← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
22 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 januari 2024, heeft
de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Denderm «
1. Schendt artikel XX.108 § 3 WER, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelez(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 januari 2024, heeft de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Denderm « 1. Schendt artikel XX.108 § 3 WER, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelez(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 22 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 29 janvier 2024, le Tribunal de l'entreprise de Gand, division de Termonde, a posé les qu « 1. L'article XX.108, § 3, du Code de droit économique viole-t-il les articles 10 et 11 de la(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 Bij vonnis van 22 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van | Par jugement du 22 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au |
| het Hof is ingekomen op 29 januari 2024, heeft de | greffe de la Cour le 29 janvier 2024, le Tribunal de l'entreprise de |
| Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende | Gand, division de Termonde, a posé les questions préjudicielles |
| prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : « 1. L'article XX.108, § 3, du Code de droit économique viole-t-il les |
| « 1. Schendt artikel XX.108 § 3 WER, de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec |
| Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 Europees Verdrag voor de | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec |
| Rechten van de Mens en met de algemene beginselen die het recht op | les principes généraux garantissant le droit d'accès au juge, en ce |
| toegang tot de rechter waarborgen doordat voor eenzelfde categorie van | que, pour une même catégorie de personnes, à savoir les faillis, |
| personen namelijk de gefailleerden, ingevolge artikel XX.108 § 3 WER | l'article XX.108, § 3, du Code de droit économique prévoit que le |
| de aanvang van de termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel | délai pour exercer une voie de recours prend cours à des moments |
| verschilt afhankelijk van de wijze van faillietverklaring op | différents selon que la faillite a été déclarée contradictoirement, |
| par défaut ou sur aveu ? | |
| tegenspraak, op verstek of op aangifte. | 2. L'article XX.107, § 1er, du Code de droit économique viole-t-il les |
| 2. Schendt artikel XX.107 § 1 WER, de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec |
| Grondwet vastgelegd in samenhang gelezen met artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met de algemene beginselen die het recht op toegang tot de rechter waarborgen doordat artikel XX.107 § 1 WER, wanneer de termijn van het rechtsmiddel begint te lopen vanaf de publicatie, niet voorziet in het opnemen in het uittreksel van dezelfde informatie (tekst artikel XX.108 WER - XX.109 WER) als deze die verplicht dient opgenomen in het exploot van betekening van het vonnis van faillissement aan de gefailleerde (XX.106 WER). ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8155 van de rol van het Hof. De griffier, | l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec les principes généraux garantissant le droit d'accès au juge, en ce que, lorsque le délai de recours prend cours à compter de la publication, l'article XX.107, § 1er, du Code de droit économique ne prévoit pas la mention, dans l'extrait, des mêmes informations (texte des articles XX.108 et XX.109 du Code de droit économique) que celles qui doivent obligatoirement figurer dans l'exploit de signification du jugement déclaratif de la faillite au failli (article XX.106 du Code de droit économique) ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8155 du rôle de la Cour. Le greffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |