gepubliceerd op 06 november 2020
Ordonnantie houdende diverse maatregelen met betrekking tot de belasting op de inrichtingen van toeristisch logies op grond van de gezondheidscrisis van de COVID-19
29 OKTOBER 2020. - Ordonnantie houdende diverse maatregelen met betrekking tot de belasting op de inrichtingen van toeristisch logies op grond van de gezondheidscrisis van de COVID-19
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.De belasting bedoeld in artikel 3 van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies, is niet verschuldigd voor de bezetting van eenheden van logies door toeristen gedurende de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 3.De verplichting om over te gaan tot de kennisgeving bedoeld in artikel 6 van dezelfde ordonnantie wordt opgeschort gedurende de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 4.De ambtenaren bedoeld in artikel 7 van dezelfde ordonnantie gaan niet over tot de rechtzetting van de aangiften, zoals bedoeld in artikel 8 van de voornoemde ordonnantie, die werden ingediend voor de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 5.De ambtenaren bedoeld in artikel 7 van dezelfde ordonnantie gaan niet over tot de ambtshalve heffing, zoals bedoeld in artikel 9 van de voornoemde ordonnantie, voor de bezetting van eenheden van logies door toeristen gedurende de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 6.De ambtenaren bedoeld in artikel 7 van dezelfde ordonnantie stellen geen vraag om voorafbetaling ter beschikking, zoals bedoeld in artikel 10, § 1 van de voornoemde ordonnantie, gebaseerd op de gegevens vervat in de maandelijkse aangiften ingediend voor de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 7.De betaling bedoeld in artikel 10, § 2 van dezelfde ordonnantie moet niet gebeuren gedurende de periode van 1 juli 2020 tot 31 december 2020.
Art. 8.In afwijking van artikel 14 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is geen intrest verschuldigd op de bedragen die worden terugbetaald bij toepassing van deze ordonnantie.
Art. 9.Deze ordonnantie heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2020.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 29 oktober 2020.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en de Promotie van Meertaligheid S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Gewone zitting 2019-2020 Documenten van het Parlement : A-216/1 Ontwerp van ordonnantie.
Gewone zitting 2020-2021.
A-216/2 Verslag.
Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 16 oktober 2020.