gepubliceerd op 26 augustus 2020
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 3 juni 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 juni 2020, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, de vol 1. « Schendt het Decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over (...)
GRONDWETTELIJK HOF
   Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere 
wet van 6    januari 1989Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					06/01/1989
				
				
					pub. 
					18/02/2008
				
				
					numac 
					2008000108
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Bijzondere wet op het Arbitragehof 
				
			
		
	sluiten    Bij vonnis van 3 juni 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het    Hof is ingekomen op 16 juni 2020, heeft de Politierechtbank Antwerpen,    afdeling Mechelen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt het 
Decreet van 20 april 2001Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					21/08/2001
				
				
					numac 
					2001035930
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					24/05/2001
				
				
					numac 
					2001035554
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de mobiliteitsconvenants  
				
			
		
	sluiten betreffende de organisatie    van het personenvervoer over de weg, meer in het bijzonder het artikel    66bis, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet inzake het    gelijkheidsbeginsel, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen    144 dat bepaalt dat geschillen over burgerlijke rechten bij    uitsluiting behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken en 13 van de    Grondwet en/of met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de    Rechten van de Mens, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en    goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, in zoverre de in het geding    zijnde decreet, meer bepaald het voormelde artikel 66bis, niet bepaalt    dat de Politierechtbank bevoegd is inzake het beroep tegen de    beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete zoals    voorzien door voormeld artikel 66bis, terwijl,    ten eerste, het artikel 601ter van het Gerechtelijk Wetboek zoals het    van toepassing is in het Vlaams Gewest, het artikel 47, § 1, van de    wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen voor wat betreft    de administratieve geldboetes bedoeld in de artikelen 29 en 30 en het    artikel 10, § 5, van het Decreet van 27 november 2015 betreffende    lage-emissiezones, de Politierechtbank in deze (vergelijkbare)    materies bevoegd is;   ten tweede, voor zover de Raad van State deze bevoegdheid wel zou    bezitten, dit rechtscollege in deze materie waar een minisanctierecht    aan de orde is, een daarmee buitenproportioneel en weinig toegankelijk    beroepsinstantie is, waardoor de toegang tot de rechter op een    onevenredige wijze beperkt wordt ? »; 2. « Schendt het 
Decreet van 20 april 2001Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					21/08/2001
				
				
					numac 
					2001035930
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					24/05/2001
				
				
					numac 
					2001035554
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de mobiliteitsconvenants  
				
			
		
	sluiten betreffende de organisatie    van het personenvervoer over de weg, meer in het bijzonder het artikel    66bis, het artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang    gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van    de Mens, ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij de    wet van 13 mei 1955, het recht op toegang tot de rechter, in zoverre    de in het geding zijnde decreet, meer bepaald het artikel 66bis, niet    bepaalt dat de beslissingen inzake de administratieve geldboete zoals    voorzien door voormeld artikel 66bis niet voor beroep bij enig    rechtscollege vatbaar zijn, terwijl, het een essentieel recht uitmaakt    dat een beslissing van een administratieve overheid aan de controle a    posteriori van een rechtscollege met volle rechtsmacht kan worden    onderworpen ? »;3. « Schendt het 
Decreet van 20 april 2001Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					21/08/2001
				
				
					numac 
					2001035930
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen  
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					decreet
				
				
					prom.
					20/04/2001
				
				
					pub. 
					24/05/2001
				
				
					numac 
					2001035554
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van de vlaamse gemeenschap
					
				
				
					Decreet betreffende de mobiliteitsconvenants  
				
			
		
	sluiten betreffende de organisatie    van het personenvervoer over de weg, meer bepaald het artikel 66bis,    het artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met    het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens,    ondertekend te Rome op 4 november 1950 en goedgekeurd bij de wet van    13 mei 1955, het recht op toegang tot de rechter, in zoverre de in het    geding zijnde decreet, meer bepaald het artikel 66bis, niet voorziet    dat bij de betekening van de beslissing tot het opleggen van de    administratieve boete zoals voorzien door het artikel 66bis van    voormeld decreet en die omwille van de aard een repressief en    strafrechtelijk karakter heeft, de rechtzoekende over de termijn    waarbinnen en de modaliteiten waaronder hij tegen deze beslissing kan    opkomen, expliciet dient te worden ingelicht ? ».   Die zaak is ingeschreven onder nummer 7403 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut