gepubliceerd op 04 februari 2010
Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010
14 DECEMBER 2009. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor het begrotingsjaar 2010 § 1. worden de algemene ontvangsten geraamd op 2.332.750.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. § 2. worden de specifieke ontvangsten geraamd op 110.227.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel.
Hetzij samen : 2.442.977.000 euro.
Art. 3.De op 31 december 2009 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2010 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen. L
Art. 4.De Regering wordt gemachtigd het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2010 door leningen te dekken.
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren.
Art. 6.De Regering wordt gemachtigd zowel de vervroegde terugbetaling van leningen, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten, als de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.
Art. 7.De Regering wordt gemachtigd rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.
Art. 8.Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », opgericht door artikel 16 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, is een organiek begrotingsfonds zoals bedoeld in artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.
Art. 9.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2°, van hoofdstuk Il van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de aan de bedrijven gevraagde inschrijvingsgelden alsook de bijdragen van de partners zoals AWEX, EXPORT VLAANDEREN en de federaties voor hun deelname aan promotieacties, eveneens toegewezen aan het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel.
In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° en 6° van hoofdstuk 11 van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de storting van geldsommen opgelegd als stedenbouwkundige lasten door het Gewest toegewezen aan het Fonds voor de investering en voor de terugbetaling van de schuldlasten in de sector sociale huisvesting.
In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 16 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, worden de administratieve kosten ontvangen ingevolge aanvragen om conformiteitsbewijzen en conformiteitsattesten en ingevolge het neerleggen van klachten eveneens toegewezen aan het Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit.
In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controIe, en van artikel 2, 5°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer : - de bijdragen geïnd in het kader van de deelname van het bestuur ruimtelijke ordening en huisvesting aan Europese programma's of programma's van andere internationale instellingen; - andere inkomsten inzake ruimtelijke ordening, met inbegrip van terugbetalingen, opbrengsten van diverse verkopen en toevallige ontvangsten.
In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de bedragen van de administratieve dadingen evenals van elke andere som die geind werd door het Gewest naar aanleiding van beslissingen van de hoven en rechtbanken ten laste van de overtreders van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer.
In afwijking van het artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13°, van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese en internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in hoofde van zijn functie als projectleider of partner eveneens toegewezen aan het Fonds van het onroerend erfgoed.
In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van Fost plus tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het Fonds voor de bescherming van het milieu.
Art. 10.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2010.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 14 december 2009.
Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, J.-L. VANRAES Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2009-2010 : A-60/1 Ontwerp van ordonnantie A60/2 Verslag (verwijzing) A60/3 Amendement na verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 11 december 2009.