18 MEI 2000. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen (1)

De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 2 van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 1° en 2° worden vervangen door de volgende bepalingen : « 1.Afvalstoffen : alle stoffen of voorwerpen die behoren tot de in bijlage I opgesomde categorieën waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of verplicht is zich te ontdoen. De Regering stelt, overeenkomstig de geldende Europese voorschriften, de lijst op van de afvalstoffen die tot deze categorieën behoren. 2. Gevaarlijke afvalstoffen : afvalstoffen die één of meer van de in bijlage IV opgesomde eigenschappen bezitten en die voorkomen op een lijst die op basis van de bijlagen II en III door de Regering wordt vastgesteld overeenkomstig de geldende Europese voorschriften.» b) een 4bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 4bis.Beheer van afvalstoffen, inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op de handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting. »

Art. 3.In artikel 7 van dezelfde ordonnantie wordt een § 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 3bis. Het plan bevat in het bijzonder een hoofdstuka angaande het beheer van verpakkingen en verpakkingsafval waarin de geplande maatregelen inzake preventie en hergebruik aan bod komen. »

Art. 4.Artikel 10 van dezelfde ordonnantie, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met de volgende paragrafen : § 2. De Regering kan de personen die verantwoordelijk zijn voor afvalstoffen ingevolge het beroepshalve op de markt brengen van goederen, grondstoffen of producten die ze produceren, invoeren of verhandelen, de verplichting opleggen die afvalstoffen terug te nemen of te laten terugnemen, ze in te zamelen of te laten inzamelen, ze nuttig toe te passen of nuttig te laten toepassen, ze te verwijderen of te laten verwijderen. § 3. Het Regeringsbesluit waarbij een dergelijke terugnameplicht wordt opgelegd, bepaalt zowel de soorten betrokken afvalstoffen als de verantwoordelijken voor die afvalstoffen en preciseert de wijze waarop de terugnameplicht moet worden nagekomen.

In dat besluit kan eveneens de mogelijkheid voor de Regering worden opgenomen om één of meerdere overeenkomsten te sluiten met één of meerdere afvalverantwoordelijken of met de organisatie(s) die hen vertegenwoordigen teneinde de wijze te bepalen waarop de terugnameplicht moet worden nagekomen.

De in het vorig lid bedoelde overeenkomst is bindend voor de overeenkomstsluitende partijen. Indien de overeenkomst gesloten is met organisaties die afvalverantwoordelijken vertegenwoordigen, is ze eveneens bindend voor alle leden van de organisatie of een deel van haar leden, die bepaald worden volgens de regels gesteld in de overeenkomst.

De overeenkomst is van rechtswege bindend voor de ondernemingen die tot de organisatie toetreden nadat de overeenkomst gesloten is. De leden van een organisatie die een overeenkomst heeft gesloten kunnen zich niet aan hun verplichtingen onttrekken door van hun toetreding af te zien. »

Art. 5.Een artikel 23bis wordt ngevoegd, luidend als volgt : « Wordt gestraft met een geldboete van honderd tot honderdduizend frank, diegene die de krachtens artikel 10, § 2, door de Regering vastgestelde regels of de bepalingen van een in het kader van artikel 10, § 3, gesloten overeenkomst niet nakomt. »

Art. 6.Artikel 27 van de ordonnantie, opgeheven bij artikel 43, 8°, van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «

Artikel 27.De inbreuken op de bepalingen van het in artikel 6 bedoelde plan die ten opzichte van de burgers een verplichtend karakter hebben, worden gestraft met een geldboete van honderd tot honderdduizend frank. » Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 mei 2000.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Documenten van de Raad. - A-75/1 : Ontwerp van ordonnantie. - A-75 : Verslag.

Volledig verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering vn vrijdag 28 april 2000.