gepubliceerd op 04 januari 2024
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 november 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 december 2023, heeft de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank va « Schendt artikel 330/2, lid 5 oud BW het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie uit art. 10(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 23 november 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 december 2023, heeft de familie- en jeugdrechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330/2, lid 5 oud BW het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie uit art. 10 en 11 van de Grondwet en, bij uitbreiding, art. 13 Grondwet, art. 6 lid 1 en art. 13 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, die een recht op toegang tot de rechter en het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel waarborgen, doordat voormeld art. 330/2 lid 5 oud BW enkel aan de kandidaat-erkenner de mogelijkheid laat om beroep aan te tekenen tegen de weigering van de ambtenaar van burgerlijke stand om een akte van erkenning op te maken, en niet aan andere belanghebbenden, in het bijzonder aan de andere ouder wiens toestemming bij de erkenning vereist is ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 8117 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut