gepubliceerd op 25 januari 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2020, heeft de vrederechter van het kanton Zoutleeuw de vol « Schenden de artikelen 2, § 1, 1ste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° en 31° en 2de lid evenal(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 17 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2020, heeft de vrederechter van het kanton Zoutleeuw de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 2, § 1, 1ste lid, 8°, 11°, 12°, 13°, 14°, 16° en 31° en 2de lid evenals artikel 5 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode de artikelen 10, 11, 23, 3° of 191 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met artikel 20 Richtlijn 2014/36/EU, artikel 9 Verordening 492/2011/EU en artikel 19, 4, c (Herzien) Europees Sociaal Handvest, indien zij worden geïnterpreteerd in die zin dat de veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode alleen van toepassing zouden zijn op onroerende goederen die op standvastige of duurzame en niet op louter occasionele wijze worden bewoond, terwijl op grond van artikel 5, § 3, 2de lid van de Vlaamse Wooncode de Vlaamse Regering enkel beperkte afwijkingen kan toestaan van de vereisten en normen die ze vaststelt met toepassing van paragrafen 1 en 2 van artikel 5 voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden en voor de huisvesting van bewoners van sociale huurwoningen, die tijdelijk ontruimd moeten worden voor renovatiewerkzaamheden ? En schenden zij dezelfde artikelen van de Grondwet waar zij op deze verplichting tot standvastige of duurzame huisvesting, met toepassing van artikel 5, § 3, enkel in een uitzondering voorzien voor kamers waarin seizoenarbeiders in de tuin- en landbouwsector tijdelijk verblijven, maar niet voor zelfstandige woningen of kamers waarop arbeiders uit andere sectoren, zoals gastarbeiders in de bouwsector, voor de duur van de uitoefening van hun arbeidsovereenkomst tijdelijk zijn aangewezen voor hun huisvesting ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7488 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut