gepubliceerd op 04 juli 2023
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juni 2023, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de vol « Schendt artikel 207, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ingevoe(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 23 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juni 2023, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 207, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ingevoerd bij artikel 53, 1°, van de wet van 25 december 2017 (huidig artikel 206/3, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling in die zin moet worden geïnterpreteerd dat de toepassing ervan een aanvullende belasting kan teweegbrengen die, in bepaalde situaties, afhangt van de beoordeling van de in artikel 444 van het WIB 1992 vermelde bewoordingen ` bij ontstentenis van kwade trouw kan worden afgezien van het minimum van 10 pct. belastingverhoging ', aangezien geen enkel objectief noch ander criterium dat begrip definieert, met als gevolg dat enkel de taxatieambtenaar, en niet de wet, zou kunnen beoordelen of er een belastingschuld bestaat ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 8010 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut