Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 04 september 2008
gepubliceerd op 23 september 2008

Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 2 september 2002 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten inzake een globaal en geïntegreerd drugsbeleid

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2008031467
pub.
23/09/2008
prom.
04/09/2008
ELI
eli/ordonnantie/2008/09/04/2008031467/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2008. - Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 2 september 2002 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten inzake een globaal en geïntegreerd drugsbeleid (1)


Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt gegeven aan het Samenwerkingsakkoord van 2 september 2002 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten inzake een globaal en geïntegreerd drugsbeleid.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 september 2008.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Gewone zitting 2007-2008. Documenten van het Parlement. - Voorstel van ordonnantie, A-478/1. - Verslag, A-478/2.

Integraal verslag. - Bespreking. Vergadering van donderdag 17 juli 2008. - Aanneming.Vergadering van vrijdag 18 juli 2008.

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten voor een globaal en geïntegreerd drugsbeleid Gelet op de artikelen 77, 128, 130 en 135 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid artikel 5, § 1, I en artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, namelijk op artikel 55bis, ingevoegd bij wet van 18 juli 1990 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 1993;

Overwegende dat reeds een akkoord tot stand kwam tussen de federale overheid en de gemeenschaps- en gewestoverheden met betrekking tot het te voeren beleid voor wat de gezondheidsaspecten, verbonden aan drugs betreft;

Overwegende dat totnogtoe geen akkoord bestaat ten aanzien van het globale en geïntegreerde drugbeleid;

Overwegende dat het wenselijk is dat alle overheden die bevoegd zijn voor een of meerdere aspecten van de drugproblematiek, hun beleid terzake op elkaar afstemmen;

Overwegende dat dit akkoord een consensus beoogt ten aanzien van de grote krachtlijnen van het te voeren drugbeleid;

Overwegende dat een globaal en geïntegreerd drugbeleid veronderstelt dat dit akkoord wordt onderschreven door alle overheden die bevoegd zijn voor een of meerdere aspecten van de drugproblematiek;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Eerste Minister;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar Minister-President;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van haar Minister-President;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van haar Minister-President;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Verenigd College, in de persoon van de Voorzitter;

De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het College van de Franse Gemeenschapscommissie, in de persoon van de Voorzitter;

Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van haar Minister-President;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van haar Minister-President;

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in de persoon van haar Minister- Voorzitter;

Hun eigen bevoegdheden gezamelijk uitoefenend, zijn overeengekomen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - De Interministeriële Conferentie

Artikel 1.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe, met eerbiediging van hun respectieve bevoegdheden, overleg te plegen om hun beleid inzake het voorkomen van druggebruik, het hulpverlenings- en behandelingsaanbod, het controleren van de productie en van de handel en sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen op basis van de volgende doelstellingen op elkaar af te stemmen. Hierbij zal rekening worden gehouden met het door de verschillende beleidsniveaus gevoer de beleid, met inbegrip, waar dit voorzien is, van consultatie via de eigen adviesorganen teneinde de expertise van het werkveld in te winnen. 1. Het verkrijgen van een globaal inzicht in alle aspecten van de drugproblematiek, rekening houdend met persoonsgebonden, nationale, culturele en andere eigenheden;2. De continue preventie en ontrading van druggebruik en het beperken van de schade verbonden aan dit druggebruik;3. De optimalisering en diversifiëring van het hulpverlenings- en behandelingsaanbod ten aanzien van drugverslaafden;4. De beteugeling van de illegale productie van en de illegale handel in drugs;5. De uitwerking van overlegde beleidsplannen met het oog op een globaal en geïntegreerd drugsbeleid;6. De voorbereiding van elke vorm van overleg in het kader van de vertegenwoordiging van België op Europese en internationale drugsfora.

Artikel 2.De respectieve bevoegde ministers komen minstens 1 maal per jaar samen in een Interministeriële Conferentie. Op verzoek van een der ondertekenende partijen kan de voorzitter van de Interministeriële Conferentie een buitengewone Interministeriële Conferentie samenroepen.

Artikel 3.De federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, nodigt de bevoegde ministers uit, stelt de agenda op en zit de Interministeriële Conferentie voor. Elke deelnemende minister heeft het recht de voorzitter te vragen punten op de agenda te plaatsen. De Interministeriële Conferentie vergadert geldig van zodra ieder regeringsniveau vertegenwoordigd is. Het stemmenaantal wordt per regeringsniveau als volgt bepaald : - 17 stemmen voor het federale niveau; - 17 stemmen voor de deelregeringen samen; deze laatste meer bepaald als volgt : 7 stemmen voor de Vlaamse Regering, 2 stemmen voor de Franse Gemeenschapsregering, 3 voor de Waalse Gewestregering, 1 voor de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering, 2 voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie, 1 voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en 1 voor de Duitstalige Gemeenschapsregering.

Artikel 4.De Interministeriële Conferentie neemt, in het kader van de doelstellingen van artikel 1, beslissingen over alle voorstellen van coördinatie en afstemming inzake het globale en geïntegreerde beleid van de ondertekenende partijen. De Interministeriële Conferentie keurt de jaarrekeningen en de begroting van de Algemene Cel Drugbeleid goed.

Artikel 5.De Interministeriële Conferentie duidt de coördinator aan die de Algemene Cel zal voorzitten alsook de adjunct-coördinator van de andere taalrol. Deze laatste kan als plaatsvervanger van de coördinator optreden.

Beiden nemen deel aan de Interministeriële Conferentie met raadgevende bevoegdheid. HOOFDSTUK 2. - Opdrachten van de Algemene Cel

Artikel 6.Ter ondersteuning van de Interministeriële Conferentie wordt een « Algemene Cel Drugbeleid » (hierna : « Algemene Cel » genoemd) opgericht. Deze Algemene Cel vergadert ten minste eenmaal per maand.

Artikel 7.De coördinator van de Algemene Cel rapporteert jaarlijks over de werk zaamheden van de Algemene Cel aan de Interministeriële Conferentie.

Artikel 8.De Algemene Cel wordt belast met volgende opdrachten : 1. Een gedetailleerde, volledige en bijgewerkte inventaris laten opmaken van alle bij de drugproblematiek betrokken actoren.2. Gemotiveerde maatregelen voorstellen om alle gevoerde of geplande acties van de bevoegde openbare diensten en besturen en van de ondertekenende partijen op elkaar af te stemmen en om de doeltreffendheid van die acties te vergroten.3. Gemotiveerde adviezen en aanbevelingen uitbrengen over de realisatie van de afstemming van het drugbeleid.4. Samen met het Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving, een evaluatie maken van : a.de kwaliteit van de gegevens en de informatie die door de ondertekenende partijen en de openbare diensten en besturen aan de Algemene Cel worden bezorgd. b. de snelheid van uitwisseling van informatie tussen de overheden, de bevoegde organismen en de Algemene Cel.5. Samenwerkingsakkoorden of protocollen voorbereiden en voorstellen ter uitvoering van geïntegreerde acties.6. De rapporten voor de Interministeriële Conferentie en voor de internationale instanties voorbereiden.7. Het stimuleren van overleg en het voorstellen aan de Interministeriële Conferentie van een gezamenlijk Belgisch standpunt op Europese en internationale drugsfora.8. Het formuleren van aanbevelingen en voorstellen met betrekking tot de inhoud en de uitvoering van de beleidsnota's inzake drugs opgesteld door de ondertekenende partijen. HOOFDSTUK 3. - Samenstelling en werking van de Algemene Cel

Artikel 9.De Algemene Cel wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de federale regering en de deelregeringen. Ieder lid van de Algemene Cel heeft één stem, tenzij anders bepaald. De Algemene Cel is als volgt samengesteld : § 1. Met beslissende stem : 1. 17 leden voor de Federale Regering;2. 18 leden voor de deelregeringen, waarvan : - 7 leden voorgedragen door de Vlaamse Regering; - 2 leden voorgedragen door de Franse Gemeenschapsregering; - 3 leden voorgedragen door de Waalse Gewestregering; - 1 lid voorgedragen door de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering; - 2 leden voorgedragen door het College van de Franse Gemeenschapscommissie; - 2 leden voorgedragen door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die samen één stem hebben; - 1 lid voorgedragen door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap; § 2. Met raadgevende stem : 1. de coördinator;2. de adjunct-coördinator.

Artikel 10.De Algemene Cel kan een beroep doen op externe experten of verenigingen, deze personen hebben een raadgevende stem.

Artikel 11.De Algemene Cel kan het Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugverslaving gelasten bepaalde opdrachten uit te voeren.

Artikel 12.De wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid is van toepassing op de Algemene Cel en de werkcellen.

Artikel 13.De werking van de Algemene Cel wordt geregeld door een huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de Interministeriële Conferentie. HOOFDSTUK 4. - De permanente coördinatie

Artikel 14.De permanente coördinatie, verzekerd door de coördinator en de adjunct-coördinator, wordt belast met de voorbereiding van de werkzaamheden, het secretariaat en de uitvoering van de opdrachten van de Algemene Cel.

Artikel 15.De coördinator en de adjunct-coördinator zijn de contactpersonen voor de Interministeriële Conferentie. De coördinator stelt het ontwerp van de begroting en de rekeningen op en legt ze ter goedkeuring voor aan de Algemene Cel en aan de Interministeriële Conferentie.

Artikel 16.De medewerkers van de coördinatoren worden aangeduid door de federale minister van volksgezondheid.

Artikel 17.De ondertekenende partijen en, onder hun toezicht, de diensten en administraties verbinden zich ertoe de door de Algemene Cel gevraagde inlichtingen te verstrekken en van hen op eigen initiatief de relevante informatie over te maken.

Artikel 18.De Algemene Cel kan meerdere ad hoc werkcellen oprichten met een specifi eke werking, samenstelling en opdracht. HOOFDSTUK 5. - De Werkcellen

Artikel 19.Bij de afsluiting van dit samenwerkingsakkoord worden de activiteiten van de reeds bestaande Cel Gezondheidsbeleid Drugs, opgericht op basis van het protocolakkoord van 30 mei 2001, verder gezet en worden, onverminderd artikel 18 van dit akkoord, de Cel Controle en de Cel Internationale Samenwerking uitgebouwd. HOOFDSTUK 6. - Financiële middelen

Artikel 20.De Algemene Cel wordt opgericht bij de minister bedoeld in artikel 3 en wordt gefi nancierd door alle ondertekenende partijen.

Artikel 21.Voor het eerste jaar en zolang de Interministeriële Conferentie geen dotatie heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 22 van onderhavig Samenwerkingsakkoord, wordt een budget van 250.000,00 euro op jaarbasis ter beschikking gesteld voor de uitbouw van de Algemene Cel en haar logistieke en secretariaatsondersteuning.

Bij de betaling van voornoemd bedrag, zal rekening worden gehouden met de bijdrage die door elk van de ondertekenende partijen reeds werd geleverd voor de Cel Gezondheidsbeleid drugs.

Het bedrag zal gestort worden op een orderrekening van de thesaurie type C van het departement volksgezondheid waarvan het nummer door het departement zal worden meegedeeld, met vermelding van de bestemming : Algemene Cel.

Artikel 22.De ondertekenende partijen dragen voor de daarop volgende jaren bij in de kosten overeenkomstig de bij de eerste Interministeriële Conferentie vastgestelde dotatie. De Interministeriële Conferentie kan het bedrag van de dotatie alsmede de verdeelsleutel, zoals vastgesteld in artikel 23 van dit artikel, steeds aanpassen met unanimiteit van stemmen.

De bedragen worden gestort voor 31 maart van het jaar waarop ze betrekking hebben en zijn onderhevig aan de indexering.

Artikel 23.De volgende verdeelsleutel geldt : Federale Staat 50 % Vlaamse Gemeenschap 22 % Franse Gemeenschap 6 % Waalse Gewest 9 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3 % Franse Gemeenschapscommissie 6 % Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie 3 % Duitstalige Gemeenschap 1 %

Artikel 24.De ondertekenende partijen waken erover dat binnen de administraties de noodzakelijke middelen en personen worden ingezet om de goede werking van de Algemene Cel en de werkcellen te garanderen.

Artikel 25.De permanente coördinatie en de administratieve ondersteuning van de Algemene Cel worden ondergebracht bij de diensten van de minister, bedoeld in artikel 3 van dit akkoord. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Artikel 26.Onderhavig Samenwerkingsakkoord wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Artikel 27.De bepalingen van dit Samenwerkingsakkoord kunnen op verzoek van elke ondertekenende partij worden herzien. Het verzoek hiertoe wordt gericht aan de voorzitter van de Interministeriële Conferentie. Deze laatste onderzoekt het verzoek, formuleert wijzigingsvoorstellen aan de ondertekenende partijen en roept eventueel een buitengewone Interministeriële Conferentie samen.

Brussel op 2 september 2002.

Voor de Federale Staat : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT Voor de Vlaamse Gemeenschap : De minister-president van de Vlaamse Regering, P. DEWAEL Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-President van de Franse Gemeenschapsregering, H. HASQUIN Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, K.-H. LAMBERTZ Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : De Voorzitter van het Verenigd College, F.-X. DE DONNEA Voor de Franse Gemeenschapscommissie : De Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, E. TOMAS Voor het Vlaamse Gewest : De minister-president van de Vlaamse Regering, P. DEWAEL Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, J.-C. VAN CAUWENBERGHE Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, F.-X. DE DONNEA

^