gepubliceerd op 25 januari 2021
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 januari 2021, heeft de Vrederechter van het eerste kanton Leuven de v « Schendt artikel 91 juncto artikel 95 Vlaamse Wooncode de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in z(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 22 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 januari 2021, heeft de Vrederechter van het eerste kanton Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 91 juncto artikel 95 Vlaamse Wooncode de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een meerderjarig kind van de referentiehuurder, dat minstens één jaar feitelijk samenwonend is met de referentiehuurder en voldoet aan de voorwaarden zoals voorzien in artikel 93, § 1 Vlaamse Wooncode niet van rechtswege huurder wordt, daar waar zulks wel het geval is na één jaar voor de met de referentiehuurder feitelijk samenwonende partner die voldoet aan de voorwaarden zoals voorzien in artikel 93, § 1 Vlaamse Wooncode ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7491 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut