Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 21 april 2023

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 maart 2023, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, « - Schendt artikel 53, tweede lid van de gecoördineerde Wetten van 03/06/1970 betreffende de preve(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2023041713
pub.
21/04/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 23 maart 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 maart 2023, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Schendt artikel 53, tweede lid van de gecoördineerde Wetten van 03/06/1970 betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17/02/1994, waar het een verschillende behandeling inhoudt, doordat de vordering tot betaling van vergoedingen van slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de overheidssector - verjaart na het verstrijken van een termijn van drie jaar van de dag waarop de betwiste administratieve rechtshandeling ter kennis werd gebracht (artikel 20, eerste lid van de wet van 03/07/1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor de ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector), terwijl slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de privésector - de betwiste administratieve rechtshandelingen, op straffe van verval, binnen een termijn van een jaar volgend op de datum van de kennisgeving ervan aan de bevoegde arbeidsrechtbank moeten voorleggen ? - Schendt artikel 53, tweede lid van de gecoördineerde Wetten van 03/06/1970 betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17/02/1994, waar het een verschillende behandeling inhoudt, doordat de rechtsvordering tot betaling van de vergoedingen van slachtoffers van een arbeidsongeval - werkzaam in de privésector - verjaart na een termijn van drie jaar na de kennisgeving van de beslissing tot genezenverklaring (artikel 69, eerste en laatste lid van de Wet van 10/04/1971 betreffende de arbeidsongevallen), terwijl slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de privésector - de betwiste administratieve rechtshandelingen, op straffe van verval, binnen een termijn van een jaar volgend op de datum van de kennisgeving ervan aan de bevoegde arbeidsrechtbank moeten voorleggen ? - Schendt artikel 53, tweede lid van de gecoördineerde Wetten van 03/06/1970 betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17/02/1994, waar het een verschillende behandeling inhoudt, doordat slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de overheidssector - over een verjaringstermijn beschikken om in rechte op te treden (artikel 20, eerste lid van de Wet van 03/07/1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor de ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector), terwijl slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de privésector - over een vervaltermijn beschikken om in rechte op te treden ? - Schendt artikel 53, tweede lid van de gecoördineerde Wetten van 03/06/1970 betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17/02/1994, waar het een verschillende behandeling inhoudt, doordat slachtoffers van een arbeidsongeval - werkzaam in de privésector - over een verjaringstermijn beschikken om in rechte op te treden (artikel 69, eerste en laatste lid van de Wet van 10/04/1971 betreffende de arbeidsongevallen), terwijl slachtoffers van een beroepsziekte - werkzaam in de privésector - over een vervaltermijn beschikken om in rechte op te treden ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7961 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^