gepubliceerd op 07 mei 2014
Ordonnantie tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven voor de gemeenteraadsverkiezingen
3 APRIL 2014. - Ordonnantie tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven voor de gemeenteraadsverkiezingen
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 74bis van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, wordt § 2 vervangen als volgt : « § 2. - Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 2, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 23, § 7, kan een verkozen kandidaat gestraft worden met een of meerdere van de volgende straffen : - Terechtwijzing; - Blaam; - Inhouding op de presentiegelden voor een gemeenteraadslid ten belope van 40 % bruto tijdens minstens drie maanden en hoogstens 1 jaar of, in voorkomend geval, verhoudingsgewijze inhouding op de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn; - Schorsing van het mandaat voor één week tot drie maanden; - Verlies van het mandaat.
Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 1, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 23, § 7, kan een lijsttrekker gestraft worden met de in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde straffen.
Het verschil tussen het bedrag dat volgens het Rechtscollege of de Raad van State het toegestane bedrag overschrijdt en dat voor een onwettige uitgave bestemd is of overeenkomt met een gift die niet geregistreerd werd zoals artikel 23, § 7, eerste lid, voorschrijft, wordt afgetrokken van het bedrag voor de verkiezingsuitgaven dat de in het eerste lid bedoelde kandidaat bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mag uitgeven.
Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 1, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 23, § 7, wordt het verschil tussen het bedrag dat volgens het Rechtscollege of de Raad van State het toegestane maximum voor de verkiezingsuitgaven overschrijdt en dat voor een onwettige uitgave bestemd is of overeenkomt met een gift die niet geregistreerd werd zoals artikel 23, § 7, derde lid, voorschrijft, afgetrokken van het bedrag voor de verkiezingsuitgaven dat die lijst bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mag uitgeven.
De in deze paragraaf bedoelde straffen kunnen zowel door het Rechtscollege als door de Raad van State worden opgelegd. Ze worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De met toepassing van het eerste en tweede lid getroffen beslissingen worden van kracht zodra ze in kracht van gewijsde zijn gegaan. ».
Art. 3.De ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 3 april 2014.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belastmet Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2013/2014.
A-473/1 Voorstel van ordonnantie.
A-473/2 Verslag.
Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 28 maart 2014.