Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 21 maart 2018
gepubliceerd op 27 maart 2018

Ordonnantie betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de diensten van de OCMW's

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2018030699
pub.
27/03/2018
prom.
21/03/2018
ELI
eli/ordonnantie/2018/03/21/2018030699/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


21 MAART 2018. - Ordonnantie betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de diensten van de OCMW's (1)


De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.De Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn nemen minstens één persoon met een handicap halftijds in dienst per schijf van twintig voltijdsequivalenten in de personeelsformatie.

Art. 3.Onder « erkenningsorgaan » worden de volgende zes instellingen verstaan : 1° de directie-generaal Personen met een Handicap van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid;2° de « Service bruxellois francophone des personnes handicapées » van de Franse Gemeenschapscommissie, de « Service Phare » genoemd;3° het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;4° het « Agence pour une Vie de Qualité », afgekort « AViQ »;5° de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor Personen met een Handicap (Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung);6° de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB).In dat geval wordt de erkenning beperkt tot de personen die « Bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen » (BOTM) genieten welke door de VDAB worden toegekend voor werknemers met een handicap.

Art. 4.De kandidaten die op het moment van de aanwerving aan minstens één van de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een betrekking van het quotum dat voorbehouden is voor personen met een handicap : 1° geregistreerd zijn bij een van de erkenningsorganen bedoeld bij artikel 3 of het voorwerp zijn geweest van een beslissing tot bijstand vanwege een van die instellingen en aan een van die instellingen elke door de federale overheid of een gemeenschapsoverheid getroffen beslissing hebben meegedeeld over de maatregelen op het gebied van bijstand of maatschappelijke of professionele integratie;2° het slachtoffer zijn geweest van een arbeidsongeval en een attest bezorgen dat is afgegeven door het federaal Agentschap voor beroepsrisico's (Fedris) of de Sociaal-Medische Rijksdienst en waaruit een arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % blijkt;3° het slachtoffer zijn geweest van een beroepsziekte en een attest bezorgen dat is afgegeven door het federaal Agentschap voor beroepsrisico's (Fedris) of de Sociaal-Medische Rijksdienst en waaruit een arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % blijkt;4° het slachtoffer zijn geweest van een ongeval van gemeen recht en een afschrift bezorgen van het vonnis dat is afgegeven door de griffie van de rechtbank en waaruit een handicap of arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % blijkt;5° het slachtoffer zijn geweest van een thuisongeval en een afschrift bezorgen van de beslissing van de verzekeringsinstelling waaruit een blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % blijkt;6° een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietoelage genieten krachtens de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;7° in het bezit zijn van een diploma van het buitengewoon onderwijs;8° door het Bestuur van de Medische Expertise of door de interne of externe dienst waarbij de vorige werkgever was aangesloten, erkend zijn als definitief ongeschikt voor de uitoefening van zijn dagelijkse activiteiten, maar geschikt voor sommige functies zoals bepaald door het Bestuur van de Medische Expertise of de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (IDPB).

Art. 5.Het sluiten van overeenkomsten voor werken, leveringen en diensten met maatwerkbedrijven staat gelijk met de in artikel 2 vastgestelde tewerkstellingsplicht. Voor het berekenen van het aantal werknemers met een handicap, uitgedrukt in overeenstemmende voltijdsequivalenten, wordt de prijs voor de werken, leveringen en diensten gedeeld door de jaarvergoeding van een voltijds personeelslid met weddeschaal D4 van administratief medewerker en 10 jaar anciënniteit (100 % index 138.01).

De formule ziet er als volgt uit : mP(w,l,d)m/B(p) waarbij : P(w,l,d) de in de overeenkomst vastgestelde prijs is van de werken, leveringen en diensten;

B(p) de jaarlijkse bezoldiging is van een voltijds personeelslid met weddeschaal D4 en tien jaar anciënniteit (100 % index 138.01).

Indien de bij artikel 2 bedoelde tewerkstellingsplicht meer dan één voltijdsequivalent bedraagt, kunnen de openbare besturen daar voor de helft aan voldoen door overeenkomsten voor werken, leveringen en diensten te sluiten met maatwerkbedrijven.

Art. 6.Er wordt een jaarlijkse algemene evaluatie opgemaakt van de toepassing van de artikelen 2 en 5 van de ordonnantie, in een verslag dat wordt bezorgd aan de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De praktische regels voor de evaluatie worden vastgesteld door het Verenigd College.

Art. 7.Op basis van de evaluatie worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en van de gemeenteraad van de gemeente van het OCMW dat in gebreke blijft, en de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ingelicht over de schending van de bepalingen van deze ordonnantie.

Art. 8.Deze ordonnantie treedt in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 21 maart 2018.

Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, D. GOSUIN Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, P. SMET Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2016-2017. Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Voorstel van ordonnantie, B-74/1.

Gewone zitting 2017-2018.

Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. - Verslag, B-74/2. - Amendementen na verslag, B-74/3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 2 maart 2018.

^