gepubliceerd op 22 februari 2024
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 januari 2024, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Denderm « 1. Schendt artikel XX.108 § 3 WER, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelez(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 22 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van    het Hof is ingekomen op 29 januari 2024, heeft de    Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende    prejudiciële vragen gesteld :    « 1. Schendt artikel XX.108 § 3 WER, de artikelen 10 en 11 van de    Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 Europees Verdrag voor de    Rechten van de Mens en met de algemene beginselen die het recht op    toegang tot de rechter waarborgen doordat voor eenzelfde categorie van    personen namelijk de gefailleerden, ingevolge artikel XX.108 § 3 WER    de aanvang van de termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel    verschilt afhankelijk van de wijze van faillietverklaring op    tegenspraak, op verstek of op aangifte.    2. Schendt artikel XX.107 § 1 WER, de artikelen 10 en 11 van de    Grondwet vastgelegd in samenhang gelezen met artikel 6 Europees    Verdrag voor de Rechten van de Mens en met de algemene beginselen die    het recht op toegang tot de rechter waarborgen doordat artikel XX.107    § 1 WER, wanneer de termijn van het rechtsmiddel begint te lopen vanaf    de publicatie, niet voorziet in het opnemen in het uittreksel van    dezelfde informatie (tekst artikel XX.108 WER - XX.109 WER) als deze    die verplicht dient opgenomen in het exploot van betekening van het    vonnis van faillissement aan de gefailleerde (XX.106 WER). ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 8155 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut