Etaamb.openjustice.be
Beschikking
gepubliceerd op 03 juni 2016

Afwijking op de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft : Afwijking van artikel 68, § 1, 1° en 2° en van artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud AANHEF : Overwegende de aanvraag van 8 maart 2016 waarbij de heer Didier Vangeluwe een afwijking(...)

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031388
pub.
03/06/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


Afwijking op de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft : Afwijking van artikel 68, § 1, 1° en 2° en van artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna « de ordonnantie » genoemd) m.b.t. het vangen en houden van in het wild levende beschermde vogelsoorten om ze te ringen op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het gebruik van verboden vangstmiddelen.

AANHEF : Overwegende de aanvraag van 8 maart 2016 waarbij de heer Didier Vangeluwe een afwijking vraagt in naam van de erkende medewerkers-ringers van het Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Operationele Directie Natuurlijk Milieu, BeBirds - Belgisch Ringwerk, Vautierstraat 29, 1000 Brussel, om in het wild levende beschermde vogelsoorten te vangen en te houden in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud en verboden vangstmiddelen te gebruiken, a) in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid en de veiligheid van het luchtverkeer;b) in het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten;c) ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs;d) om het vangen of het houden van een beperkt aantal door de bevoegde autoriteiten aangewezen specimens mogelijk te maken; voor de volgende personen : - BULTEAU Vincent - ADRIAENSEN Frank - CARELS Charles - DALL'ASTA Alexis - DE BOE Jan - DE SATGE Jacques - DEGREEF Michel - FURU BAARDSEN Lisa - GAILLY Philippe - LECLERCQ Laurent - NINANNE Mario - PAESSENS Willy - PHILTJENS Sophie - PIERRARD Nicolas - PONCIN Olivier - ROGGEMAN Walter - ROOSELAER Edwin - VAN BOCHAUTE Hugo - VAN HASSEL Edwig - VANDE WALLE Aurel - VANDEN WYNGAERT Luc - VANGELUWE Didier Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, meer in het bijzonder haar artikelen 68, § 1,1° en 2°, 83, § 1, 84, 85 en 88, § 1, 1° ;

Gelet op het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 25 maart 2016;

Overwegende de aanvraag tot afwijking voor alle in het wild levende beschermde vogelsoorten op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de afwijking zal toelaten de wilde vogelpopulaties te volgen, en in het bijzonder de verplaatsingen, op basis van het individueel merken van de specimens in het kader van een programma dat op Europees niveau wordt gevoerd (sinds 1927 georganiseerd in België);

Overwegende dat het individueel merken het mogelijk zal maken te beschikken over informatie betreffende de dynamiek van de populaties, de verplaatsingen en de migratiewijzen (met inbegrip van de evolutie van deze gedragingen in functie van de evolutie van de omgeving, de weersomstandigheden en het klimaat);

Overwegende dat dit initiatief ook zal toelaten toezicht uit te oefenen op opkomende virussen, zoals het griepvirus, het West Nile-, Newcastle- en Usutuvirus;

Overwegende dat de medewerkers-ringers voor wie deze afwijking wordt aangevraagd gediplomeerd zijn en allen minstens 2 jaar stage hebben gelopen onder toezicht van een ervaren medewerker, gevolgd door een examen;

Overwegende dat de vangmethode toelaat het storen van de specimens zoveel mogelijk te beperken en dat hun manipulatie en het ringen verlopen volgens een strikte procedure die opgesteld werd door het Belgisch Ringwerk;

Overwegende dat het houden wordt beperkt tot de tijd die nodig is voor het ringen, aangezien de vogel onmiddellijk wordt vrijgelaten;

Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat om deze doelen te bereiken;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijk verspreidingsgebied, dat de integriteit van de Natura 2000-gebieden niet dreigt te worden aangetast door de nagestreefde doelstellingen en de gebruikte methoden;

Overwegende dat deze aanvraag tot afwijking van de verbodsbepalingen van artikelen 68, § 1, 1° en 2° en 88, § 1, 1° wordt ingediend om redenen van gezondheid, het belang van de bescherming van wilde dier- en plantensoorten; het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs en ze toelaat een beperkt aantal door de bevoegde autoriteiten aangewezen specimens voor de nagestreefde doelstellingen te vangen of te houden;

Overwegende dat de aanvrager Leefmilieu Brussel-BIM op 8 maart 2016 het verslag over de uitvoering volgens de omschreven periodiciteit heeft bezorgd.

BESLISSING : Leefmilieu Brussel-BIM kent de volgende afwijkingen toe, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen : a) de in het wild levende beschermde vogelsoorten vangen;b) de in het wild levende beschermde vogelsoorten houden gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het ringen;c) de volgende vangstmiddelen gebruiken : - Japanse netten; - Fuiken; - Slagnetten, tentnetten, kapelnetten; - Slagkooien en andere automatische kooien; - Automatische en manueel bediende slagnetjes (klem) - Matoles (vallen); - Bal-chatri; - Schepnetten; - Netten die door een kanon afgeschoten worden (met eender welke voortstuwingsmethode : kruit, springveren, perslucht).

Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.

Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

VOORWAARDEN : Betrokken dier en/of plantensoort(en) : alle in het wild levende beschermde vogelsoorten.

Aantal specimens waarvoor de afwijking wordt toegestaan : geen beperking van het aantal.

Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan : van 1/02/2016 tot 1/01/2017.

Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend : heel het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Toegelaten middelen, installaties en methodes : de vangst, het manipuleren en het ringen van de vogels is strikt gebonden aan de ad-hocprocedure van het Belgisch Ringwerk.

De ringer is verantwoordelijk voor het manipuleren van de gevangen vogels. Hij moet alle nodige maatregelen te treffen om het ringen perfect georganiseerd en vlot te laten verlopen om aldus de veiligheid van de vogels te garanderen.

Het manipuleren van vogels mag niet langer duren dan nodig en dient in een geordende volgorde te gebeuren. De vogels moeten zo snel mogelijk in de natuur worden vrijgelaten.

Toegestane methodes voor vangen/doden : - Japanse netten; - Fuiken; - Slagnetten, tentnetten, kapelnetten; - Slagkooien en andere automatische kooien; - Automatische en manueel bediende slagnetjes (klem); - Matoles (vallen); - Bal-chatri; - Schepnetten; - Netten die door een kanon afgeschoten worden (met eender welke voortstuwingsmethode : kruit, springveren, perslucht) binnen de grenzen van de procedure die door het Belgisch Ringwerk is opgesteld.

Bestemming van de betrokken gevangen dieren of hun stoffelijk overschot : de gevangen dieren worden onmiddellijk na het ringen vrijgelaten, de gevoeligste en zwakste exemplaren eerst.

Bijzondere voorwaarden : de medewerkers-ringers die in deze beslissing worden vermeld, moeten de toegekende afwijkingen altijd bij zich hebben voor het geval ze worden gecontroleerd.

In afwachting dat ze geringd worden, mogen vogels niet in zakken of bakken bewaard worden waarvan het grootste gedeelte uit plastiek bestaat. Uitzondering wordt gemaakt voor pluimveemanden. De zakken of bakken waarin vogels in afwachting van het ringen gehouden worden, moeten voldoende groot, droog en proper zijn en moeten voldoende luchtdoorlatend zijn.

Het aantal individuen per zak of bak moet zorgvuldig bekeken worden zodat de vogels voldoende verluchting hebben en niet opwarmen.

Zakken en bakken waarin vogels gehouden worden, moeten tegen zonnestralen en regen beschermd worden.

De zakken waarin vogels gehouden worden, moeten altijd opgehangen worden en mogen niet tegen elkaar geplaatst worden. Vermijd om vogels van verschillende grootte en soort bijeen in zakken of bakken te plaatsen.

Als veel vogels tegelijk worden gevangen, is het essentieel om een duidelijk systeem aan te houden zodat prioritair de gevoelige soorten en zwakste exemplaren geringd en losgelaten worden.

Wanneer nestjongen van nestblijvers uit het nest worden gehaald om geringd te worden, mogen ze niet vrij op de grond worden gelegd.

Ze dienen, indien nodig, samengehouden te worden in een zak of bak.

Om te wegen moeten de vogels in een zakje of houder geplaatst worden.

Dit wordt op de weegschaal geplaatst of vastgemaakt aan de haak van de balans. Vogels mogen nooit gewogen worden door ze met de ring aan het weegtoestel te hangen.

Het fotograferen van vogels in de hand kan noodzakelijk zijn als bewijs of als educatiemateriaal. Dit kan echter geen reden zijn om een vogel veel langer vast te houden dan normaal. De foto's dienen in één ringsessie gemaakt te worden waarna de vogel onmiddellijk losgelaten wordt.

Om geringd te worden, worden vogels niet verder verplaatst dan nodig om de rust van de site niet te verstoren. Ze moeten altijd op de ringplaats losgelaten worden.

Het ringen met publiek in een geplande actie moet altijd gebeuren in de aanwezigheid van minstens 2 ringers.

Dit met uitzondering van het ringen van pulli van zangvogels of nachtroofvogels. In deze laatste gevallen is de aanwezigheid van één enkele ringer voldoende.

Vogels worden nooit in de handen van personen gelaten die voor het eerst ringactiviteiten bijwonen.

Voorwaarden om een eventueel risico te beperken : alle voorzorgen moeten worden getroffen om het verstoren van de specimen zoveel mogelijk te beperken.

Bijkomende beperkingen van toepassing op de gebruikte middelen, installaties en methoden : Het ringen mag de fysieke integriteit van de gevangen exemplaren niet aantasten en geen risico vormen voor de ringer of leden van het publiek. De toegelaten middelen moeten worden gebruikt volgens de regels van de kunst. De installatiesite, de weersomstandigheden, de frequentie van het bezoek moeten perfect aangepast zijn. Indien een ringer een vangstmiddel wil gebruiken dat niet in de lijst is opgenomen, moet hij het Belgisch Ringwerk raadplegen, dat indien nodig een verzoek tot afwijking zal indienen om een eventueel verboden vangstmiddel te gebruiken.

Instantie die bevoegd is om te verklaren dat aan de vereiste voorwaarden werd voldaan : Leefmilieu Brussel - BIM. CONTROLE : Leefmilieu Brussel - BIM is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking. Dit verslag bevat minstens de datum van de vangst, de naam van de ringer en een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de omgeving (Lambertcoördinaten 1972), de betrokken soort en de hoeveelheid.

BEROEP : In geval dat u niet akkoord gaat met deze beslissing, kan een beroep ingesteld worden bij het Milieucollege, C.C.N. - Vooruitgangstraat, 80/1 te 1035 Brussel, conform artikel 89, § 1ier van de Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. U beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de notificatie om per aangetekende brief een beroep in te dienen.

Brussel, 18 april 2016.

Machteld GRYSEELS, Frédéric FONTAINE Adjunct-Directrice-generaal ad interim. Directeur-generaal.

^