BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft: Afwijking op de artikelen 27 § 1, 7° en 10° en 68 § 1, 1°, 3°, 4°, 5° en 6° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna `de ordonnantie') om zieke, gewonde of bedreigde beschermde soorten te vangen en te vervoeren naar het dichtstbijzijnde erkende revalidatiecentrum dat in staat is om voor het dier te zorgen;

AANHEF : Overwegende de aanvraag van 11 december 2020 waarbij Wildlife Intervention Team Vlaams-Brabant (hierna `WIT'), waarvan de hoofdzetel gelegen is in de Pieter Schoonstraat 68, 1830 Machelen en dat vertegenwoordigd wordt door dhr. Patrick Kix, een afwijking vraagt om zieke, gewonde of bedreigde beschermde soorten te vangen en te vervoeren naar het dichtstbijzijnde erkende revalidatiecentrum dat in staat is om voor het dier te zorgen;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna "de ordonnantie" genoemd), meer in het bijzonder haar artikelen 27 § 1, 7°, 10°, 68 § 1, 1°, 3°, 4°, 5°, 6°, 83, § 1 en 84;

Gelet op het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 13 januari 2021 met inachtneming van bijzondere voorwaarden;

Overwegende dat de gevangen beschermde dieren rechtstreeks naar het dichtstbijzijnde erkende revalidatiecentrum dat in staat is om voor het dier te zorgen zullen worden vervoerd;

Overwegende dat in de huidige situatie er geen andere toereikende oplossing bestaat om deze doelen te bereiken;

Overwegende dat deze aanvraag voor een afwijking op de verbodsbepalingen beoogd in artikel 68, § 1, 1°, 2° en 3° werd ingediend in het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de beschermde soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied;

BESLISSING : Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: Artikel 27, § 1, 7° van de ordonnantie: de wilde diersoorten opzettelijk te verstoren, met name tijdens de voortplantingsperiode, periode van afhankelijkheid van de jongen, de overwinterings- en trekperiode, om ze te vangen en te doden, om de eieren weg te nemen of te vernietigen, om hun nesten, voortplantings-, rust- en schuilplaatsen te vernietigen of te verstoren;

Artikel 27, § 1, 10° van de ordonnantie: afwijken van de wegen en paden geopend voor het publiek;

Artikel 68, § 1, 1° van de ordonnantie: specimens van de betrokken soorten vangen of proberen te vangen;

Artikel 68 § 1, 3° van de ordonnantie: ze te vervoeren;

Artikel 68, § 1, 4° van de ordonnantie: hun eieren in de natuur te rapen en ze in bezit te hebben;

Artikel 68, § 1, 5° van de ordonnantie: opzettelijk of doelbewust de vossenholen vernietigen buiten de voortplantingsperiode;

Artikel 68, § 1, 6° van de ordonnantie: ze opzettelijk of doelbewust te verstoren, vooral tijdens de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- en trekperiode.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Deze beslissing wordt toegekend aan dhr. Patrick Kix voor WIT. Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar. Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

VOORWAARDEN : Betrokken dier- en/of plantensoort(en): alle beschermde soorten .

Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan: van 17 februari 2021 tot 16 februari 2022.

Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend: het volledig Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gebruikte middelen, installaties en methodes: het materiaal voor de vangst en het vervoer dat in de afwijkingsaanvraag wordt gespecificeerd.

Bijzondere voorwaarden: De gevangen dieren zullen rechtstreeks naar het dichtstbijzijnde erkende revalidatiecentrum dat in staat is om voor het dier te zorgen worden vervoerd.

De aanvrager moet Leefmilieu Brussel een gedetailleerd verslag bezorgen binnen de 3 maanden na afloop van de periode die door de afwijking wordt gedekt. Dit verslag zal minstens de volgende punten bevatten: o het aantal dieren dat in het Brussels Gewest werd gevangen, per soort, per datum en per site; o de rechtvaardiging van de keuze van het revalidatiecentrum waarnaar elk gevangen dier in het Brussels Gewest werd vervoerd; o de datum en de plaats waar elk dier dat in het Brussels Gewest werd gevangen werd vrijgelaten; o de datum en de plaats waar elk dier dat niet in het Brussels Gewest werd gevangen er eventueel werd vrijgelaten; o het aantal dieren dat in het Brussels Gewest werd vervoerd en dat er niet werd gevangen, per soort, per datum, per plaats van vangst en per bestemming.

Voorwaarden om een eventueel risico te beperken: / Instantie die bevoegd is om te verklaren dat aan de vereiste voorwaarden werd voldaan: / Leefmilieu Brussel CONTROLE : Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking.

BEROEP : Bij betwisting van deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, C.C.N. - Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 89, § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.

Opgemaakt in Brussel, 3 maart 2021.

Barbara DEWULF Adjunct-Directrice-generaal Frédéric FONTAINE Directeur-generaal