gepubliceerd op 19 november 2013
Ordonnantie houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, teneinde 1) te voldoen aan Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en 2) de introductie overeen te komen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden van een papierloos vignetsysteem in hun gemeenschappelijk stelsel voor de heffing van het gebruiksrecht, ondertekend te Brussel op 21 oktober 2010, en tot wijziging van de artikelen 7bis en 12 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van voormeld verdrag en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993
7 NOVEMBER 2013. - Ordonnantie houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, teneinde 1) te voldoen aan Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en 2) de introductie overeen te komen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden van een papierloos vignetsysteem in hun gemeenschappelijk stelsel voor de heffing van het gebruiksrecht, ondertekend te Brussel op 21 oktober 2010, en tot wijziging van de artikelen 7bis en 12 van de wet van 27 december 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/1994 pub. 02/02/2016 numac 2016015011 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 type wet prom. 27/12/1994 pub. 03/09/2019 numac 2019041954 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993. - Addendum sluiten tot goedkeuring van voormeld verdrag en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, teneinde 1) te voldoen aan Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en 2) de introductie overeen te komen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden voor een papierloos vignetsysteem in hun gemeenschappelijk stelsel voor de heffing van het gebruiksrecht ondertekend te Brussel op 21 oktober 2010, gevoegd als bijlage bij deze ordonnantie, heeft volkomen gevolg.
Art. 3.Artikel 7bis van de wet van 27 december 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/1994 pub. 02/02/2016 numac 2016015011 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 type wet prom. 27/12/1994 pub. 03/09/2019 numac 2019041954 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993. - Addendum sluiten tot goedkeuring van het verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, gewijzigd bij de wet van 13 maart 2001, wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 12, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij ordonnantie van 8 december 2005, worden de woorden « voor 1 jaar » opgeheven.
Art. 5.De artikelen 3 en 4 van deze ordonnantie treden in werking op de datum van inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het protocol dat op 21 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
Bijlage PROTOCOL tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen ndoor zware vrachtwagens, teneinde 1) te voldoen aan Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en 2) de introductie overeen te komen tussen de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden van een papierloos vignetsysteem in hun gemeenschappelijk stelsel voor de heffing van het gebruiksrecht; De Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden;
Partijen bij het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, zoals gewijzigd bij het Protocol van 18 september 1997 inzake de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot bovengenoemd verdrag en het Protocol van 22 maart 2000 ter voldoening aan Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, hierna genoemd « het verdrag »;
Gelet op het aannemen van Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, hierna genoemd « de Richtlijn »;
Gezien de kennisgevingen van bekrachtiging ingediend langs diplomatieke weg bij de Europese Commissie door de Regeringen van België, Denemarken, Luxemburg, Nederland en Zweden, respectievelijk op 10 maart 2004, 25 augustus 2003, 14 november 2003, 28 april 2003 en 12 november 2003, betreffende de verdeelsleutel van de inkomsten uit het gebruiksrecht, overeenkomstig dit verdrag;
Gezien de overeenstemming tussen de Regeringen van België, Denemarken, Luxemburg, Nederland en Zweden op 31 oktober 2007 om de administratie van hun gemeenschappelijk stelsel voor het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen aan te passen aan een papierloos vignetsysteem; zijn het volgende overeen gekomen :
Artikel 1.In de aanhef van het verdrag wordt de eerste verwijzing aangevuld als volgt : « zoals laatst gewijzigd bij Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006, ».
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde verdrag worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « 1° De begripsbepalingen van artikel 2, punten a), c), e) en f) van Richtlijn 1999/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006, zijn van toepassing op dit verdrag.»; 2. Paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « 2° Overigens wordt voor de toepassing van dit verdrag verstaan onder : « grondgebied van de verdragsluitende partijen » : het onderscheiden Europese grondgebied van het Koninkrijk België, van het Koninkrijk Denemarken, van het Groothertogdom Luxemburg, van het Koninkrijk der Nederlanden en van het Koninkrijk Zweden; « voertuig » : een motorvoertuig of een samenstel van voertuigen bedoeld of uitsluitend gebruikt voor het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal toegestaan totaalgewicht minstens 12 ton bedraagt, overeenkomstig artikel 2, punt (d) en artikel 7, tweede lid, punt (a) van de Richtlijn, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006. ».
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde verdrag worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « 1° Overeenkomstig de bepalingen van dit verdrag heffen de verdragsluitende partijen, vanaf 1 januari 1995, een gemeenschappelijk gebruiksrecht voor het gebruik van het transeuropees wegennet door voertuigen in de zin van artikel 2, punt (d), van de Richtlijn maar met een maximaal toegestaan totaalgewicht van minstens 12 ton, overeenkomstig artikel 7, tweede lid, punt (a), van diezelfde Richtlijn.»; 2. In paragraaf 2 worden de woorden « artikel 7, tweede lid, onder b), i) » vervangen door de woorden « artikel 7, eerste lid »;3. Paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 8 van hetzelfde verdrag wordt paragraaf 5 opgeheven.
Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde verdrag wordt vervangen als volgt : «
Artikel 9.- Betaling van het gebruiksrecht 1° Om een compleet systeem voor het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen te voeren, wordt een centrale elektronische database in het leven geroepen. De verdragsluitende partijen dragen er zorg voor dat de centrale database wordt voorzien van de relevante informatie wanneer betalingen van het gebruiksrecht worden ontvangen. 2° De centrale database wordt met betrekking tot iedere betaling van het gebruiksrecht voorzien van de volgende informatie : 1.plaats, datum en tijdstip van de boeking, 2. geldigheidsduur, 3.aantal assen en Euroklasse van het voertuig, 4. bedrag van het gebruiksrecht in Euro's, Deense of Zweedse Kronen, 5.kentekennummer en nationaliteit van het voertuig.
Tegelijk met de betaling van het gebruiksrecht voorziet het systeem in een bewijs van betaling. ».
Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde verdrag worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « 1° De verdragsluitende partijen voorzien in een terugbetaling van het gebruiksrecht wanneer de aanvraag tot terugbetaling is ingediend vóór het einde van de periode waarvoor het recht is voldaan.». 2. De eerste volzin van de tweede paragraaf wordt opgeheven.
Art. 7.Artikel 12 van hetzelfde verdrag wordt vervangen als volgt : « De verdragsluitende partijen verzekeren dat niet-nakoming van de verplichting tot het betalen van het gebruiksrecht wordt gestraft. ».
Art. 8.Artikel 13, paragraaf 3, derde lid, van hetzelfde verdrag wordt vervangen als volgt : « De aldus vastgestelde inkomsten uit het gebruiksrecht worden als volgt onder de verdragsluitende partijen verdeeld : - het Koninkrijk België ontvangt 39,92 % van deze inkomsten; - het Koninkrijk Denemarken ontvangt 12,29 % van deze inkomsten; - het Groothertogdom Luxemburg ontvangt 3,14 % van deze inkomsten; - het Koninkrijk der Nederlanden ontvangt 27,63 % van deze inkomsten; - het Koninkrijk Zweden ontvangt 17,02 % van deze inkomsten. ».
Art. 9.Vanwege het afzien van heffing van het gebruiksrecht door de Bondsrepubliek Duitsland onder artikel 17 van het verdrag, zal de Federale regering van de Bondsrepubliek Duitsland geen regelingen met betrekking tot heffing van gebruiksrecht ondertekenen.
Art. 10.Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste datum waarop de respectieve Regeringen de Commissie van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de in hun respectieve staten geldende grondwettelijke vereisten voor inwerkingtreding is voldaan.
De Depositaris informeert de Regeringen van alle verdragsluitende partijen over de in het eerste lid bedoelde mededelingen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Protocol mee.
Gedaan te Brussel, op 21 oktober 2010 in de Deense, de Duitse, de Franse, de Nederlandse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, in één oorspronkelijk exemplaar, dat wordt nedergelegd en bewaard in het archief van de Europese Commissie; de Commissie doet elke verdragsluitende partij een gewaarmerkte kopie toekomen.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 7 november 2013.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. Br. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2012/2013 : Documenten van het Parlement. A-426/1. Ontwerp van ordonnantie. - A-426/2. Verslag Integraal verslag : Bespreking : vergadering van woensdag 16 oktober 2013.
Aanneming : vergadering van donderdag 17 oktober 2013.