gepubliceerd op 12 mei 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 25 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 april 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik, de volgend « Schendt artikel 458bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang g(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 25 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 april 2021, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 458bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in die zin geïnterpreteerd dat het de advocaat die in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand is aangesteld en die verzoekt om van zijn aanstelling te worden ontheven met toepassing van artikel 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek wanneer hij vaststelt dat niet wordt voldaan aan de in artikel 508/13 van hetzelfde Wetboek bedoelde voorwaarden inzake bestaansmiddelen, verbiedt om de elementen aan het licht te brengen die hem tot die vaststelling hebben gebracht, zelfs indien hij daartoe wordt verzocht door de arbeidsrechtbank wanneer de begunstigde het in artikel 508/16 van hetzelfde Wetboek bedoelde beroep instelt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7551 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux