gepubliceerd op 27 april 2018
Bijzondere ordonnantie tot wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en ertoe strekkende de directe democratie te versterken door afschaffing van de lijst van de opvolgers voor de gewestverkiezingen
19 APRIL 2018. - Bijzondere ordonnantie tot wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en ertoe strekkende de directe democratie te versterken door afschaffing van de lijst van de opvolgers voor de gewestverkiezingen (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze bijzondere ordonnantie regelt, met toepassing van de artikelen 39 en 118, § 2 van de Grondwet en artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 16bis en 20 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen
Art. 2.In § 1 van artikel 16bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, worden het eerste en het tweede lid opgeheven. Het derde en het vierde lid worden als volgt vervangen : « De akte van voordracht van de kandidaten voor een mandaat van parlementslid geeft de volgorde aan waarin die kandidaten voorgedragen worden.
Geen enkele lijst mag een aantal kandidaten tellen dat groter is dan dat van de te verkiezen leden. ».
Het zevende lid wordt als volgt vervangen : « De eerste twee kandidaten voor een mandaat van parlementslid op elk van de lijsten mogen niet tot hetzelfde geslacht behoren. ».
Art. 3.In artikel 20 van dezelfde bijzondere wet, wordt § 3, eerste lid, als volgt vervangen : « Het gewestbureau verdeelt vervolgens, indien nodig, de zetels die elke groep van lijsten aldus behaald heeft onder de lijsten waaruit de groep bestaat en gaat over tot de zetelverdeling volgens de nadere regels vervat in de artikelen 20bis en 20ter en in de artikelen 29ter, 29quater, 29octies, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 29nonies, vierde lid en 29nonies1, van de bijzondere wet. ».
Art. 4.In dezelfde bijzondere wet, wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidend : «
Art. 20bis.Wanneer het aantal kandidaten van een lijst hoger is dan dat van de aan de lijst toekomende zetels, worden de zetels toegewezen aan de kandidaten in dalende volgorde van het aantal stemmen die zij behaald hebben. Bij staking van stemmen, primeert de volgorde van voordracht. Voorafgaand aan de aanwijzing van de gekozenen, gaat het gewestbureau over tot de individuele toekenning, aan de kandidaten, van de helft van het aantal lijststemmen die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van die kandidaten. Die helft wordt verkregen door het totaal van het aantal lijststemmen te delen door twee.
De toekenning van die lijststemmen gebeurt devolutief. De toe te kennen lijststemmen worden gevoegd bij de naamstemmen die de eerste kandidaat op de lijst gehaald heeft, naar rato van wat nodig is om het specifieke verkiesbaarheidscijfer voor elke lijst te halen. Het overschot, indien er een is, wordt in soortgelijke verhouding, toegekend aan de tweede kandidaat, dan aan de derde enzovoort, tot de helft van het aantal lijststemmen die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van die kandidaten uitgeput is. ».
Art. 5.In dezelfde bijzondere wet, wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidend : «
Art. 20ter.Op elke lijst waarop een of meer kandidaten gekozen worden overeenkomstig artikel 20bis en overeenkomstig artikel 29octies, eerste, vierde en vijfde lid van de bijzondere wet, worden de niet gekozen kandidaten met het hoogste aantal stemmen of, ingeval van staking van stemmen, in de volgorde van inschrijving op het stembiljet, eerste, tweede, derde opvolger enzovoort verklaard.
Voorafgaand aan hun aanwijzing, gaat het gewestbureau, dat de gekozenen aangewezen heeft, over tot een nieuwe individuele toekenning, aan de niet gekozen kandidaten, van de helft van het aantal lijststemmen die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht, zoals bepaald in artikel 20bis, eerste lid. Die toekenning verloopt zoals voor de aanwijzing van de gekozenen, maar te beginnen met de eerste van de niet gekozen kandidaten, in de volgorde van inschrijving op het stembiljet. ». HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 6.Deze bijzondere ordonnantie treedt in werking op 1 juni 2018.
Kondigen deze bijzondere ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 april 2018.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2017-2018. Documenten van het Parlement. - Voorstel van bijzondere ordonnantie, A-586/1. - Verslag, A-586/2. - Amendementen na verslag, A-586/3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 16 maart 2018.