Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 16 juni 2017
gepubliceerd op 21 juni 2017

Ordonnantie betreffende het parlementair onderzoek van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017012747
pub.
21/06/2017
prom.
16/06/2017
ELI
eli/ordonnantie/2017/06/16/2017012747/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2017. - Ordonnantie betreffende het parlementair onderzoek van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie


De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, hierna de Verenigde Vergadering genoemd, oefent, in het kader van de opdracht die zij omschrijft, zelf het recht van onderzoek uit of stelt daartoe uit haar leden een commissie aan, voor elke zaak die verband houdt met de aangelegenheden bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

De door de Verenigde Vergadering ingestelde onderzoeken komen niet in de plaats van de onderzoeken van de rechterlijke macht, ze kunnen daarmee samenlopen maar mogen het verloop ervan niet hinderen.

Art. 2.De commissie wordt samengesteld volgens en beraadslaagt met inachtneming van de regels die de Verenigde Vergadering bepaalt.

Ieder lid van de Verenigde Vergadering heeft het recht om het onderzoek van de commissie bij te wonen, tenzij de Verenigde Vergadering of de commissie anders beslist.

De commissievergaderingen zijn openbaar. De commissie kan echter op ieder tijdstip anders beslissen.

Eenieder die, in welke hoedanigheid ook, de niet-openbare vergaderingen van de commissie bijwoont of daaraan deelneemt, is gehouden vooraf onder ede te verklaren het geheime karakter van de werkzaamheden te zullen naleven. Schending van die geheimhouding wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van artikel 458 van het Strafwetboek.

De commissie kan de geheimhoudingsplicht opheffen tenzij zij zich uitdrukkelijk heeft verbonden om de geheimhouding in acht te nemen.

Art. 3.§ 1. De Verenigde Vergadering of de commissie, alsook hun voorzitter, voor zover die daartoe gemachtigd wordt, kunnen alle in het Wetboek van Strafvordering omschreven onderzoeksmaatregelen nemen. § 2. Voor het uitvoeren van onderzoeksverrichtingen die vooraf bepaald moeten worden, kan de Verenigde Vergadering of de commissie een verzoek richten tot de eerste voorzitter van het Hof van Beroep, die een of meer raadsheren in het Hof van Beroep of een of meer rechters in de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de onderzoeksverrichtingen moeten geschieden, aanstelt.

De aangewezen magistraat verricht die onderzoeken onder de leiding van de voorzitter van de commissie. Hij stelt een schriftelijk verslag op waarin de resultaten van zijn onderzoek worden opgetekend.

De aangestelde magistraat kan buiten zijn ambtsgebied optreden en zijn onderzoek tot heel het Rijk uitbreiden. § 3. Wanneer de onderzoeksmaatregelen een beperking inhouden van de bewegingsvrijheid, een inbeslagneming van materiële goederen, een huiszoeking of het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie, is het optreden van de overeenkomstig § 2 aangestelde magistraat verplicht.

De artikelen 35 tot en met 39 en 90ter tot en met 90nonies van het Wetboek van Strafvordering betreffende de inbeslagneming van materiële goederen en het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie kunnen worden toegepast door de in het vorige lid bedoelde magistraat. § 4. Wanneer inlichtingen moeten worden opgevraagd in criminele, correctionele, politie- en tuchtzaken, richt de Verenigde Vergadering of de commissie tot de procureur-generaal bij het Hof van Beroep of tot de auditeur-generaal bij het Militair Gerechtshof een schriftelijk verzoek tot het lichten van een door haar onontbeerlijk geacht afschrift van de onderzoeksverrichtingen en de procedurehandelingen.

Zo die magistraat bij met redenen omklede beslissing meent niet te kunnen ingaan op dat verzoek, kunnen de Verenigde Vergadering, de commissie of hun voorzitters daartegen in beroep gaan bij een college dat bestaat uit de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, de voorzitter van het Grondwettelijk Hof en de eerste voorzitter van de Raad van State.

Dat college houdt zitting met gesloten deuren en regelt de procedure.

Het kan de voorzitter van de commissie en de betrokken magistraat op zeer korte termijn horen. Het beslecht het geschil definitief en bij met redenen omklede beslissing, uitgesproken in openbare vergadering, met inachtneming van de aan de orde gestelde belangen en, in het bijzonder, met eerbiediging van de rechten van de verdediging. § 5. Wanneer inlichtingen moeten worden opgevraagd in bestuurszaken, richt de Verenigde Vergadering of de commissie een schriftelijk verzoek tot het bevoegde lid van het Verenigd College, dat aan dat verzoek onmiddellijk gevolg geeft.

Art. 4.De voorzitter van de Verenigde Vergadering of de voorzitter van de commissie handhaaft de orde in de vergadering.

Te dien einde, heeft hij dezelfde bevoegdheden als de voorzitters van de hoven en rechtbanken.

Art. 5.Smaad en geweld tegen de leden van de Assemblee die het onderzoek verrichten of bijwonen, worden gestraft overeenkomstig hetgeen in boek II, Titel V, hoofdstuk II, van het Strafwetboek bepaald is betreffende smaad en geweld tegen leden van de Wetgevende Kamers.

Art. 6.Eenieder kan als getuige worden opgeroepen. De oproeping geschiedt schriftelijk en, zo nodig, bij dagvaarding.

Eenieder die gedagvaard wordt om als getuige te worden gehoord, is gehouden te verschijnen en aan de dagvaarding te voldoen, op straffe van een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van 12,50 euro tot 250 euro. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijn van toepassing.

Art. 7.Getuigen, tolken en deskundigen hebben tegenover de Verenigde Vergadering, de commissie of de aangestelde magistraat dezelfde verplichtingen als tegenover de onderzoeksrechter.

Alvorens te worden gehoord, tonen de getuigen de uitnodiging of de oproep om te getuigen ; daarvan wordt melding gemaakt in het proces-verbaal. Vóór zijn verhoor, geeft de getuige zijn naam, voornamen, beroep, plaats en datum van geboorte en woonplaats op.

De getuigen en de deskundigen leggen vervolgens de eed af dat zij de gehele waarheid en niets dan de waarheid zullen zeggen.

De deskundigen bevestigen hun mondelinge dan wel schriftelijke verslagen met de als volgt gestelde eed : « Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb. ».

Het proces-verbaal van de getuigenissen wordt getekend, hetzij onmiddellijk, hetzij uiterlijk vijftien dagen na de beëindiging van het verhoor, door de voorzitter en de getuige, nadat deze daarvan voorlezing heeft gekregen en verklaard heeft te volharden bij zijn verklaringen. Er mag niet tussen de regels worden geschreven ; doorhalingen en verwijzingen worden door de voorzitter en de getuige goedgekeurd en geparafeerd.

Indien de getuige weigert zijn getuigenis te tekenen, wordt daarvan melding gemaakt in het proces-verbaal.

Onverminderd het inroepen van het beroepsgeheim als bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek, kan iedere getuige die door naar waarheid een verklaring af te leggen, zich zou kunnen blootstellen aan strafvervolging derhalve getuigenis weigeren. De voorzitter van de commissie brengt hem daarvan op de hoogte vóór het verhoor.

Art. 8.Hij die schuldig is aan een valse getuigenis, de tolk en de deskundige die schuldig zijn aan valse verklaringen en hij die schuldig is aan verleiding van getuigen, deskundigen of tolken, worden gestraft met een gevangenisstraf van twee maanden tot drie jaar en worden voor een termijn van ten minste vijf jaar en ten hoogste tien jaar ontzet van het recht om te kiezen en gekozen te worden.

Hebben hij die schuldig is aan een valse getuigenis, de deskundige of de tolk die valse verklaringen hebben afgelegd, geld, een beloning of een belofte aangenomen, dan worden ze bovendien veroordeeld tot een geldboete van 1,25 euro tot 75 euro.

Dezelfde straf wordt toegepast op de verleider, onverminderd de andere straffen.

Valse getuigenis is voltooid wanneer de getuige zijn getuigenis heeft afgelegd en verklaard heeft daarbij te volharden.

Wordt de getuige opgeroepen om opnieuw te worden gehoord, dan is het valse getuigenis eerst voltooid met de laatste verklaring van de getuige dat hij bij zijn getuigenis volhardt.

Art. 9.De processen-verbaal waarin wordt vastgesteld dat er aanwijzingen of vermoedens zijn van strafbare feiten worden gezonden aan de procureur-generaal bij het Hof van Beroep, opdat daaraan gevolg wordt gegeven als naar recht.

Art. 10.De vergoedingen verschuldigd aan de personen wier medewerking bij het onderzoek is gevorderd, worden uitgekeerd overeenkomstig het tarief van gerechtskosten in burgerlijke zaken.

Art. 11.Overeenkomstig haar reglement, stelt de Verenigde Vergadering onverwijld de middelen ter beschikking van de commissie die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van haar opdracht.

Art. 12.De commissie maakt van haar werkzaamheden een verslag, dat openbaar is. Zij tekent haar conclusies op en formuleert, in voorkomend geval, opmerkingen over de verantwoordelijkheden die door het onderzoek aan het licht zijn gebracht, en voorstellen over een wijziging van de wetgeving.

De bevoegdheden van de commissie vervallen door de ontbinding van de Verenigde Vergadering, die het onderzoek heeft gelast. Ze worden geschorst door de sluiting van de zitting, tenzij de Verenigde Vergadering anders beslist.

Art. 13.Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 juni 2017.

G. VANHENGEL, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen D. GOSUIN, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen P. SMET, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring C. FREMAULT, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring _______ Nota Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2016-2017 B-79/1 Voorstel van ordonnantie.

B-79/2 Verslag.

Integraal verslag : XXX. Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 16 juni 2017.

^