4.De kaart van de bestaande rechtstoestand is opgemaakt op dezelfde schaal als die van de bestaande feitelijke toestand en bevat ook een legende.
De kaart van de bestaande rechtstoestand vermeldt minstens : - de perimeter van de geldende verkavelingsplannen en de datum waarop ze zijn goedgekeurd; - de perimeter van de geldende bijzondere bestemmingsplannen en de datum waarop ze zijn goedgekeurd; - de bij koninklijk besluit voor industrie bestemde terreinen; - de momumenten of landschappen die zijn beschermd, ingeschreven op de bewaarlijst of ingeschreven op de lijst krachtens de ordonnantie van 4 maart 1993; - de perimeters van de natuurgebieden; - de perimeters voor de heropleving van de oude wijken die zijn goedgekeurd bij besluit krachtens de ordonnantie van 7 oktober 1993.
De kaart van de bodembestemming
Art. 5.§ 1. De kaart van de bodembestemming is opgemaakt op schaal 1/10 000 en bevat ook een legende. § 2. De kaart van de bodembestemming omvat met name : - de verschillende gebieden van het grondgebied waarmee de voorschriften uit de bundel van de stedenbouwkundige voorschriften overeenkomen; - de verschillende ruimten waarop een voorschrift, dat verband houdt met een van de in artikel 11 opgesomde superposities, betrekking heeft.
De kaart van de verkeerswegen - wegen
Art. 6.De kaart van de verkeerswegen - wegen is opgemaakt op schaal 1/10.000 en bevat ook een legende.
De kaart van de verkeerswegen - wegen omvat het traject van de voornaamste verkeerswegen.
De kaart van de verkeerswegen - openbaar vervoer
Art. 7.De kaart van de verkeerswegen - openbaar vervoer is opgemaakt op schaal 1/10 000 en bevat ook een legende.
De kaart van het openbaar vervoer omvat het traject van de voornaamste openbare vervoerlijnen.
De kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten
Art. 8.De kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten is opgemaakt op schaal 1/10 000 en bevat ook een legende.
Op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten wordt het potentieel aan toelaatbare kantooroppevlakte per huizenblok in vierkante meter aangegeven naargelang het bestemmingsgebied.
De bundel van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften
Art. 9.De bundel van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften omvat : - de algemene voorschriften betreffende de ordening van alle gebieden van het gewestelijk grondgebied, met inbegrip van de voorschriften inzake inplanting en volume van de bouwwerken en het glossarium van de meest gebruikte termen; - de bijzondere voorschriften betreffende de ordening van elk gebied van het gewestelijk grondgebied, zoals vermeld op de kaart van de bodembestemming; - desgevallend, de voorschriften inzake de ruimten die worden aangeduid door één van de in artikel 11 vermelde superposities; - de voorschriften betreffende de inrichting van de voornaamste verkeerswegen.
De bundel van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften kan eveneens voorschriften van esthetische aard bevatten. HOOFDSTUK II. - De verschillende gebieden op het grondgebied van het Gewest De bestemmingsgebieden
Art. 10.Het Brussels Hoofdstedelijk grondgebied bestaat meer bepaald uit de volgende hoofdgebieden waarop de geschreven voorschriften betrekking hebben : - woongebieden : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor huisvesting. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - gebieden met gemengd karakter : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor huisvesting, kantoren en productie-activiteiten. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - industriegebieden : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor industriële, haven- of vervoeractiviteiten. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - administratiegebieden : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor kantoren. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor activiteiten van openbaar nut. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - spoorweggebieden : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor de spoorweginstallaties en aanverwante bedrijven. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - groengebieden en landbouwgebieden : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor beplanting, ontspannings- en openluchtactiviteiten en sportactiviteiten in de open lucht. De landbouwgebieden zijn voorbehouden voor landbouw. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - gebieden van gewestelijk belang : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd krachtens de bijzondere opgestelde programma's, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van deze gebieden, hun bestaande toestand en hun potentieel. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg : deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd krachtens de bijzondere lange termijnprogramma's, rekening houdend met de bijzondere kenmerken van deze gebieden, hun bestaande toestand en hun potentieel. Het plan bepaalt de bijzondere voorwaarden waaronder deze gebieden voor andere activiteiten bestemd kunnen worden; - grondreservegebieden : deze gebieden zijn behouden in hun bestaande feitelijke toestand zolang de noodzaak van hun bestemming niet door de Regering is aangetoond en vastgelegd.
Het plan kan de hierboven vermelde hoofdgebieden verduidelijken door deze op te splitsen in verschillende categorieën van gebieden die bij deze hoofdgebieden horen.
Andere aanduidingen in superpositie
Art. 11.Het plan kan bij voormelde gebieden bijkomende aanduidingen omvatten in superpositie die meer bepaald betrekking hebben op : - de perimeters van culturele, historische en esthetische waarde of voor stadsverfraaiing : deze perimeters bepalen de gebieden die van bijzonder belang zijn omwille van hun culturele, historische, esthetische of verfraaiende waarde of potentieel; - de structurerende ruimten : deze superposities bepalen de openbare ruimten van gewestelijk belang, die de identiteit en zichtbaarheid van de stedelijke structuur dragen en waarvan ook de kwaliteit moet worden gevrijwaard of de ordening opgewaardeerd; - de stroken voor handelskernen : deze stroken duiden de delen van de openbare ruimten aan langs welke de commerciële bestemming bevoorrecht is; - de te behouden binnenterreinen van huizenblokken : deze superposities duiden de binnenterreinen van huizenblokken aan waarin andere bouwwerken dan deze voor de huisvesting verboden zijn; - de op te waarderen binnenterreinen van huizenblokken : deze superposities duiden de binnenterreinen van huizenblokken aan waarin bouwwerken toegestaan zijn mits een opwaardering van het binnenterrein van het huizenblok; - de erfdienstbaarheden non aedificandi rondom bossen en wouden : deze superposities bepalen de beschermingsruimten langs de bossen en wouden; - de parkeerterreinen : deze superposities duiden de ligging aan van de transitparkeerterreinen en overstapparkeerterreinen; - de aan te leggen wegen : deze superposities geven de trajecten weer van de wegen die ter studie liggen en moeten worden aangelegd. Het plan bepaalt de voorwaarden waaronder dit traject kan worden gewijzigd; - de aan te leggen trajecten van het openbaar vervoer : deze superposities bepalen de trajecten van het openbaar vervoer die ter studie liggen en moeten worden aangelegd. Het plan bepaalt de voorwaarden waaronder dit traject kan worden gewijzigd. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Opheffingsbepaling
Art. 12.Dit besluit heft het Koninklijk Besluit op van 28 december 1972 betreffende de uitwerking van de ontwerpen van gewestplan en van de gewestplannen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Uitwerking
Art. 13.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 16 juli 1998.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en Minister van Plaatselijke Besturen, Tewerkstelling, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, CH. PICQUE. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN.