gepubliceerd op 25 januari 2022
Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2022
24 DECEMBER 2021. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2022
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor het begrotingsjaar 2022 : § 1. Worden de algemene ontvangsten geraamd op : 6.189.136.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. § 2. Worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 411.149.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel.
Hetzij samen : 6.600.285.000 euro.
Bijlage I bevat de tabel met de ontvangsten voor rekening van derden (fiscaliteit).
Art. 3.De op 31 december 2021 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2022 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen.
Art. 4.De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2022 door leningen te dekken, met inbegrip van de hernieuwing van reeds bestaande leningen en (her)consolideringen.
Deze machtiging houdt met name de mogelijkheid in om via leningen de financieringen te dekken, toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de entiteiten die de mogelijkheid hebben om schulden aan te gaan bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het kader van de begroting 2022.
Deze toestemming omvat ook de mogelijkheid leningen aan te gaan om de aankoop te financieren van titels (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten in het kader van het thesaurieprogramma van het Gewest.
Nieuwe leningen kunnen ook aangegaan worden voor de consolidatie van schulden op korte termijn of schulden die tijdens het jaar vervallen.
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd om elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren, met inbegrip van de verrichtingen die na het begrotingsjaar 2022 van start kunnen gaan.
Art. 6.De Regering wordt gemachtigd om de vervroegde terugbetaling van leningen en afgeleide producten, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten en de overeenkomsten voor de afgeleide producten, net zoals de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.
Art. 7.De Regering wordt gemachtigd om rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen als bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.
Art. 8.In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van de ontvangsten niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.
De plaatsvervangende centraliserende rekenplichtige van de ontvangsten, de rekenplichtige van de geschillen en de rekenplichtige van de liggende gelden worden niet verplicht gekozen uit de ambtenaren van niveau A onderworpen aan het statuut.
In afwijking van artikel 69, § 1, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige ontvangstverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen budgettaire weerslag hebben en de door Brussel Financiën en Begroting vastgestelde procedures eerbiedigen. De gedelegeerde ordonnateur voor bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur.
Art. 9.§ 1. In afwijking van artikel 13, § 2, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, krijgt de in artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid op eenvoudige aanvraag onbeperkt toegang tot alle informatie, documenten en materiële of immateriële goederen, met inachtneming van de wettelijke of reglementaire verbodsbepalingen. Zij kan elk personeelslid om de informatie vragen die zij nodig acht voor het vervullen van haar opdrachten. § 2. In afwijking van artikel 13, § 4, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, zijn de werkzaamheden geprogrammeerd op jaarbasis of tweejaarlijkse basis. Iedere periode legt de in artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid, vóór 31 december, het analyseprogramma voor de volgende periode ter goedkeuring neer bij de Inspecteur van Financiën en/of de Regeringscommissarissen, voor de autonome bestuursinstellingen die daarover beschikken. § 3. In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, worden de controleresultaten voorgesteld in een ontwerp-controleverslag dat wordt meegedeeld aan de gecontroleerde eenheid. § 4. In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, bevat het ontwerp van controleverslag de opmerkingen, de vaststellingen en de conclusies over de controledoelstellingen alsook de aanbevelingen. Dit wordt overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit in het kader van een tegensprekelijke procedure waarvan de modaliteiten en duurtijd door de in artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid zullen worden meegedeeld. Op het einde van die procedure, wordt het definitieve controleverslag opgesteld en, in voorkomend geval, aangevuld met een voortgangsverslag over de vroegere aanbevelingen. § 5. In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, derde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het definitieve controleverslag meegedeeld aan de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit, aan de Inspecteur van Financiën of de Regeringscommissarissen, aan de Minister van Financiën en aan de functioneel bevoegde Minister. § 6. In afwijking van artikel 13, § 4, 3°, vierde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, spreekt de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit zich uit over de opvolging die moet worden gegeven aan de aanbevelingen en deelt dit mee aan de in artikel 12, § 2, van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid.
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 14, § 5, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, bevat het ontwerp van controleverslag de opmerkingen, de vaststellingen en de conclusies over de controledoelstellingen alsook de aanbevelingen. Dit wordt overgemaakt aan de gecontroleerde entiteit in het kader van een tegensprekelijke procedure waarvan de modaliteiten en duurtijd door de in artikel 12, § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid zullen worden meegedeeld. Op het einde van die procedure, wordt het definitieve controleverslag opgesteld en, in voorkomend geval, aangevuld met een voortgangsverslag over de vroegere aanbevelingen. § 2. In afwijking van artikel 14, § 5, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, wordt het definitieve controleverslag meegedeeld aan de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit, aan de Inspecteur van Financiën, aan de Minister van Financiën en aan de functioneel bevoegde Minister. § 3. In afwijking van artikel 14, § 5, derde lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007031481 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer sluiten met betrekking tot de interne controle, en inzonderheid de vakgebonden interne controle, de boekhoudkundige controle en de controle van het goede financiële beheer, spreekt de ambtenaar-generaal van de gecontroleerde entiteit zich uit over de opvolging die moet worden gegeven aan de aanbevelingen en deelt dit mee aan de in artikel 12 § 2 van voormeld besluit bedoelde administratieve eenheid.
Art. 11.In afwijking van artikel 46, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, worden de ambtenaren die deel maken van het toezichtsorgaan niet verplicht onderworpen aan het statuut.
Art. 12.In het kader van de financiering van aankoopverrichtingen met betrekking tot obligatie-uitgiftes (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten via het obligatieprogramma van het Gewest, wordt er een specifieke afdeling opgericht binnen het Fonds voor het beheer van de gewestschuld (BFB 12).
Deze afdeling heeft als doel de stromen van de externe financieringsverrichtingen in overeenstemming te brengen met de aankoopverrichtingen met betrekking tot de uitgiftes van de entiteiten die ze spiegelen.
Het eventuele saldo van de afdeling zal uitsluitend dienen voor het dekken van de operationele tekorten binnen de afdeling.
Art. 13.In afwijking van artikel 23 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, wordt negentig procent van de totale opbrengst van de geldboeten in het « Fonds openbaar beheersrecht » (BFB16 - BA 02.310.06.08.38.50) gestort, dat opgericht werd door de ordonnantie van 20 juli 2006 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen. Tien procent van de totale opbrengst van de geldboeten wordt toegewezen aan de algemene middelen (BA 02.310.03.04.38.50) van de Middelenbegroting.
Van voormelde negentig procent wordt een bedrag, dat overeenstemt met vijfentachtig procent van de totale opbrengst van de geldboeten, doorgestort aan de gemeente op wier grondgebied het leegstaand goed zich bevindt, voor zover ze uitdrukkelijk de onbewoonde woningen geweerd heeft uit het toepassingsgebied van haar belastingreglement betreffende de verlaten, onbewoonde of onafgewerkte woningen. De gemeente wendt de opbrengst aan voor de werkingskosten in het kader van de ontwikkeling van haar huisvestingsbeleid.
Van voormelde negentig procent blijft een bedrag, dat overeenstemt met vijf procent van de totale opbrengst van de geldboeten, in het voormelde Fonds, om aangewend te worden, in voorkomend geval, voor de voorziene uitgaven van het Fonds.
Art. 14.Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit - BFB14 », opgericht door artikel 16, § 1, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, gewijzigd door artikel 11, § 1, van de ordonnantie van 11 juli 2013, is een organiek begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.
Art. 15.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit de verkoop van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen subsidies in verband met stedenbouw en planning eveneens toegewezen aan het « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer - BFB 05 ».
Art. 16.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de ontvangsten uit terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), eveneens toegewezen aan het « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer - BFB 05 ».
Art. 17.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de terugbetalingen door de gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor stadsvernieuwing eveneens toegewezen aan het « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer - BFB 05 ».
Art. 18.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden het bedrag van de administratieve dadingen en elk ander bedrag dat het Gewest int naar aanleiding van beslissingen van hoven en rechtbanken ten laste van overtreders van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, evenals het bedrag van administratieve boetes opgelegd aan overtreders wegens de misdrijven opgesomd in artikel 300 van voornoemd Wetboek, op grond van een beslissing genomen vóór 1 januari 2016, eveneens toegewezen aan het « Fonds voor stedenbouw en grondbeheer - BFB 05 ».
Art. 19.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, vierde streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het « Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw - BFB 06 » : « Alle andere inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten ».
Art. 20.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van « Fost Plus » tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het « Fonds voor de bescherming van het milieu - BFB 09 ».
Art. 21.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 12°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de « fees » die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de instanties die financiële operaties wensen aan te gaan waarvoor ze de gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het « Fonds voor het beheer van de gewestschuld - BFB 12 ».
De waarborgfees worden binnen het Fonds voor het beheer van de gewestschuld opgenomen in een afzonderlijk compartiment.
Art. 22.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese of internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider of partner eveneens toegewezen aan het « Fonds van het onroerend erfgoed - BFB 15 ».
Art. 23.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 14°, derde streepje, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het « Fonds openbaar beheersrecht - BFB 16 » : « Alle andere inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten ».
Art. 24.In het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012204202 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, en van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen sluiten houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, heeft de FOD Binnenlandse Zaken een tegemoetkoming voor taalpremies rechtstreeks aan bepaalde Brusselse instellingen gestort.
De betrokken instellingen betalen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het niet-gebruikte deel van de subsidie terug, rekening houdend met het door de Regering vastgestelde bedrag.
Art. 25.Alle ordonnateurs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gemachtigd om hun elektronische handtekening aan te wenden.
Art. 26.In aanvulling op artikel 45 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, moet de bijlage, die de beheersrekening van de rekenplichtigen vormt, worden ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Dit artikel heeft geen betrekking op het kasverslag en het overdrachtsverslag.
Art. 27.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2022.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 24 december 2021.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2021-2022 A-451/1 Ontwerp van ordonnantie A-451/2 Verslag (verwijzing) Integraal verslag : Bespreking : vergadering van donderdag 23 december 2021 Aanneming : vergadering van vrijdag 24 december 2021
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld