gepubliceerd op 18 augustus 2023
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
20 JULI 2023. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet. HOOFDSTUK 1 - Wijzigingen van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag
Art. 2.In artikel 2, § 2, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, worden de woorden "op het tweetalige gebied" vervangen door de woorden "op het grondgebied van".
Art. 3.In artikel 3 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt: "2° Verstrekker: een natuurlijke of rechtspersoon die zorgprestaties, diensten of producten verstrekt in het kader van één of meerdere aangelegenheden vermeld in artikel 4, § 1, met uitzondering van de kinderbijslagfondsen en de verzekeringsinstellingen;"; b) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° Verzekeringsinstellingen: de Brusselse verzekeringsinstellingen zoals bedoeld in de ordonnantie van 21 december 2018;"; c) de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt: "5° Overeenkomst: akkoord, met inbegrip van de revalidatieovereenkomsten, goedgekeurd door de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, dat de verhoudingen tussen één of meerdere verstrekkers en de Dienst, tussen één of meerdere verstrekkers en de verzekeringsinstellingen, of tussen deze drie partijen onderling bepaalt;"; d) de bepaling onder 6° wordt opgeheven; e) er wordt een nieuw bepaling onder 6° /1 ingevoegd, luidende: "6° /1 Ordonnantie van 21 december 2018: de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen;"; f) de bepalingen onder 7° en 8° worden opgeheven.
Art. 4.Artikel 4 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 4 december 2020, wordt vervangen als volgt: "
Art. 4.§ 1. De Dienst oefent de opdrachten uit die hem door deze en andere ordonnanties, en door de uitvoeringsbesluiten hiervan, zijn toevertrouwd, volgens de regels en bijzondere voorwaarden vastgelegd door de in hoofdstuk III bedoelde beheersovereenkomst, in de volgende aangelegenheden: 1° het gezondheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 1°, en 3° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, met uitzondering van het ziekenhuisbeleid en het patiëntenvervoer;2° in het kader van het gezinsbeleid, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van dezelfde bijzondere wet, de thuishulp, de thuisoppas, en de kinderopvang;3° het beleid inzake personen met een handicap, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 4°, van dezelfde bijzondere wet;4° het bejaardenbeleid, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 5°, van dezelfde bijzondere wet;5° de gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, IV, van dezelfde bijzondere wet. § 2. Voor wat betreft de geestelijke gezondheidszorg, de eerstelijnsgezondheidszorg, en de preventieve gezondheidszorg, vraagt het Verenigd College het advies van de Dienst vooraleer maatregelen te nemen die een impact hebben op de opdrachtenbegroting van de Dienst. § 3. Onverminderd de vermelde uitzonderingen, neemt de Dienst in de aangelegenheden vermeld in paragraaf 1, alle nuttige initiatieven en kan het de operationele en logistieke taken vervullen die het nodig acht, met inbegrip van het optreden als aankoopcentrale. Daartoe oefent de Dienst de volgende opdrachten uit: 1° met betrekking tot de verstrekkers: a) de opmaak en de uitvoering van de bouwkalenders, evenals de financiering en de opvolging van de infrastructuur;b) de voorbereiding en de opvolging van de programmatie en van het prijsbeleid;c) de voorbereiding en de opvolging van de erkenningen, vergunningen en andere goedkeuringen;d) de inspectie- en controleopdrachten, het klachten- en geschillenbeheer, evenals het beheer van de administratieve sancties en boetes;e) het afsluiten van overeenkomsten;f) de ondersteuning en de financiering van de verstrekkers;2° met betrekking tot de Brusselse verzekeringsinstellingen en de kinderbijslagfondsen: de organisatie, de opdrachten, de erkenning, de financiering en de ondersteuning, evenals de controle op deze instellingen;3° de financiering van de individuele zorgverstrekkingen, van de diensten of producten verstrekt in het kader van één of meerdere aangelegenheden vermeld in paragraaf 1 en van de gezinsbijslag;4° de uitbetaling van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;5° het optreden als openbare operator voor de gezinsbijslag;6° in het kader van of ter voorbereiding op een gezondheidscrisis, optreden als inrichtende macht. In afwijking van het eerste lid, en van paragraaf 1, 1°, heeft de Dienst, inzake de geestelijke gezondheidszorg de opdracht om de individuele zorgverstrekkingen, zoals bedoeld in de ordonnantie van 21 december 2018, te financieren, en kan hij eveneens de zorginstellingen financieren, in het kader van de individuele zorgverstrekking. Een protocolakkoord tussen het Verenigd College en de Dienst kan de praktische afspraken van deze opdracht vastleggen.
In afwijking van het eerste lid, en van paragraaf 1, 1°, heeft de Dienst, inzake de eerstelijnsgezondheidszorg en de preventieve gezondheidszorg, de opdracht om de individuele zorgverstrekkingen te financieren, zoals bedoeld in de ordonnantie van 21 december 2018, en kan hij in dat kader overeenkomsten afsluiten. § 4. In afwijking van paragraaf 1, oefent de Dienst de volgende opdrachten uit binnen het geheel van de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren: 1° de coördinatie en uitvoering van de non-profitakkoorden;2° het beheer van de gebouwen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;3° in het kader van of ter voorbereiding op een gezondheidscrisis, de aanleg van een strategische stock van beschermend materiaal, en het beheer van de rotatie van deze stock. De Dienst kan alle activiteiten uitoefenen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de opdrachten vermeld in het eerste lid.
Het Verenigd College kan de nadere regels vastleggen van de uitoefening van de opdrachten vermeld in het eerste lid. § 5. De opvolging van de dossiers met betrekking tot de infrastructuren van de verstrekkers kan geheel of gedeeltelijk toevertrouwd worden aan de Diensten van het Verenigd College, die in dat kader optreden voor en op het initiatief van de Dienst. Een protocolakkoord tussen het Verenigd College en de Dienst legt, in voorkomend geval, de praktische afspraken van deze opdracht vast. § 6. De Dienst kan diensten, al dan niet tegen kostprijs, leveren ten gunste van de Diensten van het Verenigd College. Een protocolakkoord tussen het Verenigd College en de Dienst legt, in voorkomend geval, de praktische afspraken van deze opdracht vast. § 7. De Dienst en de Diensten van het Verenigd College kunnen gemeenschappelijke diensten oprichten, volgens de door het Verenigd College vastgelegde nadere regels. Bij de ontwikkeling van die gemeenschappelijke diensten moet de beheersautonomie van iedere entiteit gerespecteerd worden.".
Art. 5.Artikel 5bis van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/007 van 10 juni 2020 bekrachtigd bij de ordonnantie van 4 december 2020, wordt opgeheven.
Art. 6.In artikel 6, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de Franstalige tekst, worden de woorden "l'article 4" vervangen door de woorden "l'article 4, § 1er,";2° in de Nederlandstalige tekst, worden de woorden "in artikel 4 van de andere Belgische deelstaten" vervangen door de woorden "in artikel 4, § 1, van de andere Belgische deelentiteiten".
Art. 7.Artikel 7 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/010 van 12 juni 2020 bekrachtigd bij de ordonnantie van 4 december 2020, wordt vervangen als volgt: "
Art. 7.De Dienst kan alle contracten sluiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn opdrachten.".
Art. 8.In artikel 8 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de woorden "door deze ordonnantie" vervangen door de woorden "door deze en andere ordonnanties, en door de uitvoeringsbesluiten hiervan"; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met de zin: "De leden bedoeld in artikel 10, § 1, c), maken deel uit van deze afvaardiging als waarnemer."; 3° in de Franstalige tekst van paragraaf 3 en paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden "Comité de gestion général" vervangen door de woorden "Comité général de gestion".
Art. 9.Artikel 9 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnanties van 31 mei 2018 en 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 9.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel dient onder "leden" te worden verstaan, de vaste of plaatsvervangende leden voorgedragen door de belanghebbende organisaties, met uitsluiting van de vijf vertegenwoordigers van het Verenigd College, zoals bedoeld in artikel 10, § 1, e). § 2. Het beheer van de Dienst wordt verzekerd door drie organen: 1° het Algemeen Beheerscomité;2° de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen;3° de Beheerraad voor het Gezin. § 3. Elk van deze organen bestaat uit twee taalgroepen.
Twee derde van de vaste leden moet behoren tot dezelfde taalgroep als de grootste taalgroep in de Verenigde Vergadering, het overblijvende derde moet behoren tot de kleinste taalgroep van diezelfde Vergadering. Het aldus berekend aantal vaste leden van de grootste taalgroep wordt, in voorkomend geval, naar de hogere eenheid afgerond.
In geval van afronding, behoort het overblijvend aantal leden tot de kleinste taalgroep.
Elk orgaan mag uit niet meer dan twee derde vaste leden van hetzelfde geslacht bestaan. § 4. Het Verenigd College benoemt de voorzitter en de ondervoorzitter van elk orgaan. Zij behoren tot een verschillende taalgroep.
Zij moeten beantwoorden aan alle volgende voorwaarden: 1° gedomicilieerd zijn of een activiteit kunnen verantwoorden op het grondgebied van Brussel-Hoofdstad;2° onafhankelijk zijn van de organisaties die in het Algemeen Beheerscomité vertegenwoordigd zijn;3° hiërarchisch niet onder de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of een College van één van de gemeenschapscommissies vallen. § 5. Het Verenigd College stelt de vaste en plaatsvervangende leden van elk orgaan aan, in gelijk aantal, op dubbele lijsten voorgedragen door de belanghebbende organisaties. Bij de voordracht dienen de belanghebbende organisaties de praktische richtlijnen, opgesteld door de Dienst na te leven. § 6. Een vast lid kan zich laten vervangen door ieder plaatsvervangend lid, behorend tot dezelfde bank, volgens de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement van het betrokken orgaan. § 7. Voor de leden is het verboden om: 1° aanwezig te zijn op de beraadslaging en de stemming over aangelegenheden waarbij zij rechtstreeks, hetzij persoonlijk, hetzij als consultant zowel vóór als na hun aanstelling belang hebben of waarbij bloed- of aanverwanten persoonlijk en rechtstreeks belang hebben;2° rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan enige overheidsopdracht die met de Dienst werd gesloten;3° tegen de Dienst op te treden als consultant, notaris of advocaat. In diezelfde hoedanigheid mogen zij evenmin pleiten, adviezen verstrekken of instaan voor de opvolging van betwistingen in het belang van de Dienst.
Elk lid meldt uit eigen beweging aan het Algemeen Beheerscomité de mogelijke rechtstreekse of onrechtstreekse belangenconflicten die op hem betrekking hebben.
Het Verenigd College gaat over tot afzetting van het lid dat ingaat tegen de verbodsbepalingen van dit artikel.
Het Verenigd College beslist over de in het derde lid bedoelde afzetting na de betrokkene in diens verweermiddelen op tegenspraak te hebben gehoord. § 8. Het mandaat van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden duurt vijf jaar. Het is hernieuwbaar.
De in het eerste lid bedoelde mandaten nemen vroegtijdig een einde, in geval van vrijwillig ontslag, onbekwaamheid, of als niet langer is voldaan aan de voorwaarden van deze ordonnantie.
Indien een mandaat vroegtijdig een einde neemt, wordt zo snel mogelijk voorzien in de vervanging van, al naargelang, de voorzitter, de ondervoorzitter, of het lid.
Bij de voordracht met het oog op de vervanging van een lid, dienen de belanghebbende organisaties de praktische richtlijnen, opgesteld door de Dienst, na te leven.
In geval van vrijwillig ontslag van een vast lid, en in geval geen plaatsvervanger beschikbaar is, oefent het vast lid zijn mandaat verder uit tot in zijn vervanging is voorzien.
In geval van vrijwillig ontslag van zowel de voorzitter, als de ondervoorzitter, oefent de leidend ambtenaar het mandaat van waarnemend voorzitter uit, tot in hun vervanging is voorzien.
Als een voorzitter, ondervoorzitter, of lid wordt vervangen vóór het verstrijken van de normale einddatum van het betrokken mandaat, dient de nieuwe voorzitter, ondervoorzitter, of het nieuwe lid het mandaat uit van de voorzitter, ondervoorzitter, of het lid dat hij vervangt.
Op het einde van hun mandaat oefenen de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden dit verder uit tot er in hun vervanging wordt voorzien. § 9. Onverminderd artikel 10, § 2, derde lid, worden de beslissingen, adviezen of voorstellen van die organen, al naargelang, goedgekeurd met een absolute meerderheid van de stemmen die door de ter zake stemgerechtigde leden zijn uitgebracht. Onthoudingen worden niet meegeteld. § 10. Elk orgaan stelt zijn huishoudelijk reglement vast.
Het huishoudelijk reglement van elk orgaan bepaalt dat het maar geldig over een agendapunt kan beraadslagen indien minstens de helft van de leden van elke bank met stemrecht over dat punt aanwezig is.
Het huishoudelijk reglement van het Algemeen Beheerscomité wordt door het Verenigd College goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het voorziet in het bijzonder in de bepalingen bedoeld in artikel 13.
Het huishoudelijk reglement van elke Raad wordt door het Algemeen Beheerscomité goedgekeurd en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. § 11. Het Verenigd College bepaalt de vergoedingen die aan de voorzitter en de ondervoorzitter van elk van de organen, aan de leden, en aan de commissarissen bedoeld in artikel 39, § 1, worden toegekend.
Het Verenigd College kan de vergoedingen bepalen van, in voorkomend geval, de leden van de werkgroepen bedoeld in artikel 13, 3°, of van de leden van de expertencommissies, bedoeld in artikel 23/1.
De vergoedingen bedoeld in deze paragraaf zijn ten laste van de Dienst.".
Art. 10.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 9/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 9/1.Het Verenigd College duidt zijn vertegenwoordigers, zoals bedoeld in artikel 10, § 1, e), aan, binnen zes maanden na de vernieuwing van de Verenigde Vergadering, voor een mandaat van vijf jaar.
Het in het eerste lid bedoelde mandaat, neemt vroegtijdig een einde bij vrijwillig ontslag van de vertegenwoordiger, of bij afzetting van de vertegenwoordiger door het Verenigd College, in welk geval het Verenigd College zo snel mogelijk een nieuwe vertegenwoordiger aanduidt.
In geval van vrijwillig ontslag van een vertegenwoordiger, oefent deze zijn mandaat verder uit tot in zijn vervanging is voorzien.
Als een vertegenwoordiger wordt vervangen vóór het verstrijken van de normale einddatum van het mandaat, oefent de nieuwe vertegenwoordiger het mandaat van de vertegenwoordiger uit die hij vervangt.
De bepalingen van artikel 9, § 7, zijn van overeenkomstige toepassing op de vertegenwoordigers van het Verenigd College, bedoeld in dit artikel.".
Art. 11.In artikel 10, § 2, vijfde lid, in het opschrift van afdeling 6 van hoofdstuk IV, in artikel 28, § 1, en in artikel 29, § 1, eerste lid, § 2, en § 4, derde lid, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden "Beheerraad voor Gezinsbijslag" of "Beheerraad" vervangen door de woorden "Beheerraad voor het Gezin".
Art. 12.In artikel 10 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, a), wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werkgeversbank;"; 2° paragraaf 1, b), wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werknemersbank;"; 3° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt: "c) vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen.Het geheel van deze leden vormt de bank van de verzekeringsinstellingen;"; 4° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder d) vervangen als volgt: "d) vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die de verstrekkers vertegenwoordigen, waarvan minstens een vertegenwoordiger van de OCMW's die niet over een mandaat in een raad van het maatschappelijk welzijn beschikt, en minstens een vertegenwoordiger van de beheerders van zorginstellingen.Het geheel van deze leden vormt de bank van de verstrekkers;" 5° in paragraaf 1 e), worden de woorden "van de rekeningen voor de opdrachten van de Dienst" vervangen door de woorden "de consolidering van de rekeningen van de Dienst"; 6° paragraaf 1, f), wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de gezinsorganisaties;"; 7° paragraaf 1, g), wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de kinderbijslagfondsen;"; 8° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "De leden bedoeld" vervangen door de woorden "De vaste leden bedoeld";9° in de Franstalige tekst van paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "voix des" opgeheven en de woorden "des budgets de missions" vervangen door de woorden "du budget des missions";10° in paragraaf 2, derde lid, worden de zinnen "Die stemming vereist eenparigheid van de leden bedoeld in § 1, e).Hun stemmen moeten deel uitmaken van de absolute meerderheid vereist in artikel 9, § 10." vervangen door de zinnen "Die stemming vereist eenparigheid van de stemmen van de leden bedoeld in § 1, e). Hun stemmen maken deel uit van de absolute meerderheid vereist in artikel 9, § 9."; 11° in paragraaf 2, wordt het vierde lid vervangen als volgt: "Indien voor de vaststelling van de opdrachtenbegroting deze absolute meerderheid niet gehaald wordt, informeert het Algemeen Beheerscomité het Verenigd College hierover.In dit geval legt het Verenigd College, op voorstel van zijn bevoegde Leden, de opdrachtenbegroting van de Dienst vast, die zal worden voorgelegd aan de Verenigde Vergadering, en communiceert het deze beslissing aan het Algemeen Beheerscomité."; 12° paragraaf 3 wordt aangevuld met de volgende zin: "De leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College, of zijn afgevaardigde, neemt als waarnemer deel aan de vergaderingen van het Comité, voor de aangelegenheden die hen aanbelangen.".
Art. 13.In artikel 11, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de woorden ", binnen de grenzen van de beschikbare kredieten";2° in de bepaling onder 9° worden de woorden "de tak "gezinsbijslag"" vervangen door de worden "de tak "gezin"";3° de bepaling onder 11° wordt opgeheven.
Art. 14.In de Franstalige tekst van het opschrift van onderafdeling 3 - van afdeling 2 van hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie, wordt het woord "Fontionnement" vervangen door het woord "Fonctionnement".
Art. 15.In artikel 13 van dezelfde ordonnantie wordt de bepaling onder 3° aangevuld met de woorden ", evenals de nadere regels voor de oprichting van specifieke werkgroepen in de schoot van het Algemeen Beheerscomité;".
Art. 16.In artikel 15, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "een adjunct-leidend ambtenaar" vervangen door de woorden "de adjunct-leidend ambtenaar".
Art. 17.In artikel 16 van dezelfde ordonnantie wordt het derde lid vervangen als volgt: "Het Algemeen Beheerscomité evenals het Verenigd College, of de Leden van het Verenigd College, kunnen hem of zijn afgevaardigde delegatie verlenen voor andere welomschreven bevoegdheden.".
Art. 18.Artikel 20 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt: "
Art. 20.In de Dienst worden opgericht: 1° een tak "gezondheid en bijstand aan personen", bevoegd voor de aangelegenheden waarin de Dienst opdrachten vervult, bedoeld in artikel 4, § 1, 1° tot en met 4°, met uitzondering van de kinderopvang; 2° een tak "gezin", bevoegd voor de gezinsbijslag en de kinderopvang.".
Art. 19.In artikel 21 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "naast zijn voorzitter en ondervoorzitter" vervangen door de woorden "naast een voorzitter en een ondervoorzitter, ieder met raadgevende stem"; 2° paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werkgeversbank;"; 3° paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werknemersbank;"; 4° paragraaf 1, eerste lid, 3°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de verzekeringsinstellingen;"; 5° in de Nederlandstalige tekst van paragraaf 1, eerste lid, 4°, wordt het woord "zorgverstrekkers" vervangen door het woord "verstrekkers"; 6° paragraaf 1, eerste lid, 4°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de verstrekkers."; 7° in paragraaf 1, wordt het derde lid vervangen als volgt: "De leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College, of zijn afgevaardigde, neemt als waarnemer deel aan de vergaderingen van de Raad, voor de aangelegenheden die hen aanbelangen."; 8° in paragraaf 2, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De vaste leden bedoeld in § 1, 3° en 4°, of bij hun afwezigheid hun plaatsvervangers, hebben stemrecht."; 9° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.De Raad stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het aan het Algemeen Beheerscomité ter goedkeuring voor.".
Art. 20.Artikel 22 van dezelfde ordonnantie, laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 10 december 2020, wordt vervangen als volgt: "
Art. 22.§ 1. Onverminderd de opdrachten die andere ordonnanties, en de uitvoeringsbesluiten hiervan, aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen toevertrouwen, en binnen de grenzen van de opdrachten van de Dienst, heeft deze als opdracht: 1° de oriënteringen te bepalen voor het algemeen beleid inzake gezondheid en bijstand aan personen, alsook aan het Verenigd College, op eigen initiatief of op verzoek van laatstgenoemde, adviezen ter zake te verstrekken;2° toe te zien op het financieel evenwicht van de tak "gezondheid en bijstand aan personen" en in voorkomend geval het Algemeen Beheerscomité corrigerende begrotingsmaatregelen voor te stellen;3° de begroting voor de tak "gezondheid en bijstand aan personen" aan het Algemeen Beheerscomité voor te stellen, en de rekeningen ervan af te sluiten;4° de facultatieve subsidies binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen" toe te kennen, alsook in het kader van de uitvoering van de non-profitakkoorden, binnen de door het Algemeen Beheerscomité goedgekeurde kredieten van de betrokken basisallocatie, en het Algemeen Beheerscomité van deze beslissingen minstens per kwartaal op de hoogte te brengen;5° de, in voorkomend geval door een paritaire commissie voorgestelde, overeenkomsten goed te keuren en, indien de Dienst partij is, af te sluiten;6° zich uit te spreken over de voorstellen van beslissing en de adviezen meegedeeld door de technische commissies, de expertencommissies, en het Multidisciplinair College;7° de begrotingsdoelstellingen van iedere paritaire commissie vast te leggen;8° kennis te nemen van de controlerapporten over het beheer van de verzekeringsinstellingen, en de administratiekosten van iedere verzekeringsinstelling vast te leggen, rekening houdend met het geldend responsabiliseringsmechanisme;9° kennis te nemen van de controlerapporten met betrekking tot de verstrekkers binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen";10° een advies te verstrekken aan het Verenigd College over het resultaat van de oproepen voor infrastructuurprojecten en programmatie binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen";11° aanvullende praktische regels vast te leggen op basis waarvan de verzekeringsinstellingen hun rekeningen indienen en verantwoorden, evenals facturatie- en boekhoudkundige instructies uit te vaardigen voor de verstrekkers en de verzekeringsinstellingen;12° voorstellen te formuleren met betrekking tot het prijsbeleid van de verstrekkers binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen" of, op verzoek van het Verenigd College, een advies ter zake te verstrekken;13° het Verenigd College te informeren en te adviseren over het uitgevoerde of uit te voeren beleid binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen", en over de inzet die daarmee gepaard gaat;14° het uitgevoerde beleid te evalueren;15° de ontvangst van eventuele nieuwe opdrachten in de tak "gezondheid en bijstand aan personen" voor te bereiden;16° het beheer van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden door de Dienst, op te volgen;17° ieder ander initiatief te nemen dat de Raad nuttig acht in het kader van de opdrachten van de Dienst in de tak "gezondheid en bijstand aan personen", evenals, binnen deze tak, de aangelegenheden te behandelen die niet aan een technische commissie zijn toegewezen of in dewelke een technische commissie in gebreke blijft. § 2. De Beheerraad kan het Verenigd College voorontwerpen van ordonnantie of ontwerpen van besluit voorstellen, evenals wijzigingen van ordonnanties en besluiten, binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen". § 3. Behalve bij dringende noodzaak of wanneer het Verenigd College een in paragraaf 2 bedoeld voorstel goedkeurt, legt laatstgenoemde elk voorontwerp van ordonnantie of ontwerp van besluit binnen de tak "gezondheid en bijstand aan personen" aan de Beheerraad voor ter advies.
Indien het Verenigd College de dringende noodzaak inroept, stelt het de Raad hiervan op de hoogte.
De Raad geeft zijn advies binnen een maand. Op verzoek van het Verenigd College kan die termijn tot tien werkdagen worden teruggebracht.
Na het verstrijken van die termijn wordt de formaliteit geacht vervuld te zijn.".
Art. 21.Artikel 23 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 23.§ 1. De Dienst richt in zijn schoot de in deze onderafdeling bedoelde technische commissies op.
Het Verenigd College wijst, op voordracht van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, de verenigingen en organisaties aan om de commissies samen te stellen en legt hun aantal en de vertegenwoordigingsregels vast.
De in het tweede lid bedoelde verenigingen en organisaties worden voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar aangewezen. Die termijn stopt gelijktijdig met de mandaten van de leden van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen.
Die commissies vaardigen hun huishoudelijk reglement uit op basis van het model dat door de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen wordt vastgelegd. § 2. Onverminderd de artikelen 24/1, 24/2, en 27/0/1, zijn de commissies paritair samengesteld door de verzekeringsinstellingen en representatieve organisaties van de verstrekkers. Ze verenigen een gelijk aantal mandaten ingevuld door de verzekeringsinstellingen en representatieve organisaties van de verstrekkers.
De technische commissies mogen voor het onderzoek van specifieke kwesties deskundigen raadplegen. § 3. De commissies verstrekken adviezen aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, op eigen initiatief of op verzoek van laatstgenoemde.
De verscheidene commissies en, in voorkomend geval, het Multidisciplinair College bedoeld in artikel 27/1, kunnen samen zetelen om aangelegenheden van gemeenschappelijk belang te regelen, op initiatief of op verzoek van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen.
Het Algemeen Beheerscomité kan nieuwe technische commissies oprichten via beslissingen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De Dienst neemt het secretariaat van de commissies waar. § 4. De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen kan enkel bij met redenen omklede dringende noodzaak een voorstel tot overeenkomst of advies dat bij een technische commissie in behandeling is, op zijn agenda plaatsen.
Het door een technische commissie goedgekeurd advies of voorstel wordt aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen meegedeeld, die het advies of het voorstel dan in de planning opneemt om op de agenda te plaatsen.
De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen kan de plaats innemen van een in gebreke blijvende technische commissie.
De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen kan punten aan de agenda's van de technische commissies toevoegen.".
Art. 22.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 23/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 23/1.De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen richt expertencommissies op om technische vragen te onderzoeken met betrekking tot de mobiliteitshulpmiddelen en de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap.
De Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen vaardigt de nadere regels uit van de organisatie van de expertencommissies die het opricht.
De expertencommissies verstrekken technische adviezen aan, al naargelang, de paritaire of adviserende commissie "Personen met een handicap", de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, of het Multidisciplinair College.".
Art. 23.Artikel 24 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 24.§ 1. De paritaire Commissie "Ouderen" verzorgt het beheer en neemt deel aan de ontwikkeling van het beleid, meer bepaald in de volgende aangelegenheden: 1° de voorzieningen voor opvang of huisvesting van ouderen;2° de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;3° de diensten voor thuishulp en thuisoppas. Zij bereidt de overeenkomsten tussen de verstrekkers en de verzekeringsinstellingen voor, met name aangaande de tarieven, de financiering door de Dienst en de financieringsvoorwaarden. § 2. Ze bestaat uit: 1° representatieve organisaties van de verstrekkers bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 3°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen; 2° verzekeringsinstellingen, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen.".
Art. 24.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 24/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 24/1.§ 1. De adviserende Commissie "Opvang en huisvesting voor ouderen" verstrekt adviezen, onder meer inzake dossiers in verband met de vergunningen en erkenningen van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van ouderen. § 2. Ze bestaat uit: 1° de representatieve organisaties van de verstrekkers van de sector, bedoeld in artikel 24, § 2, 1°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;2° de verzekeringsinstellingen, bedoeld in artikel 24, § 2, 2°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;3° vakbonden van het personeel van de betrokken voorzieningen, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen; 4° representatieve verenigingen van ouderen, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen.".
Art. 25.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 24/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 24/2.§ 1. De adviserende Commissie "Thuisdiensten" verstrekt adviezen, onder meer inzake dossiers in verband met de vergunningen en erkenningen van de diensten voor thuishulp en thuisoppas. § 2. Ze bestaat uit: 1° de representatieve organisaties van de verstrekkers van de sector, bedoeld in artikel 24, § 2, 1°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;2° de verzekeringsinstellingen, bedoeld in artikel 24, § 2, 2°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;3° vakbonden van het personeel van de betrokken diensten, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen; 4° representatieve verenigingen van de begunstigden, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen.".
Art. 26.Artikel 25 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 25.§ 1. De paritaire Commissie "Revalidatie en Geestelijke gezondheidszorg" verzorgt het beheer en neemt deel aan de ontwikkeling van het beleid, meer bepaald in de volgende aangelegenheden: 1° de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven voor beschut wonen, binnen de opdrachten van de Dienst in deze materies;2° de revalidatie, met uitzondering van de overeenkomsten 790 met betrekking tot de multidisciplinaire evaluatie in het kader van de nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen. Zij bereidt de overeenkomsten tussen de verstrekkers en de verzekeringsinstellingen voor, met name aangaande de tarieven, de financiering door de Dienst en de financieringsvoorwaarden. § 2. Ze bestaat uit: 1° representatieve organisaties van de verstrekkers van de sectoren bedoeld in paragraaf 1, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;2° verzekeringsinstellingen, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen. Een vertegenwoordiger van de Diensten van het Verenigd College kan als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van de Commissie.".
Art. 27.Artikel 26 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt opgeheven.
Art. 28.Artikel 27 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 27.§ 1. De paritaire Commissie "Personen met een handicap" verzorgt het beheer en neemt deel aan de ontwikkeling van het beleid, meer bepaald in de volgende aangelegenheden: 1° instellingen en diensten voor personen met een handicap;2° assistentiehonden;3° mobiliteitshulpmiddelen, met inbegrip van de overeenkomsten 790 met betrekking tot de multidisciplinaire evaluatie in het kader van de nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen;4° de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap. § 2. Ze bestaat uit: 1° representatieve organisaties van de verstrekkers bedoeld in paragraaf 1, 1°, of van de verstrekkers van de hulpmiddelen, bedoeld in paragraaf 1, 2° tot en met 4°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen; 2° verzekeringsinstellingen, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen.".
Art. 29.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 27/0/1 ingevoegd, luidende: "Art. 27/0/1. § 1. De adviserende Commissie "Personen met een handicap" verstrekt adviezen, onder meer inzake dossiers in verband met de vergunningen en erkenningen van instellingen en diensten voor personen met een handicap. § 2. Ze bestaat uit: 1° de representatieve organisaties van de verstrekkers van de sector, bedoeld in artikel 27, § 2, 1°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;2° de verzekeringsinstellingen, bedoeld in artikel 27, § 2, 2°, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen;3° vakbonden van het personeel van de betrokken instellingen en diensten, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen; 4° representatieve verenigingen voor personen met een handicap, die hun vertegenwoordigers zullen aanwijzen.".
Art. 30.Artikel 27/1 van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 27/1.§ 1. Bij de Dienst wordt een Multidisciplinair College ingesteld, dat adviezen verstrekt in de volgende materies: 1° de vaststelling en het toezicht op de naleving van de normen van goede medische praktijk in het kader van de opdrachten van de Dienst, zoals vermeld in artikel 4;2° elke andere kwestie van medische aard met betrekking tot de opdrachten van de Dienst, zoals vermeld in artikel 4. De adviezen van het Multidisciplinair College worden aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen bezorgd. § 2. Het Multidisciplinair College heeft beslissingsbevoegdheid in het kader van de opdrachten van de Dienst in de volgende materies: 1° de individuele dossiers met betrekking tot: a) de rolstoelen met individuele maatuitvoering;b) de beroepen tegen de beslissingen van de Brusselse verzekeringsinstellingen betreffende de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap;c) de revalidatie in het buitenland;d) een afwijking van een revalidatieovereenkomst;2° de aanvragen naar een afwijking in het kader van de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap;3° de opvolging van de door de adviserende artsen genomen beslissingen, de controle op de verstrekkers, waaronder de controle op de indicatiestellingen, de controle aan de hand van statistische gegevens, en de controle op de aanwezigheid van het zorgpersoneel en de verstrekte zorg, volgens de nadere regels vastgelegd door het Verenigd College. Zolang het Verenigd College de nadere regels, zoals bedoeld in het eerste lid, 3°, niet heeft vastgelegd, oefent het Multidisciplinair College de opdracht uit volgens de bepalingen van het artikel 120 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. § 3. Voor de toepassing van deze paragraaf moet verstaan worden onder "andere professionele krachten inzake gezondheid" de professionele krachten van de gezondheidszorg en de bijstand aan personen, betrokken bij de opdrachten van de Dienst zoals bedoeld in artikel 4, § 1, die de technieken van de apothekers-assistentie, audiologie, bandage, orthese en prothese, ergotherapie, logopedie, orthoptie, podologie, kinesitherapie, psychologie en verpleegkunde hanteren.
Het Multidisciplinair College bestaat uit vaste en plaatsvervangende leden, met name: 1° artsen en andere professionele krachten inzake gezondheid, voorgedragen door de verzekeringsinstellingen;2° artsen en andere professionele krachten inzake gezondheid die deel uitmaken van het personeel van de Dienst. Het Verenigd College benoemt de leden van het Multidisciplinair College op voordracht van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen.
De leden worden voor een hernieuwbare periode van vijf jaar aangesteld. Die termijn stopt gelijktijdig met de mandaten van de leden van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen. § 4. Het Verenigd College kan de opdrachten van het Multidisciplinair College zoals bedoeld in paragrafen 1 en 2, en de samenstelling van het Multidisciplinair College, verduidelijken, evenals de lijst van andere professionele krachten inzake gezondheid, zoals bedoeld in paragraaf 3, uitbreiden.
Het bepaalt de vertrouwelijkheidsregels voor de behandeling van de individuele dossiers. § 5. Het Multidisciplinair College vaardigt zijn huishoudelijk reglement uit op basis van het model dat door de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen wordt vastgelegd.
Het Multidisciplinair College mag een beroep doen op deskundigen voor het onderzoek van specifieke en technische kwesties, onder meer in het kader van de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap.".
Art. 31.In artikel 28 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "en kinderopvang," ingevoegd tussen het woord "gezinsbijslag" en de woorden "en aan het Verenigd College";2° in de Franstalige tekst van paragraaf 1, 1°, worden de woorden "cette matière" vervangen door de woorden "ces matières";3° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "het gezinsbijslagstelsel" vervangen door de woorden "de tak "gezin"";4° in paragraaf 1, 3°, wordt het woord "gezinsbijslag" vervangen door de woorden "tak "gezin"";5° in paragraaf 1, 4°, wordt het woord "gezinsbijslagwetgeving" vervangen door de woorden "toepasselijke wetgeving";6° in paragraaf 1, 7°, worden de woorden "en hun administratiekosten vast te leggen" vervangen door de woorden ", en de administratiekosten van ieder kinderbijslagfonds vast te leggen, rekening houdend met het geldend responsabiliseringsmechanisme";7° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 11° en 12°, luidende: " 11° ieder ander initiatief te nemen dat de Raad nuttig acht in het kader van de opdrachten van de Dienst in de tak "gezin"; 12° de opdrachten van de Dienst in het kader van het beleid inzake kinderopvang op te volgen."; 8° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Behalve bij dringende noodzaak of wanneer het Verenigd College een in paragraaf 3 bedoeld voorstel goedkeurt, legt laatstgenoemde elk voorontwerp van ordonnantie of ontwerp van besluit binnen de tak "gezin" aan de Beheerraad voor ter advies."; 9° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De Beheerraad kan het Verenigd College voorontwerpen van ordonnantie of ontwerpen van besluit voorstellen, evenals wijzigingen van ordonnanties en besluiten, binnen de tak "gezin".".
Art. 32.In artikel 29 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "naast zijn voorzitter en ondervoorzitter" vervangen door de woorden "naast een voorzitter en een ondervoorzitter, ieder met raadgevende stem"; 2° paragraaf 1, eerste lid, 1°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werkgeversbank;"; 3° paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de werknemersbank;"; 4° paragraaf 1, eerste lid, 3°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de gezinsorganisaties;"; 5° paragraaf 1, eerste lid, 4°, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het geheel van deze leden vormt de bank van de kinderbijslagfondsen."; 6° in paragraaf 1, wordt het derde lid opgeheven;7° paragraaf 1 wordt aangevuld met vier leden, luidende: "De Beheerraad mag voor het onderzoek van specifieke kwesties een beroep doen op deskundigen. Voor elk van de banken bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, geldt dat geen enkele van de vaste of plaatsvervangende leden mag zijn tewerk- of aangesteld door een kinderbijslagfonds, deel mag uitmaken van de organen van een kinderbijslagfonds, of zich op enigerlei wijze in een toestand bevinden waarin zij een verbintenis met een kinderbijslagfonds zijn aangegaan die van die aard is om de onpartijdige en objectieve uitoefening van hun functie te beïnvloeden of de gewettigde verdenking te doen ontstaan van een dergelijke invloed.
Om de bevoegdheid uit te oefenen inzake dossiers die enkel de openbare betaalactor aanbelangen, zetelt de Beheerraad in een aangepaste samenstelling. In dat geval bestaat de Beheerraad uit de leden bedoeld in het eerste lid, uitgezonderd de vijf vaste en vijf plaatsvervangende leden die tot de bank van de kinderbijslagfondsen behoren.
In afwijking van het tweede lid, woont de verantwoordelijke van de Directie uitbetaling kinderbijslag de vergaderingen van de Raad niet bij als het beraadslagingen betreft over dossiers die enkel de private kinderbijslagfondsen aanbelangen.".
Art. 33.In de Nederlandstalige tekst van artikel 31, eerste lid, van dezelfde ordonnantie wordt het woord "subsidies" vervangen door het woord "middelen".
Art. 34.In artikel 33, vijfde lid, van dezelfde ordonnantie wordt de bepaling onder 3° opgeheven.
Art. 35.Artikel 35 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt vervangen als volgt: "
Art. 35.De opmaak van de opdrachtenbegroting van de dienst verloopt in de volgende stappen: 1° de paritaire commissies bepalen, elkeen wat haar betreft of samen in het geval van transversale maatregelen, de financiële middelen die ze voor de financiering van nieuwe maatregelen nodig achten.Daartoe winnen ze het advies in van de Dienst begroting, financiën en monitoring, dat de impact ervan op de financiële behoeften aan de hand van een weergave van de prijsfactoren, de volumefactoren en alle andere factoren die relevant zijn voor de analyse van de behoeften en de impact ervan in kaart brengt en overmaakt aan de paritaire commissies.
De paritaire commissies maken de behoeften aan nieuwe maatregelen over aan de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, uiterlijk op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar.
Voor de aangelegenheden waarvoor geen enkele paritaire commissie bevoegd is, waaronder de gezinsbijslag, raamt de bevoegde Beheerraad de behoeften aan nieuwe maatregelen, en maakt deze uiterlijk op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar over aan het Algemeen Beheerscomité.
In geval een paritaire commissie in gebreke blijft, maakt de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen de behoeften aan nieuwe maatregelen over aan het Algemeen Beheerscomité, uiterlijk op 31 juli van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar; 2° de Dienst begroting, financiën en monitoring maakt de technische ramingen van het uitgavenniveau bij constante wet- en regelgeving uiterlijk op 15 juni van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar over aan de Beheerraden;3° de Raden stellen, elkeen wat hem betreft, een voorstel van geconsolideerde begroting op, dat rekening houdt met de technische ramingen bedoeld in 2°, met de behoeften aan nieuwe maatregelen, bedoeld in 1°, en met de gestandaardiseerde rapporten opgemaakt door de Dienst begroting, financiën en monitoring.Zij maken het voorstel uiterlijk op 30 september van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar over aan het Algemeen Beheerscomité; 4° het Algemeen Beheerscomité hecht tegen uiterlijk 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar zijn goedkeuring aan de doorgestuurde voorstellen, met inbegrip van de eventuele besparingsmaatregelen en bezorgt het voorstel aan het Verenigd College.".
Art. 36.In artikel 36 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder punt 2° vervangen als volgt: "2° het Algemeen Beheerscomité en het Verenigd College besparingsmaatregelen voor te stellen met het oog op de vaststelling van de geconsolideerde begroting zoals bedoeld in artikel 35, 4° ;"; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Een werkgroep opgericht binnen het Algemeen Beheerscomité en samengesteld uit leden van het Comité, bijgestaan door een deskundige die dezelfde organisatie of dezelfde verstrekker vertegenwoordigt als het betrokken lid, brengt minstens twee keer per jaar een advies uit over de algemene begroting.Dat advies wordt voorgesteld aan het voltallig Algemeen Beheerscomité."; 3° paragraaf 2 wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "De vertegenwoordigers en de commissarissen van het Verenigd College kunnen deelnemen aan de vergaderingen van deze werkgroep.".
Art. 37.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 37/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 37/1.De burgers met een andere dan de Belgische nationaliteit en die geen onderdaan zijn van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, komen in aanmerking, binnen het personeel van de Dienst, voor de betrekkingen die geen rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden of die geen werkzaamheden omvatten strekkende tot de bescherming van de algemene belangen van de staat of andere openbare instanies.".
Art. 38.In artikel 39 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden ", die het zelf aanstelt" opgeheven;2° in paragraaf 1 wordt het vierde lid opgeheven;3° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.Het Verenigd College duidt de commissarissen aan, binnen zes maanden na de vernieuwing van de Verenigde Vergadering, voor een mandaat van vijf jaar.
Het mandaat bedoeld in het eerste lid neemt vroegtijdig een einde bij vrijwillig ontslag van de commissaris, of bij afzetting van de commissaris door het Verenigd College, in welk geval het Verenigd College zo snel mogelijk een nieuwe commissaris aanduidt.
In geval van vrijwillig ontslag van een commissaris, oefent deze zijn mandaat verder uit tot in zijn vervanging is voorzien.
Als een commissaris wordt vervangen vóór het verstrijken van de normale einddatum van het mandaat, dient de nieuwe commissaris het mandaat van de commissaris uit die hij vervangt.".
Art. 39.In dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk VII/1 ingevoegd, dat artikel 41/1 bevat, luidende: "HOOFDSTUK VII/ 1. - Verwerking van persoonsgegevens en bewaartermijnen
Art. 41/1.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel dient onder "Verordening" te worden verstaan, de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 2. De paragrafen 3 tot en met 7 gelden onverminderd de bepalingen vervat in de specifieke wetgeving die de Dienst toepast in het kader van de uitvoering van zijn opdrachten bedoeld in artikel 4. § 3. Onverminderd de doeleinden die in de in paragraaf 2 bedoelde sectorale wetgeving wordt gedefinieerd, is de verwerking van de in paragraaf 5 vermelde persoonsgegevens door de Dienst beperkt tot de volgende doeleinden: 1° het goede beheer en de goede werking van de beheersorganen van de Dienst, volgens de door het Verenigd College op grond van de artikelen 9, 10, 21, 23, 27/1, 29 en 39 vastgestelde regels, en de betaling aan de leden, voorzitters, ondervoorzitters, deskundigen en vertegenwoordigers en commissarissen van het Verenigd College van de vergoedingen die het Verenigd College vaststelde op grond van artikel 9, § 11;2° de besluitvorming van het Multidisciplinair College inzake individuele dossiers, zoals bedoeld in artikel 27/1, § 2, eerste lid, 1°, die hem worden voorgelegd in het kader van de opdrachten van de Dienst;3° de besluitvorming van het Multidisciplinair College inzake de aan hem voorgelegde aanvragen tot afwijking met betrekking tot de individuele hulpmiddelen, zoals bedoeld in artikel 27/1, § 2, eerste lid, 2° ;4° de opvolging van de beslissingen en de controle van bepaalde instellingen door het Multidisciplinair College, zoals bedoeld in artikel 27/1, § 2, eerste lid, 3°, en, in voorkomend geval, tweede lid;5° de toekenning van premies aan personeelsleden van de instellingen en diensten die door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd en, voor zover dat nodig is voor de uitvoering van de non-profitakkoorden, van subsidies aan die instellingen en diensten om de financiering van loon- en materiële voordelen voor hun personeelsleden te dekken, en de controle op deze premies en subsidies. § 4. Onverminderd de verwerkingsverantwoordelijken die in de in paragraaf 2 bedoelde sectorale wetgeving worden aangeduid, is de Dienst de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de Verordening. § 5. Voor het doeleinde bedoeld in paragraaf 3, 1°, verwerkt de Dienst de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffende de leden, de voorzitters, de ondervoorzitters, de deskundigen, de vertegenwoordigers en de commissarissen van het Verenigd College en eenieder die deelneemt of wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de beheersorganen, de technische commissies, de expertencommissies en het Multidisciplinair College van de Dienst: de identificatiegegevens, waaronder het identificatienummer van het Rijksregister, de professionele gegevens, de contactgegevens en de bancaire gegevens.
Voor het doeleinde bedoeld in paragraaf 3, 2°, verwerkt de Dienst de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffende personen die het voorwerp uitmaken van individuele dossiers, zoals bedoeld in artikel 27/1, § 2, 1° : de identificatiegegevens, waaronder het identificatienummer van het Rijksregister, en de gezondheidsgegevens die met name nodig zijn voor de toepassing van de bijlage van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 december 2019 tot vaststelling van de nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen en voor het onderzoek van de aanvragen voor revalidatie in het buitenland en tot afwijking van een revalidatieovereenkomst.
Voor het doeleinde bedoeld in paragraaf 3, 3°, verwerkt de Dienst de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffende de personen die een aanvraag tot afwijking, zoals bedoeld in artikel 27/1, § 2, 2° hebben ingediend: de identificatiegegevens, waaronder het identificatienummer van het Rijksregister, en de gezondheidsgegevens die nodig zijn om de aanvragen tot afwijking met betrekking tot de individuele hulpmiddelen voor personen met een handicap te behandelen.
Voor het doeleinde bedoeld in paragraaf 3, 4°, verwerkt de Dienst de volgende categorieën van persoonsgegevens: 1° met betrekking tot de personen die door de instellingen worden opgevangen: de identificatiegegevens en de gezondheidsgegevens die met name nodig zijn om de afhankelijkheidscategorieën bedoeld in de artikelen 148 en 150 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 te evalueren;2° met betrekking tot het personeel van de instellingen: de identificatiegegevens. Voor het doeleinde bedoeld in paragraaf 3, 5°, en voor zover dat nodig is voor de uitvoering van de non-profitakkoorden, verwerkt de Dienst de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffende personeelsleden van de instellingen en diensten die door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd ter uitvoering van de non-profitakkoorden bedoeld in artikel 4, § 4, eerste lid, 1° : de identificatiegegevens, waaronder het identificatienummer van het Rijksregister, de gegevens betreffende de kwalificatie en de gegevens betreffende de arbeidsovereenkomst. § 6. Onverminderd de bijzondere maximale bewaartermijnen die in de in paragraaf 2 bedoelde sectorale wetgeving wordt gedefinieerd, bewaart de Dienst de in paragraaf 5 bedoelde persoonsgegevens, evenals alle dossiers die het behandelt, gedurende maximaal tien jaar.
In afwijking van het eerste lid, worden de in paragraaf 5, eerste en vijfde lid bedoelde persoonsgegevens, met inbegrip van de identificatienummers van het Rijksregister, bewaard gedurende maximaal twee jaar na het einde van de periode waarin de betrokkene: 1° voor een door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gesubsidieerde instelling of dienst werkt;2° deelneemt aan de vergaderingen van de beheersorganen, de technische commissies, de expertencommissies en het Multidisciplinair College van de Dienst. De gegevens kunnen elektronisch bewaard worden. De elektronisch verwerkte gegevens genieten dezelfde bewijswaarde als hun equivalent op papier.
Het Verenigd College kan bijkomende voorwaarden voor de bewijswaarde bepalen, alsook de nadere regels ervan bepalen. § 7. Het Verenigd College kan de in paragraaf 5 bedoelde categorieën van persoonsgegevens verduidelijken en kortere bewaartermijnen dan deze bedoeld in paragraaf 6 voorzien.".
Art. 40.Artikel 42 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.
Art. 41.Artikel 42/1 van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 25 april 2019, wordt opgeheven.
Art. 42.De artikelen 43 en 44 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven. HOOFDSTUK 2 - Slotbepalingen
Art. 43.Artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt aangevuld met de bepaling onder 21°, luidende: "21° van de geschillen betreffende de beslissingen van het Multidisciplinair College, bedoeld in artikel 27/1, § 2, 1°, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.".
Art. 44.Bij wijze van overgangsregeling, in afwijking van artikelen 21 en 23 tot en met 30, behouden de technische commissies en het Multidisciplinair College, bedoeld in onderafdelingen 2 en 3 van afdeling 5 van het hoofdstuk IV van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, de structuur, opdrachten, en samenstelling, zoals bepaald voor de inwerkingtreding van deze ordonnantie, gedurende een periode van zes maanden.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 juli 2023.
Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, E. VAN DEN BRANDT Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, S. GATZ Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor de Gezinsbijslagen, Begroting, Openbaar Ambt en Externe betrekkingen, B. CLERFAYT _______ Nota Document van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: Gewone zitting 2022-2023 B-150/1 - Ontwerp van ordonnantie B-150/2 - Verslag Integraal verslag: Bespreking: vergadering van woensdag 19 juli 2023 Aanneming: vergadering van donderdag 20 juli 2023