gepubliceerd op 25 maart 2013
Ordonnantie houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord gesloten op 9 februari 2012 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding »
15 MAART 2013. - Ordonnantie houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord gesloten op 9 februari 2012 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding »
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Het samenwerkingsakkoord van 9 feruari 2012 afgesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding » wordt goedgekeurd.
Samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding » Gelet op het besluit van 12 mei 1987 van de Executieve van de Franse Gemeenschap met betrekking tot de beroepsopleiding;
Gelet op het decreet van 17 maart 1994 houdende de oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding;
Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 houdende oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG);
Gelet op het decreet van 27 april 1995 betreffende de erkenning van bepaalde organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hunberoepsopleidingactiviteiten voor werklozen en laaggeschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 11 juni 1999 tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van de alternerende vorming;
Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
Gelet op het besluit van 12 december 2001 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de partnerschapsovereenkomsten afgesloten tussen het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding en de organismen voor socio-professionele inschakeling genomen ter uitvoering van artikel 4, § 2, van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de validering van de competenties op het vlak van de voortgezette beroepsopleiding;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 maart 2004 tot wijziging van artikels 53 tot 58 van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding en opvolging van werklozen;
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 24 februari 2005 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de interregionale mobiliteit van werkzoekenden;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juni 2006 tot machtiging van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling om deel te nemen aan de oprichting, in het kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen;
Gelet op het decreet van 22 maart 2007 betreffende de gelijkheid van behandeling van personen in de beroepsopleiding;
Gelet op het besluit van 21 juni 2007 tot wijziging van het acroniem van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 19 juli 2007 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de uitrusting ter beschikking gesteld in het kader van de herwaardering van het kwalificerend onderwijs en de samenwerking tussen de Centra voor spitstechnologie en de Beroepsreferentiecentra;
Gelet op de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling;
Gelet op de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de steun voor de « Missions locales pour l'emploi » en de lokale werkwinkels;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 27 maart 2009 gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de oprichting van de Franstalige Dienst voor Beroepen en kwalificaties (SFMQ);
Overwegende het meerderheidsakkoord 2009-2014 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat benadrukt dat de samenwerking tussen de publieke tewerkstellings- en opleidingsorganismen in Brussel, versterkt en geformaliseerd zal worden;
Overwegende het meerderheidsakkoord 2009-2014 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat enerzijds beklemtoont dat een samenwerkingsakkoord betreffende de uitvoering van een gekruist beleid « tewerkstelling-opleiding » afgesloten zal worden tussen de Franse Gemeenschapscommissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat anderzijds de samenwerkingen en partnerships versterkt zullen worden op alle niveaus tussen de voorziening van opleiding van kleine en middelgrote ondernemingen en andere opleidingsoperatoren van het Brussels Gewest en dat, ten slotte, de opleiding de verantwoordelijkheid van eenieder is en een algemene mobilisering van alle actoren vereist, zowel private als publieke;
Overwegende de wens om de werkzoekenden als belangrijkste bekommernis te beschouwen om hen zo een heuse geïntegreerd traject van socio-professionele inschakeling aan te bieden waar tewerkstelling en opleiding dooreen lopen wanneer dit noodzakelijk blijkt;
Overwegende de New Deal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei) die de noodzaak beklemtoont om het gekruist beleid te versterken tussen het Gewest en de Gemeenschapscommissies om de nodige synergieën te begunstigen, inzonderheid tussen het opleidings- en tewerkstellingsbeleid en meer rekening te houden met de specifieke behoeften in Brussel;
Overwegende de noodzaak om op het strategische en operationele niveau de rollen en interacties te verduidelijken tussen de publieke actoren op het gebied van tewerkstelling en opleiding;
Overwegende enerzijds de belangrijke bestaande samenwerkingen tussen de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (ACTIRIS) en het Brussels Franstalig Instituut voor de beroepsopleiding (Bruxelles Formation) via werkvelden gelanceerd in het kader van het Comité voor Strategische ontwikkeling die betrekking hebben op wat voor en na de opleiding gebeurt en eveneens op het gebied van « tewerkstelling-opleiding »;
Overwegende anderzijds de bestaande samenerkingen tussen de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (ACTIRIS), het Brussels Franstalig Instituut voor de beroepsopleiding (Bruxelles Formation) en de Dienst voor Beroepsopleiding van de Middenstand (SFPME);
Overwegende het Talenplan voor de Brusselaars dat de wilskracht aantoont om samen te werken om de kwalificatie en de talenkennis te verhogen en het traject van de werkzoekenden te vereenvoudigen alsook om coherentie te garanderen in de gewestelijke en communautaire voorzieningen;
Overwegende de beslissing van het Beheerscomité van ACTIRIS om vanaf juni 2010 de constructie van het beroepsproject in te voeren, verplicht voor de werkzoekenden jonger dan 25 jaar;
Overwegende de rol van organisatie en beheer van de beroepsopleiding voorbehouden aan Bruxelles Formation door haar organiek decreet van 17 maart 1994 en ook haar prioritaire opdrachten zoals gepreciseerd door haar huidige beheerscontract;
Overwegende de rol van overkoepelend regisseur van de arbeidsmarkt voorbehouden aan Actiris door de Ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling en zijn prioritaire opdrachten zoals gepreciseerd door zijn huidige beheerscontract;
Overwegende dat, zoals de Regeringsverklaring 2009-2014 het voorziet, de Regering de uitbreiding van de CBP naar de 25 tot 49-jarigen in overweging zal nemen in oveleg met de sociale partners en de impact die deze maatregel op de vraag naar opleiding kan hebben;
Overwegende de aanpassing in het protocol raamakkoord over de Beroepsreferentiecentra om hun opdrachten en functies te verstevigen en te verduidelijken onder meer op het gebied van de beroepsopleiding;
Overwegende dat de samenerkingen met de andere machtsniveaus inzake tewerkstelling en opleiding reeds deel uitmaken van andere samenwerkingsakkoorden (begeleiding en actieve opvolging van werklozen, interregionale mobiliteit van de werkzoekenden, validering van de competenties, enz.) en/of het voorwerp zouden kunnen zijn van nieuwe ontwikkelingen;
Overwegende de vijf Europese aanbevelingen respectievelijk met betrekking tot de sleutelcompetenties, het Europese systeem voor de overdracht van studiepunten en de beroepsopleidingen, het Europese kwalifictiekader en de ontwikkeling van de kwaliteitsgarantie met het oog op levenslang onderwijs en opleiding;
Overwegende de Europese strategieën voor tewerkstelling, onderwijs en opleiding;
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering vertegenwoordigd door de Minister-President, de heer Charles Picqué, en door de Minister belast met tewerkstelling, Economie, Handel, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, de heer Benoît Cerexhe;
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie vertegenwoordigd door de Ministers-President, de heer Christos Doulkeridis, de Minister belast met de Beroepsopleiding, Cultuur, Schoolvervoer, Sociale actie en Gezin, Sport en internationale Betrekkingen, de heer Emir Kir, en door de Minister belast met het Openbaar Ambt, het Gezondheidsbeleid en de Beroepsopleiding van de Middenstand, de heer Benoît Cerexhe;
Komen het volgende overeen : Deel 1. - Samenwerkingen tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation HOOFDSTUK I. - Anticiperen op de behoeften en toezicht Invoering van gemeenschappelijke instrumenten
Artikel 1.§ 1. Bruxelles Formation en ACTIRIS ontwikkelen synergieën via hun respectievelijke bevoegde diensten inzake het anticiperen op de behoeften en het toezicht om gemeenschappelijke instrumenten in te voeren voor de bepaling en het anticiperen van de behoeften omtrent competenties, opleiding, kwalificatie en tewerkstelling om enerzijds een gepast dienstenaanbod te ontwikkelen en anderzijds zo veel mogelijk te anticiperen op de behoeften van de ondernemingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, onder meer de L.M.O.'s en Z.K.O.'s en zo de potentiële kweekvijvers voor jobs te exploiteren. § 2. Daarom plannen ACTIRIS en Bruxelles Formation jaarlijks de onderzoekswerkzaamheden die hun diensten gemeenschappelijk hebben, de verwezenlijkskalender en de door de analyse nagestreefde doelstellingen zowel op het vlak van opleidingsaanbiedingen als op het vlak van bemiddeling op de arbeidsmarkt. § 3. Om over te gaan tot de indentificatie van de kwalificatieve en kwantitatieve behoeften van de arbeidsmarkt en van zijn mogelijkheden inzake niches, steunen de twee instellingen op de expertise van andere hiervoor bevoegde partners, onder meer de Beroepsreferentiecentra (BRC), de beroepssectoren en/of de sectorale Fondsen. HOOFDSTUK II. - Traject van de werkzoekende (voor en na de opleiding) Het informeren en oriënteren van de werkzoekenden naar een opleiding
Art. 2.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation ontwikkelen permanente samenwerkingen inzake het informeren en oriënteren van de werkzoekenden naar een opleiding met het oog op een vlot trajectverloop. § 2. Daarom is ACTIRIS belast met het informeren en oriënteren van de werkzoekenden naar de arbeidsmarkt, let ACTIRIS op de continuïteite van het traject van de werkzoekenden en verzekert deze. Bruxelles Formation daarentegen is belast met het systematisch informeren van ACTIRIS en de werkzoekenden over de mogelijke opleidingen die hijzelf of zijn partners organiseren door hen te informeren over de inhoud van de opleidingen, de begin- en einddata van de opleiding, de vereiste voorkennis en alle andere nuttige informatie. Deze informatie is zowel elektronisch beschikbaar als binnen Carrefour Formation. § 3. Bruxelles Formation en ACTIRIS organiseren bovendien samen individuele en collectieve informatieve activiteiten over de opleidingsmogelijkheden, de kennis over beroepen en de arbeidsmarkt voor werkzoekenden en professionals belast met de begeleiding bij het traject van werkzoekenden. § 4. ACTIRIS en Bruxelles Formation ontwikkelen samen instrumenten voor de positionering en identificatie van vaardigheden die ervoor zorgen dat de werkzoekenden die kandidaat zijn voor een opleiding, hun vaardigheidsniveau stitueren ten opzichte van de verwachtingen op de arbeidsmarkt en op basis van dewelke de voorschriften voor opleiding en erkenning van sociale verworvenheden toegevoegd kunnen worden. In de eerste plaats ontwikkelen ze deze positioneringsinstrumenten voor de functies waarvoor een grote vraag naar arbeidskrachten is en/of voor de knelpuntberoepen en voor dewelke een opleidingsaanbod becshikbaar is. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de werkzoekenden voor wie duidelijk is dat het volgen van een beroepsgerichte opleiding een snellere toegang tot een job mogelijk maakte. § 5. Om deze informatie- en oriëntatieactiviteiten tot een goed einde te brengen, steunen ze op de expertise van andere hiervoor bevoegde partners, onder meer de Beroepsreferentiecentra, de professionele sectoren en/of de sectorale Fondsen. § 6. Bruxelles Formation en ACTIRIS definiëren de procedures voor uitwisseling van informatie die enerzijds de deskundigheid verbetert van de twerkstellingsconsulenten van ACTIRIS over het opleidingsaanbod en de vereiste voorkennis voor toegang tot dit aanbod en anderzijds de deskundigheid van de consulenten van Bruxelles Formation verbetert.
Toegang tot de opleiding
Art. 3.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation ontwikkelen samenwerkingen bedoeld om hun respectievelijke rol te verduidelijken bij de uitwerking van het beroepsproject en het opleidingstraject. § 2. Bruxelles Formation en ACTIRIS bepalen de modaliteiten wat betreft het doorsturen van de werkzoekenden naar de opleidingssector in de volgende situaties : - Beroepsproject waarvoor nood is aan het zoeken van informatie en advies over de mogelijke opleidingstrajecten; - Beroepsproject verduidelijk aan de hand van een actieplan dat het voorwerp opleiding bevat en dat vooraf een fase van actualisering van de basiskennis en/of een vooropleiding vereist; - Beroepsproject verduidelijkt met een actieplan dat het voorwerp kwalificerende opleiding bevat. § 3. Bruxelles Formation bepaalt overeenkomstig artikel 12 van het besluit van 12 mei 1987 van de Executieve van de Franse Gemeenschap met betrekking tot de beroepsopleiding, de toelatingsvoorwaarden voor de opleiding en ziet erop toe dat de opleidingen in de eerste plaats toegankelijk zijn voor de werkzoekenden van wie het beroepsproject verduidelijkt werd en die een actieplan hebben afgesloten met als voorwerp de kwalificerende opleiding. De mogelijkheid tot « rechtstreekse » inschrijving door tewerkstellingsconsulenten van ACTIRIS voor informatiesessies die voorafgaan aan de toegang tot kwalificerende opleidingen, zal veralgemeend worden.
Afronding van de opleiding en begeleiding naar een job
Art. 4.§ 1. Bruxelles Formation en ACTIRIS ontwikkelen samenwerkingen om de overgang naar een job voor werkzoekenden die een opleidingstraject hebben afgelegd, te vergemakkelijken. § 2. Daarom werken ACTIRIS en Bruxelles Formation samen aan de invoering van steunmodules bij de zoektocht naar werk op het einde van de opleiding. § 3. Bruxelles Formation en ACTIRIS wisselen gegevens uit over de vaardigheden verworven tijdens de opleiding en de modaliteiten omtrent de systematische begeleiding van werkzoekenden die voor een job gevormd zijn. Bruxelles Formation maakt regelmatig de lijst van stagiaires die een opleiding beëindigen over aan ACTIRIS en vermeldt hierbij het beroep en/of de verworven vaardigheden. ACTIRIS op zijn beurt, neemt systematisch contact op met de werkzoekenden die hun beroepsopleiding afronden. Tijdens dit contact ziet ACTIRIS erop toe dat de betroffen werkzoekenden de werkaanbiedingen voorgesteld krijgen gericht op het beroep of het domein waarvoor de opleiding georganiseerd werd. § 4. De twee instellingen overwegen de mogelijkheid om tewerkstellingsconsulenten van ACTIRIS in opleidingscentra van Bruxelles Formation te plaatsen voor de verschillende stadia bij de tewerkstelling van stagiaires op het einde van hun opleiding. § 5. ACTIRIS en Bruxelles Formation organiseren een uitwisseling van gegevens betreffende de tewerkstelling van werkzoekenden die een opleidingstraject hebben afgerond. § 6. Er wordt een versterkte samenwerking op touw gezet tussen de Dienst « Beheer Werkgevers » van ACTIRIS en de Dienst « Relaties Ondernemingen » van Bruxelles Formation voor de prospectie van ondernemingen gelegen op het grondgebied van het Brussels Gewest om te beschikken over een meer werkaanbiedingen, meer Individuele Beroepsopleidingen (IBO) en meer stages voor werkzoekenden die een opleiding gevolgd hebben. § 7. Bruxelles Formation en ACTIRIS versterken hun samenwerking voor de valorisatie en ontwikkeling van de IBO/IBO-E. Hiervoor steunen ze onder andere op de verbintenissen van de sociale partners opgenomen in de New Deal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei). HOOFDSTUK III. - Gezamenlijk partnership « tewerkstelling-opleiding » Gezamenlijke projectoproepen voor partners
Art. 5.ACTIRIS en Bruxelles Formation lanceren jaarlijks een of meerdere gezamenlijke projectoproepen gericht aan de partneroperatoren van de twee instellingen op basis van de prioriteiten die gemeenschappelijk vastgelegd zijn en door de respectieve of gezamenlijk bijeengeroepen Beheerscomités zijn goedgekeurd.
Talenkennis
Art. 6.§ 1. Bruxelles Formation en ACTIRIS blijven verder betrokken bij de talenkennis en het taalonderricht binnen « het Talenplan voor de Brusselaars ». Deze betrokkenheden zullen in de toekomst voortdurend en intens gesteund worden op basis van ambitieuze doelstellingen om het taalonderricht en de talenkennis bij de Brusselaars te blijven promoten, met een bijzondere aandacht voor de jonge werkzoekenden. § 2. De samenwerking op het gebied van het taalonderricht tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation maakt, in voorkomend geval, eveneens het voorwerp uit van een jaarlijkse overeenkomst voor de organisatie van beroepsgerichte taalopleidingen die inzonderheid de prioritaire doelgroepen zal bepalen en de noodzakelijke middelen voor de uitwerking ervan.
Beroepsreferentiecentra (BRC)
Art. 7.De medewerking van ACTIRIS en Bruxelles Formation aan de ontwikkeling van de BRC wordt versterkt en intensiever, onder meer wat betreft de functie van technisch-pedagogische uitrusting en « tewerkstelling-opleiding ». Dit zal kunnen gebeuren via het Opvolgingscomité en via het netwerk van de BRC zoals voorzien in het protocolraamakkoord betreffende de BRC. « Alarmbel »
Art. 8.ACTIRIS en Bruxelles Formation hebben een « alarmbelsysteem » ingevoerd om reactief en proactoef te handelen ten opzichte van permanente en snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Hiervoor werken de twee instellingen met verschillende actoren samen (ondernemingen, BRC, publieke sector, enz.) om daar waar nodig snel te reageren. Hier worden onder meer bedoeld de vraag naar personeel van « grote klanten », de jobmogelijkheden, collectieve ontslagen van grote omvang, enz.
Samenwerking met de ondernemingen en de beroepssectoren
Art. 9.§ 1. Bruxelles Formation en ACTIRIS versterken hun samenwerkingen omtrent de identificatie en het beantwoorden van de behoeften van de Brusselse ondernemingen inzake de ontwikkeling van de vaardigheden van de arbeidskrachten, onder meer via de ondertekening van verdragen of tripartiete samenwerkingsakkoorden tussen ondernemingen, ACTIRIS en Bruxelles Formation. § 2. ACTIRIS en Bruxelles Formation werken nauw met elkaar samen om de acties van de beroepssectoren op het gebied van opleiding en tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te versterken.
Hiervoor sluiten ze met de sectorale Fondsen samen raamakkoorden omtrent de samenwerking af.
Gezamenlijke communicatie
Art. 10.Bruxelles Formation en ACTIRIS zien erop toe dat er gemeenschappelijke campagnes en evenementen inzake promotie en communicatie georganiseerd worden waar samenwerkingen zullen uitgebouwd zijn.
ICT-cheques en Opleidingscheques
Art. 11.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation ontwikkelen synergieën ten gunste van werkzoekenden in het kader van de ICT-cheques (Informatie- en Communicatietechnologieën/Informatica) en de Opleidingscheques van ACTIRIS om de bestaande voorzieningen die hen ter schikking staan te verhogen en maximaliseren wat betreft de opleiding en beroepsinschakeling. § 2. Deze samenwerking tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation maakt, in voorkomend geval, het voorwerp uit van een jaarlijkse overeenkomst voor de organisatie van opleidingen die inzonderheid de prioritaire doelgroepen zal bepalen en de noodzakelijke middelen voor de verwezenlijking ervan.
Identificatie en Validering van de vaardigheden
Art. 12.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation definiëren de modaliteiten ingevoerd door elk van de instellingen inzake verduidelijking en screening van de vaardigheden van de werkzoekenden.
In dit kader onderzoeken ze de mogelijkheid om een gezamenlijk structureel proces voor identificatie van de vaardigheden van de werkzoekenden in te voeren. § 2. ACTIRIS en Bruxelles Formation ontwikkelen samenwerkingen binnen de voorziening voor de validering van de vaardigheden. In dit kader verzekeren ze samen de promotie van deze voorziening bij de werkzoekenden en de ondernemingen en dragen ze bij tot werkzaamheden van de Brusselse coördinatie van de valideringsoperatoren aan de zijde van de vertegenwoordigers van het Onderwijs voor Sociale Promotie en van de Dienst Opleiding K.M.O. (SFPME). HOOFDSTUK 4. - Uniek dossier Uniek dossier van de werkzoekende
Art. 13.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation garanderen samen de effectieve invoering van het unieke dossier van de werkzoekende om zo een permanente opvolging van de evolutie van zijn beroepscarrière mogelijk te maken. Daarom zetten beide instellingen hun permanente samenwerking verder inzake automatische elektronische uitwisseling van gegevens betreffende het beheer van de beroepstrajecten van de werkzoekenden, met inbegrip van de in- en uitschrijvingen voor opleidingen en jobs. § 2. ACTIRIS ziet er vooral op toe dat er een permanente elektronische stroom is naar Bruxelles Formation met gegevens over werkzoekenden die kandidaat-stagiair zijn, meer bepaald : - de opleidingsvragen van kandidaat-stagiairs en stagiairs in opleiding bij Bruxelles Formation en zijn geconventioneerde partners; - inlichtingen betreffende de werkzoekende; - de informatie met betrekking tot het attest van inschrijving als werkzoekende. § 3. In naleving van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van het privéleven ten opzichte van de verwerking van persoonlijke gegevens, werken Bruxelles Formation en ACTIRIS samen aan de gemeenschappelijke definitie van nuttige informatie die in het elektronische dossier van de werkzoekende dient opgenomen te worden, aan hun gezamenlijke overdracht en behandeling. Deze definitie zal overeenkomstig de orëntaties zijn die besloten werden op niveau van de Franstalige Dienst voor Beroepen en Kwalificaties (SFMQ). § 4. ACTIRIS en Bruxelles Formation voeren een gemeenschappelijk opvolgings- en meetinstrument in (+ 6 en 12 maanden) van de stappen en acties ondernomen door de werkzoekenden op basis van het uniek dossier van de werkzoekende.
Uitwisseling van gegevens
Art. 14.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation verzekeren in de eerste plaats de optimale invoering van de automatische overdracht van de vereiste informatie door de federale overheid in het kader van de uitvoering van het protocolakkoord van 22 december 1988 tot regeling van de relaties tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering van de Nationale Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) van 22 december 1988 en van het Samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten van 30 april 2004 betreffende de actieve begeleiding en opvolging van werklozen. § 2. Bruxelles Formation ziet er vooral op toe dat er een continue elektronische stroom naar ACTIRIS gegarandeerd wordt die de werkzoekenden omvat die : - deelnemen aan een opleiding bij Bruxelles Formation of bij een van zijn partners; - de toegang tot een opleiding geweigerd werden alsook de reden van weigering; - een opleiding hebben stopgezet met de reden voor de stopzetting of die liever niet wilden deelnemen aan een opleiding aangeboden door Bruxelles Formation of een van zijn partners met de ren; - met succes aan een beroepsopleiding hebben deelgenomen. § 3. ACTIRIS op zijn beurt ziet erop toe dat er een continue elektronische stroom naar de RVA gegarandeerd wordt met de gegevens van werkzoekenden zoals : - de datum van hun eerste inschrijving bij ACTIRIS; - de verschillende stappen die door ACTIRIS werden voorgesteld (onder meer het diagnosegesprek, trajectvoorstel, beroepsopleiding, collectieve informatiesessie, werkaanbieding, enz.); - alsook informatie betreffende de opvolging van hun actieplannen voorgesteld voor ACTIRIS zoals de start- en einddatum van elke actie en hun intensiteit, de afwezeigheden bij een uitnodiging, de redenen van weigering, stopzetting of mislukking van de aangeboden actie.
Administratieve vereenvoudiging
Art. 15.§ 1. Zich bewust zijnde van de administratieve last waarmeer de partnerorganismen geconfronteerd worden en van hun verantwoordelijkheden als garantsteller van het gebruik van overheidsfinancië, werken Bruxelles Formation en ACTIRIS nauw samen aan een rationalisering van procedures en documenten gevraagd zowel ten gunste van hun gemeenschappelijke partners als van de werkzoekenden en ondernemingen. § 2. Daarom werken zij aan een vereenvoudiging van de procedures inzake de indiening van een verzoek tot overeenkomst of vernieuwing van een overeenkomst van acties gevoerd in het kader van de interface tewerkstelling-opleiding met het oog op het krijgen van een antwoord binnen een termijn van maximaal 3 maanden. § 3. Volgens diezelfde logica werken ze samen aan de vereenvoudiging en rationalisering van de proceduren inzake rapportering en rechtvaardiging van de actie die ze samen steunen, met de bedoeling tegen 1 januari 2013 alle overtollige zaken te schrappen inzake het voorleggen van administratieve bewijsstukken. § 4. ACTIRIS en Bruxelles Formation werken gemeenschappelijke verklarende handleidingen uit van regels en vereisten en selctie- en evaluatiecriteria met het oog op het optimale beheer van de partnerbetrekkingen betreffende de interface tewerkstelling-opleiding. § 5. In dit kader zullen ACTIRIS en Bruxelles Formation het overleg organiseren met de partners om zich te vergewissen van de aanvulling tussen alle actoren van tewerkstelling en opleiding. HOOFDSTUK V. - Structuur en overlegplaatsen Uitgebreid Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité
Art. 16.§ 1. De minister(s), leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie bevoegd voor de beroepsopleiding, de permanente vorming van de middenstand en het Onderwijs, nemen deel aan de vergaderingen van het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC) uitgebreid tot de communautaire autoriteiten. § 2. De Administraties en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen, zijn eveneens betrokken wanneer dit nodig is. § 3. Deze bijdrage kadert in het Gewestelijk Plan voor duurzame Ontwikkeling (GPDO) en de « New Deal » (Pact voor een Duurzame Stedelijk Groei) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 17.§ 1. De ministers, leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, mogen het advies vragen van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) over het beleid dat valt onder hun bevoegdheidsdomein(en). § 2. Deze adviezen worden door de ESRBHG verleend volgens de regels die van kracht zijn in de Ordonnantie van 8 september 1994 houdende zijn oprichting. § 3. Van zodra de verleende adviezen eveneens de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie betreffen, kan de ESRBHG initiatiefadviezen verlenen over de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscomissie verbonden aan de gewestelijke bevoegdheden. § 4. Om deze adviezen te verlenen van de ESRBHG steunen op de « Commission consultative formation emploi enseignement » (CCFEE) aan Franstalige kant en op het Brussels Nederlandstalig comité voor tewerkstelling en opleiding (BNCTO) aan Nederlandstalige kant.
Gezamelijke beheerscomités
Art. 18.Bruxelles Formation en ACTIRIS organiseren gezamenlijke vergaderingen voor de twee beheerscomités over het gekruist beleid tewerkstelling-opleiding. Deze sessies baseren zich onder meer op het werk verwezenlijkt in het kader van het Comité voor strategische ontwikkeling dat de twee instellingen bijeenbrengt.
Comité voor strategische ontwikkeling
Art. 19.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation organiseren hun samenwerkingen via het Comité voor Strategische ontwikkeling (CSO).
Het gaat om de instantie voor structurering en ontwikkeling van synergieën tussen de twee instellingen. Dit wordt om de beurt voorgezeten (om de 12 maanden) door de leidinggevende ambtenaren van de twee instellingen en wordt uit hun vertegenwoordigers samengesteld.
Het kan beslissen over de oprichting van werkgroepen belast met de uitdieping van een of ander thema omtrent « tewerkstelling-opleiding ». § 2. De modaliteiten voor de oproeping en de werkzaamheden alsook de samenstelling binnen dit Comité voor Strategische ontwikkeling worden verduidelijkt in zijn huishoudelijk reglement.
Overleg met de partners
Art. 20.§ 1. ACTIRIS en Bruxelles Formation plegen overleg met hun partners, voornamelijk van socio-professionele inschakeling, om een geïntegreerd instrument voor de werkzoekenden te creëren. § 2. Hiervoor kunnen Bruxelles Formation en ACTIRIS gezamenlijke vergaderingen organiseren met één of meerdere structuren die de partners van de twee instellingen vertegenwoordigen. HOOFDSTUK VI. - Europees beleid Brusselse bijdrage aan de Eropese strategie inzake tewerkstelling en opleiding
Art. 21.§ 1. De uitvoering van de richtlijnen en de doelstellingen van de Europa 2002-Strategie betreft rechtstreeks de grote pijlers en maatregelen van het beleid inzake tewerkstelling en beroepsopleiding.
ACTIRIS en Bruxelles Formation werken samen aan de concrete uitvoering van de Brusselse bijdrage aan de Europa 2020-strategie, met inbegrip van de bijdrage van het Europees Sociaal Fonds. § 2. ACTIRIS en Bruxelles Formation organiseren de opvolgingswerkzaamheden van een instrumentenbord met doelstellingen en verwezenlijkingen ter zake, en dit als vervolg op vroegere werkzaamheden. Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid van ACTIRIS is belast met het opmaken van verslag over de Europese strategie inzake tewerkstelling. Bruxelles Formation is belast met het opmaken van verslag over de Europese strategie inzake onderwijs en opleiding. Ze zullen een gemeenschappelijk verslag voorstellen dat trouwens voor advies aan de leden van de Adviescommissie voor opleiding, tewerkstelling en onderwijs (CCFEE) wordt voorgelegd. HOOFDSTUK VII. - Toepassingsmodaliteiten Samenwerkingsakkoord
Art. 22.§ 1. De operationalisering en de uitvoering van de strategische samenwerkingen beoogd in dit Samenwerkingsakkoord zijn het voorwerp van het afsluiten van een samenwerkingsakkoord tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation binnen een termijn van 6 maanden na de ondertekening van dit Samenwerkingsakkoord. § 2. Het Samenwerkingsakkoord is geldig voor een duur van 3 jaar en hernieuwbaar door stilzwijgende verlenging. § 3. Het Samenwerkingsakkoord maakt het voorwerp uit van jaarlijkse actieplannen. HOOFDSTUK VIII. - Opvolging en evaluatie Opvolging
Art. 23.Het jaarlijkse actieplan tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation is het voorwerp van een regelmatige opvolging binnen het Comité voor Strategische ontwikkeling.
Meting van de meerwaarden
Art. 24.§ 1. De evaluatie van de samenwerkingen tussen ACTIRIS en Bruxelles Formation wordt onder meer verzekerd door een instrumentenbord en een controle die het mogelijk maken om de meerwaarden te meten die door de ontwikkeling van deze samenwerking gecreëerd werden. Deze evaluatie maakt het voorwerp uit van een zesmaandelijks rapport dat aan de Beheerscomités van de twee instellingen die gezamenlijk bijeenkomen, wordt voorgelegd. § 2. Deze evaluatie wordt eveneens een keer per jaar voorgesteld aan de twee ministers die de voogdij hebben over de twee instellingen, namelijk de minister van Tewerkstelling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor ACTIRIS en de minister van Beroepsopleiding bij de Franse Gemeenschapscommissie voor Bruxelles Formation. De twee ministers kunnen heroriëntaties en/of nieuwe uit te werken strategische samenwerkingen voorstellen.
Deel 2. - Samenwerkingen tussen de EFPME/SFPME, ACTIRIS en Bruxelles Formation HOOFDSTUK IX. - Anticiperen op de behoeften en toezicht Invoering van gemeenschappelijke instrumenten
Art. 25.Op het gebied van anticipatie op de behoeften en toezicht, ontwikkelen de SFPME, ACTIRIS en Bruxelles Formation synergieën via hun respectievelijke diensten : zijn identificeren de knelpuntberoepen die tot nieuwe opleidingen zouden kunnen leiden in het kader van de voorziening van de opleiding van de middenstand en verzekeren de toezicht wat betreft de behoeften van de ondernemingen (K.M.O.'s en Z.K.O.'s) inzake kwalificaties. HOOFDSTUK X. - Traject van de werkzoekende (voor en na de opleiding) Informeren en oriënteren van de werkzoekenden naar de opleiding
Art. 26.§ 1. De SFPME, de EFPME, Bruxelles Formation en ACTIRIS ontwikkelen samenwerkingen die bedoeld zijn om de werkzoekenden en de werknemers die zich in de omscholingsfase bevinden, te informeren en te adviseren teneinde volledige en coherente informatie te geven over alle opleidingsmogelijkheden beschikbaar bij de SFPME en Bruxelles Formation. § 2. De SFPME en de EFPME dragen bij tot het informeren en adviseren van de werkzoekenden door hun aanwezigheid binnen de informatievoorzieningen van Bruxelles Formation. § 3. De tewerkstellingsconsulenten van ACTIRIS informeren regelmatig de laaggeschoolde werkzoekenden en de personen die zich willen heroriënteren over de opleidingsmogelijkheden aangeboden door de vorming van de middenstand. § 4. ACTIRIS en de SFPME zien erop toe op regelmatige basis collectieve informatiesessies te organiseren voor de werzoekenden die betroffen zijn of betroffen waren door de voorziening vorming van de middenstand, over de aspecten van sociale wetgeving, het statuut van buitenlanders, vrijstellingen van stempelcontrole, samenvoeging van uitkeringen, leer-werktraject.
Afronding van de opleiding en begeleiding naar werk
Art. 27.§ 1. De SFPME en ACTIRIS sensibiliseren regelmatig de ondernemingen bij hun contacten met deze over de rol van de opleiding bij jongeren en informeren hen over de mogelijkheid om leerjongens en kandidaatondernemers te ontvangen. § 2. De SFPME organiseert samen met ACTIRIS een jobbeurs specifiek voor de beroepen van de middenstand. Met het oog hierop ziet ACTIRIS erop toe dat de werkzoekenden die zich mogelijk interesseren voor de beroepen van de middenstand geïnformeerd worden. HOOFDSTUK XI. - Gezamenlijke partnerships Infrastructuren
Art. 28.Om de opleidingsinfrastructuren te optimaliseren, overleggen de SFPME (Dienst Opleidingen in de K.M.O.'s)/EFPME en Bruxelles Formation over de verdeling van hun infrastructuren.
Opleiders
Art. 29.In het kader van hun opleidingsexpertise organiseren de opleiders van Bruxelles Formation en van de EFPME ontmoetingen om op die manier goede praktijken uit te wisselen.
Talenkennis
Art. 30.De talenkennis en het taalonderricht in Brussel vormen een voortdurende uitdaging voor alle werkzoekenden. Het « Talenplan voor de Brusselaars » heeft alle actoren bijeengebracht met het oog op de concretisering van steeds beter gerichte acties omtrent taalonderricht. Zo werken de SFPME, de EFPME, Bruxelles Formation en ACTIRIS samen bij de uitvoering en opvolging van dit Talenplan.
BRC
Art. 31.Een mogelijke betrokkenheid van de EFPME en/of SFPME bij de ontwikkeling van de BRC die specifiek de beroepen betreffen van de voorziening vorming van de middenstand, zal onderzocht worden. HOOFDSTUK XII. - Instrumenten en procedures Gegevensuitwisseling
Art. 32.§ 1. In geval van voortijdige stopzetting van de opleiding bij de SFPME en op vraag van de leerjongens of kandidaatondernemers, informeert de SFPME ACTIRIS zodat deze laatste zo snel mogelijk de leerjongens en kandidaatondernemers die werkzoekenden zijn geworden, kan bijstaan en hen kan voorstellen om deel te nemen aan het proces van Constructie van het Beroepsproject. § 2. Om op objectieve wijze de impact te meten van de opleidingsvoorzieningen op de tewerkstelling, en het blijvend karakter van deze ipact, analyseren de SFPME, de EFPME, Bruxelles Formation en ACTIRIS de mogelijkheid om een gemeenschappelijk opvolgingsinstrument van personen in opleiding afkomstig uit verschillende opleidingen (+ 6 en 12 maanden) te delen mits naleving van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van het privéleven ten opzichte van de verwerking van persoonlijke gegevens. De SFPME zorgt ervoor dat het over instrumenten beschikt noodzakelijk om deel te nemen aan de invoering van een gemeenschappelijk opvolgingsinstrument van alle personen in opleiding. § 3. Binnen een termijn van één jaar zal er een analyse over de invoering van een instrument voor informatieuitwisseling tussen de SFPME en ACTIRIS volgen. Op basis van deze analyse zal een proefproject gelanceerd worden. HOOFDSTUK XIII. - Invoeringsmodaliteiten Regelmatige ontmoetingen
Art. 33.De SFPME, de EFPME, ACTIRIS en Bruxelles Formation organiseren op regelmatige basis ontmoetingen om syndergieën aan te wenden en gemeenschappelijke acties te ontwikkelen.
Procedures op korte en middellange termijn
Art. 34.Om de rollen van de deelnemende partijen te bepalen (SFPME/EFPME, Bruxelles Formation en ACTIRIS) en de samenwerkingen te coördineren, worden er procedures ingevoerd op korte termijn (van 0 tot 6 maanden) en middellange termijn (van 6 tot maximum 18 maanden).
Deel 3. - Definiëring van de concepten Lexicon
Art. 35.§ 1. Beroepsreferentiecentrum (BRC) : Overeenkomstig het Sociaal Pact voor de Tewerkstelling van de Brusselaars afgesloten op 11 juni 2002 en overeenkomstig de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 tot goedkeuring van het protocolraamakkoord bedoeld voor de oprichting van Beroepsreferentiecentra, zijn beroepsreferentiecentra interfaceplaatsen tussen actoren op het gebied van tewerkstelling, opleiding en prioritaire beroepssectoren in de Brusselse economie. De doelstellingen van de Referentiecentra zijn de volgende : de terbeschikkingstelling van infrastructuren en materialen voor de opleidingsoperatoren, het toezicht houden op de beroepen om zo te anticiperen op de veranderingen op de arbeidsmarkt, de promotie van de beroepen en kwalificaties, de organisatie van opleidingen voor de werkzoekenden en de werknemers gezamelijk met de opleidingsoperatoren. § 2. Beroepssector : Deze term dekt het begrip activiteitstak van de economie. Een beroepssector verzamelt alle beroepen die tot dezelfde specialiteit behoren. § 3. Sectoraal fonds : Deze term moet begrepen worden in de zin van fonds voor bestaanszekerheid gecreëerd door een paritair comité of subcomité (wet van 7 januari 1958). § 4. Individueel beroepsopleiding : Individueel beroepsopleiding in een onderneming, overeenkomstig artikels 26 en 27 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 12 mei 1987 (Belgisch Staatsblad van 9 juli 1987). § 5. New Deal : De « New Deal » (Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei), die officieel op 29 april 2011 ondertekend werd tussen de Brusselse gewestelijke Regering en de Brusselse sociale gesprekspartners, is een instrument voor coördinatie, samenwerking en algemene mobilisering ten gunste van de tewerkstelling van de Brusselaars en ten gunste van een duurzaam Gewest, georganiseerd rond voorafgaande sterke gemeenschappelijke engagementen enerzijds en een referentiemethodologie voor de uitvoering ervan anderzijds. § 6. Talenplan voor de Brusselaars : Het Talenplan voor de Brusselaars, afgesloten op 30 september 2010 tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, heeft als doel de talenkennis van de Brusselaars te promoten, te versterken en te verbeteren, om zo hun inschakeling op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. § 7. Beroepsgerichte taalopleidingen : De bedoeling van dit soort opleiding is het vaardigheidsniveau te bereiken dat nuttig is om zijn beroep en/of beroepsvaardigheden in de taal die tijdens de opleiding wordt gegeven, uit te oefenen. Deze opleiding richt zich dus tot personen die over voldoende beroepsvaardigheden beschikken om zich te integreren op de arbeidsmarkt maar voor wie de talenkennis een hindernis vormt in hun zoektocht naar werk. § 8. Protocolraamakkoord betreffende de beroepsreferentiecentra (BRC) : Met de bedoeling de oprichting van BRC te vergemakkelijken en hun rol, verantwoordelijkheden en functies te verduidelijken (onder meer die betreffende de technisch-pedagogische uitrusting of betreffende « tewerkstelling-opleiding »), werd er een protocolraamakkoord uitgewerkt en goedgekeurd in 2006 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. De bedoeling van deze stap was een globaal duidelijk en transparant kader te creëren opdat de oprichting van de BRC gestructureerd kan verlopen om zo een meerwaarde te creëren door alle betroffen deelnemers te verenigen. Het protocolraamakkoord werd in 2011 gewijzigd om bepaalde elementen betreffende het gebruik van de BRC te verduidelijken, de relaties te preciseren tussen de betroffen instellingen en nieuwigheden te introduceren (onder meer de oprichting van een opvolgingscomité en een netwerk van BRC). § 9. « Grote klanten » : Deze term wordt gebruikt om de ondernemingen te identificeren en te benoemen die van grote omvang zijn of die een groot aantal aanwervingen plannen of die zich in het Brussels Gewest willen vestigen. De term kan eveneens op werkgeversverenigingen duiden die actief zijn in een domein met een groot jobpotentieel. § 10. Raamakoorden inzake samenwerking : Tripartiete akkoorden tussen ACTIRIS, Bruxelles Formation en de sectorale fondsen die de basisprincipes van de samenwerking tussen de partijen trachten te definiëren en betreffende onder meer wederzijdse informatieverschaffing, sensibilisering, uitwisseling van goede praktijken, de presselectie van werkzoekenden, de oriëntatie en/of organisatie van opleiding, en waarvan de bijzondere modaliteiten verduidelijkt kunnen worden in de specifieke overeenkomsten. § 11. ICT-cheques en opleidingscheques van ACTIRIS : De ICT-cheques en opleidingscheques van ACTIRIS geven aan werkzoekenden ingeschreven bij ACTIRIS de mogelijkheid om een opleiding te volgen ofwel op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologieën ofwel binnen een aanverwant domein met de bedoeling hun vaardigheden te verbeteren om te beantwoorden aan de verwachtingen en vereisten van de Brusselse arbeidsmarkt. § 12. Interface tewerkstelling-opleiding : Maatregel om de acties van socio-professionele inschakeling te verwezenlijken, die opleidingsactiviteiten verenigen met activiteiten inzake onthaal, begeleiding, inschakeling tot werk, uitgewerkt in het kader van een gezamenlijk projectoproep tussen Bruxelles Formation en ACTIRIS. § 13. SFPME : De Dienst Opleiding (SFPME), gecreëerd door het Decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 2003 is een dienst met afzonderlijk beheer van de Franse Gemeenschapscommissie belast met het beheer en de promotie van de permanente opleiding van de middenklasse en de kleine en middelgrote ondernemingen in Brussel. § 14. EFPME : De Espace Formation P.M.E. is een VZW en het enige Brussels opleidingscentrum erkend door de SFPME waar er lessen worden gegeven inzake algemene en professionele opleiding van het opleidingsnetwerk voor kleine en middelgrote ondernemingen. § 15. Voorziening vorming van de middenstand : De Permanente opleiding van de middenstand en de K.M.O.'s is een etwerk van alternerende vorming dat zowel een theoretische opleiding in een lescentrum als een praktische opleiding in een onderneming aanbiedt. Dit opleidingssysteem richt zich prioritair tot een publiek dat kiest voor zelfstandige beroepen en de sector van K.M.O.'s. Het volgt een missie van algemene opleiding door de zin om initiatief te nemen en te ondernemen te ontwikkelen in beroepen uit de ambacht, de handel en de dienstverlening, m.a.w. beroepen die overeenkomen met de sociaal-economische behoeften van het Brussels Hoofdstedelijk. De voorziening wordt in Brussel uitgewerkt door de SFPME en zijn erkende centrum, de EFPME. § 16. Constructie van het Beroepsproject (CBP) : De voorziening « Constructie van het Beroepsproject » wil aan alle werkzoekenden die zich bij ACTIRIS inschrijven een geïndividualiseerde, intensieve en op maat gemaakte begeleiding bieden met de bedoeling de tewerkstelling zo snel mogelijk, zo efficiënt mogelijk en zo vlot mogelijk te laten verlopen. Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan werkzoekenden jonger dan 25 jaar die in het kader van deze voorziening opgevolgd werden. § 17. Voorziening voor de validering van de vaardigheden : Gecreëerd door het Samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 tussen het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de validering van de vaardigheden op het gebied van voortgezette beroepsopleiding. Dit Samenwerkingsakkoord beoogt onder meer de invoering van voorzieningen die de erkenning van vaardigheden mogelijk maken die verworven zijn door individuen via ervaringen uit het dagelijks leven, het beroepsleven of de beroepsopleiding.
De voorziening validering van de vaardigheden verenigt de overheidsinstellingen van voortgezette beroepsopleiding namelijk : Bruxelles Formation, het Onderwijs voor Sociale Promotie, FOREm Formation, IFAPME (Instituut voor Alternerend Leren en Kleine en Middelgrote Ondernemingen), de dienst Opleiding van de kleine en middelgrote ondernemingen. § 18. Brusselse coördinatie van de operatoren voor de validering van de vaardigheden : De drie Brusselse valideringsoperatoren (Onderwijs voor Sociale promotie, de SFPME en Bruxelles Formation) hebben hun samenwerking concreet gemaakt via de oprichting van een « Brusselse coördinatie van de operatoren voor de validering van de vaardigheden ». Deze bestaat uit één vertegenwoordiger van de kabinetten van de Voogdijministers en de betroffen operatoren en uit ACTIRIS als permanente genodigde voor de punten die te maken hebben met wat voor of na de validering van de vaardigheden gebeurt. § 19. Geconventioneerde partners : Opleidingsoperatoren die samenwerking met Bruxelles Formation via een overeenkomst die erkend is door zijn Beheerscomité, onder meer krachtens artikel 6 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 12 mei 1987. § 20. Franstalige Dienst voor Beroepen en Kwalificaties (SFMQ) : De dienst SFMQ, dat ontstaan is uit het Samenwerkingsakkoord van 27 maart 2009 tussen de drie Franstalige entiteiten, wil het secundair onderwijs maar ook het Onderwijs voor Sociale Promotie en de beroepsopleiding voorzien van een gemeenschappelijk taal met gemeenschappelijke referenties; wil het levenslang leren promoten en meer verstaanbaarheid en coherentie verzekeren binnen het opleidingstraject; beantwoorden aan de doelstellingen van de Lissabon-strategie en bijdragen tot de omzetting van het Europese kwalificatiekader alsook het Europees accumulatiesysteem, de kapitalisering en de overdracht van opleidingseenheden. § 21. Brussels Economische en Sociaal Overlegcomité : Het BESOC, opgericht door het besluit van 16 januari 1997 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft als doel het economisch en sociaal overleg te organiseren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 22. Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling : Gecreëerd om het besturingsinstrument van de BHR te zijn van het overheidsbeleid zal het toekomstige GPDO het stadsproject uitwerken, namelijk de grote prioritaire acties van het Gewest tegen 2020. § 23. CCFEE (Adviescommissie Opleiding Tewerkstelling Onderwijs) : De CCFEE, opgericht via het decreet van 17 maart 1994 houdende oprichting van Bruxelles Formation, is een adviescommissie bedoeld om de articulatie en synergieën tussen het beleid inzake opleiding, tewerkstelling en onderwijs in het Brussels Gewest te verbeteren. § 24. De Europa 2020-Strategie : Deze strategie, goedgekeurd op 17 juni 2010 door de lidstaten, volgt de Lissabon-strategie op voor de groei en de tewerkstelling die door de Europese Raad op 23 en 24 maart 2000 werd goedgekeurd. De Europa 2020-Strategie legt vijf ambitieuze doelstellingen vast die tegen 2020 bereikt moeten worden inzake tewerkstelling, innovatie, opvoeding, maatschappelijke integratie en energie (alsook de strijd tegen de opwarming van de aarde). Elke lidstaat heeft zijn eigen nationale doelstellingen goedgekeurd in elk van deze domeinen en dit, via de nationale hervormingsprogramma's.
Opgemaakt te Brussel, op 9 februari 2012 in vier originele exemplaren.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE Voor het College van de Franse Gemeenschapscommisie : De Minister-President van de Franse Gemeenschapscommissie, Ch. DOULKERIDIS De Minister voor Professionele vorming, Cultuur, Schoolvervoer, Sociale actie en Gezin, Sport en Internationale betrekkingen, E. KIR De Minister bevoegd voor het Openbaar ambt, het Gezondheidsbeleid en de Opleiding van de middenstand, B. CEREXHE Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 15 maart 2013.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota Gewone zitting 2012-2013.
Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, nr. A-352/1. - Verslag, nr. A-352/2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 22 februari 2013.