gepubliceerd op 28 februari 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 19 oktober 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 januari 2023, heeft de raadkamer van de Rechtbank van eerste aan « Schendt artikel 12, lid 1, 2° juncto artikel 10, 5° van de voorafgaande titel van het Wetboek van(...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij beschikking van 19 oktober 2022, waarvan de expeditie ter griffie    van het Hof is ingekomen op 30 januari 2023, heeft de raadkamer van de    Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de    volgende prejudiciële vraag gesteld :    « Schendt artikel 12, lid 1, 2° juncto artikel 10, 5° van de    voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10,    11 en 13 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met de artikelen 6    en 13 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel    47 EU-Handvest en artikelen 36, 44 en 62, lid 2 van het Verdrag van 11    mei 2011 van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van    geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (zijnde ' het Verdrag van    Istanbul ') om de reden dat het misdrijf verkrachting, overeenkomstig    artikel 375 van het Strafwetboek, dat wordt gepleegd buiten het    Belgisch grondgebied tegen een Belgisch slachtoffer, niet kan worden    vervolgd onder de Belgische strafwet wanneer de verdachte niet in    België kan worden gevonden bij de vervolging, terwijl de misdrijven    gijzeling, overeenkomstig artikel 347bis van het Strafwetboek,    doodslag, overeenkomstig de artikelen 393-397 van het Strafwetboek, of    roofmoord, overeenkomstig artikel 475 van het Strafwetboek, wél kunnen    vervolgd worden onder de Belgische strafwet, ongeacht of de verdachte    in België kan worden gevonden bij de vervolging ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7921 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut