Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 maart 1998
gepubliceerd op 21 mei 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 betreffende het begeleidingscomité

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031220
pub.
21/05/1998
prom.
26/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/26/1998031220/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 betreffende het begeleidingscomité


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw, inzonderheid op de artikelen 58bis, B en 111, E ingevoegd door de ordonnantie van 5 juni 1997;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 betreffende het begeleidingscomité;

Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad van 6 november 1997, over de adviesaanvraag binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 27 januari 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op het voorstel van de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening en de Minister van Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 3 juni 1993 betreffende het begeleidingscomité worden de woorden « in artikel 11, § 1, lid 2, van de ordonnantie van 30 juli 1992 betreffende de voorafgaande effectenbeoordeling van bepaalde projecten in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest » vervangen door de woorden « in de artikelen 58bis, B en 111, E van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw en in artikel 22 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen ».

Art. 2.Artikel 3 van voormeld besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 3.Het voorzitterschap van het begeleidingscomité wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van de dienst Stedenbouw van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting voor effectenstudies : 1° betreffende een project in verband met het bijzonder bestemminsplan vermeld in bijlage A, 2° van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw;2° betreffende een project in verband met het bijzonder bestemmingsplan dat de verwezenlijking mogelijk maakt van projecten die in bijlage A, 1° bij dezelfde ordonnantie of in bijlage bij de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen staan vermeld;3° betreffende een aanvraag om een stedenbouwkundig attest of stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot een project vermeld in bijlage A, 1° zoals hierboven vermeld;4° uitgevoerd met toepassing van artikel 58bis, A, leden 6 en 8 en van artikel 111, V van de voornoemde ordonnantie van 29 augustus 1991. Het voorzitterschap van het begeleidingscomité wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van het Brussels Instituut voor Milieubeheer voor effectenstudies betreffende een aanvraag om een milieuattest of milieuvergunning met betrekking tot een inrichting van klasse 1A overeenkomstig de artikelen 18 en volgende van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen alsook met betrekking tot een inrichting van klasse 1B met toepassing van artikel 42 van voormelde ordonnantie.

Bij gemengde projecten in de zin van artikel 108, § 2 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw en van artikel 3, 6° van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt het voorzitterschap gezamenlijk waargenomen door de vertegenwoordiger van de dienst Stedenbouw van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting en door de vertegenwoordiger van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

Ingeval de persoon die krachtens de voorgaande leden is aangesteld om het voorzitterschap van het begeleidingscomité waar te nemen, onder een van de gevallen bedoeld bij artikel 2 valt, dan wordt een voorzitter door de leden van het begeleidingscomité behoudens desbetreffende persoon binnen hun schoot aangewezen. »

Art. 3.Artikel 8 van voormeld besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 8.De dienst Stedenbouw van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting houdt een register bij van de notulen van de vergaderingen van de begeleidingscomités die deze Dienst voorzit, alsook van de besluiten ervan.

Het Brussels Instituut voor Milieubeheer doet hetzelfde voor de vergaderingen van de begeleidingscomités waarvoor het als voorzitter optreedt. »

Art. 4.De Minister tot wiens bevoegdheden Ruimtelijke Ordening en Huisvesting behoren en de Minister tot wiens bevoegdheid Leefmilieu behoort, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 maart 1998.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, H. HASQUIN De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^