Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 30 maart 2022

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 21 en 22 februari 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 23 februari 2022 en 3 maart 2022, heeft de Arbeidsrech « Schenden de artikelen 28 en 36 van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewe(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022201595
pub.
30/03/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij twee vonnissen van 21 en 22 februari 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 23 februari 2022 en 3 maart 2022, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 28 en 36 van het decreet van 2 februari 2017 betreffende de steun voor tewerkstelling ten behoeve van de doelgroepen (Belgisch Staatsblad van 16 maart 2017) artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet en/of de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, waarbij die bepalingen al dan niet in onderlinge samenhang worden gelezen, en eventueel in samenhang worden gelezen met artikel 2, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met artikel 12, lid 1, van het Europees Sociaal Handvest en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre zij, voor het Waalse Gewest, vanaf 1 juli 2020, de werkhervattingstoeslag voor onbepaalde duur afschaffen die de werknemers genoten die zijn bedoeld in artikel 129bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering vóór de opheffing ervan bij de in de voorliggende prejudiciële vraag bedoelde bepalingen ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7761 en 7767 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^