gepubliceerd op 27 augustus 1997
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 18 juli 1996 tot vaststelling van de regels die van toepassing zijn voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten in het raam van het mobiliteitscontract
17 JULI 1997. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 18 juli 1996 tot vaststelling van de regels die van toepassing zijn voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten in het raam van het mobiliteitscontract
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het artikel 39 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Instellingen van het Brussels Hoofdstelijk Gewest, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 1995 tot verdeling van de bevoegdheden van de Ministers;
Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het beheerscontract van 23 mei 1996 tussen het Gewest en de M.I.V.B.;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op het artikel 3, 1;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 1996 tot vaststelling van de regels die van toepassing zijn voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten in het raam van het mobiliteitscontract;
Overwegende dat de formule in artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 1996 geen indexatie voorziet;
Overwegende dat uit de ervaring naar aanleiding van de eerste mobiliteitscontracten blijkt dat de gemeenten over voldoende en gemotiveerd personeel dienen te beschikken om de opdrachten voorzien in het contract te kunnen uitvoeren;
Overwegende dat de gemeenten niet over voldoende middelen beschikken om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de toename van het volume van de verplaatsingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat de reissnelheid van het bovengrondse openbaar vervoer van de M.I.V.B. langzaam afneemt;
Overwegende dat de terbeschikkingstelling van financiële middelen aan de gemeenten in het raam van het mobiliteitscontract derhalve dient te worden verdergezet en opgevoerd, Besluit :
Artikel 1.Het artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 1996 wordt gewijzigd zoals aangeduid in de volgende paragraaf.
De jaarlijkse maximum-toelage (Smax) wordt berekend volgens de volgende formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld met n1 = totaal aantal kruispunten waar voorrang geldt zonder bovengronds openbaar vervoer;
M1,i = aantal minuten dagelijks toezicht op het kruispunt i; n2 = totaal aantal kruispunten waar voorrang geldt met bovengronds openbaar vervoer;
M2,j = aantal minuten dagelijks toezicht op het kruispunt j; n3 = aantal voorrangswegen;
L = lengte van het wegennet k (in km);
M3,k = aantal minuten dagelijks toezicht op het wegennet;
M H 300 minuten.
Art. 2.De jaarlijkse maximum-toelage berekend in artikel 1 wordt geïndexeerd volgens de gezondheidsindex.
De basisindex is de gezondheidsindex van de maand juli 1996.
De index die in aanmerking dient te komen voor de berekening van de toelage is de gezondheidsindex van de maand die voorafgaat aan de datum van de beraadslaging van de gemeenteraad die de aanvraag tot toelage goedkeurt.
Art. 3.Onderhavig besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad bekend wordt gemaakt.
Brussel, 17 juli 1997.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN