gepubliceerd op 10 oktober 1997
Ordonnantie houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997
10 JULI 1997. Ordonnantie houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997 (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : 1. Algemene bepalingen Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Overeenkomstig de tabel gevoegd bij deze ordonnantie worden de in de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1997 ingeschreven kredieten als volgt aangepast : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld II. Bepalingen betreffende sectie 1 : uitgaven van algemeen bestuur
Art. 3.In artikel 13 van de ordonnantie van 5 december 1996 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997 wordt onder Afdeling 11 de volgende basisallocatie toegevoegd : "Investeringstoelagen voor projecten gesteund door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (Europees aandeel) 11.28.51.01" Onder Afdeling 15 wordt volgende basisallocatie toegevoegd : "Dotatie aan het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15.41.51.01" Onder Afdeling 18 wordt volgende basisallocatie toegevoegd : "Toelage aan het CIBG in het kader van de waterheffing 18.51.41.01" Onder Afdeling 21 wordt volgende basisallocatie toegevoegd : "Toelagen aan bedrijven die beroep doen op de "derdeinvesteerder" 21.22.51.04"
Art. 4.Artikel 9, 2e lid, van de ordonnantie van 5 december 1996 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997 wordt aangevuld als volgt : "de activiteiten I en 2 van het programma 7 van de afdeling 10, de activiteit 3 van het programma 3 van de afdeling I l en de basisallocaties 14.25.11.03 en 14.25.11.04 van de activiteit 5 van het programma 2 van de afdeling 14".
Art. 5.In afwijking van artikel 40, § 1, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoordineerd op 17 juli 1991, gebeurt de betaling van de maaltijdcheques overeenkomstig de regelen bepaald in arti- kel 41 van diezelfde wetten.
Art. 6.De aan de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende terugvorderbare voorschotten worden tot toelagen herbepaald. Deze worden toegekend met het oog op de financiering van de projecten inzake het scheppen van woongelegenheid voorzien in het door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering goedgekeurde driejareninvesteringsplan 1993-1995.
III. Bepalingen betreffende sectie II : instellingen van openbaar nut van categorie A
Art. 7.De aangepaste begroting voor het jaar 1997 van het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 1.040 449.000 F voor de ontvangsten en 1.146.861.000 F voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 157.100.000 F en de uitgaven voor orde op 157.100.000 F, overeenkomstig sectie Il van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 8.De aangepaste begroting voor het jaar 1997 van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 152.180.000 F voor de ontvangsten en 152.180.000 F voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 21.137.000 F en de uitgaven voor orde op 21.137.000 F, overeenkomstig sectie Il van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 9.De aangepaste begroting voor het jaar 1997 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 2.390.047.836 F voor de ontvangsten en 2.390.047.836 F voor de uitgaven. De ontvangsten voor orde worden geschat op 100.000 F en de uitgaven voor orde op 100.000 F, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 10.De aangepaste begroting voor het jaar 1997 van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesauriën wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 11.933.511.000 F voor de ontvangsten en 11.933.511.000 F voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
IV. Bepalingen betreffende de variabele kredieten van de begrotingsfondsen
Art. 11.In afwijking van artikel 45, § 2, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, en van artikel 2, 1°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt het beschikbare saldo op het Fonds voor hulp aan de ondernemingen (prototypes) van bestemming veranderd ten belope van een bedrag van 14.200.000 F dat gevoegd wordt bij de algemene middelen van de Schatkist.
Art. 12.In artikel 20 van de ordonnantie van 5 december 1996 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997 wordt het bedrag van 49.300.000 frank vervangen door 50.800.000 frank.
Art. 13.In afwijking van artikel 14 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag over het tegoed van het begrotingsfonds "Fonds voor het beheer van de gewestschuld" (programma I van afdeling 23) rechtstreeks worden beschikt door tussenkomst van de Regering.
V. Andere verbintenissen van het Gewest
Art. 14.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan met toepassing van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar waarborg te verlenen voor een volume dat de 375.000.000 F in 1997 niet mag overschrijden.
Art. 15.In artikel 34 van de ordonnantie van 5 december 1996 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 1997 dient het bedrag van 9.380 miljoen vervangen te worden door 9.181,9 miljoen.
Art. 16.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de stemming door de Raad.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 10 juli 1997.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld