gepubliceerd op 03 oktober 2019
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 7 augustus 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 augustus 2019, heeft de Tuchtraad van de advocaten van de Balies va « Schenden de artikelen 457bis, 457, § 5, tweede lid, en 466 van het Gerechtelijk Wetboek de a(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beslissing van 7 augustus 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 augustus 2019, heeft de Tuchtraad van de advocaten van de Balies van het ressort van het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 457bis, 457, § 5, tweede lid, en 466 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen niet erin voorzien dat een procedure betreffende een Duitstalige advocaat in haar geheel in het Duits kan verlopen voor een kamer van de Tuchtraad van het Hof van Beroep te Luik (en de Tuchtraad van beroep) waarvan alle leden die taal spreken, terwijl de tuchtprocedure betreffende Franstalige of Nederlandstalige advocaten wel in haar geheel in hun taal verloopt voor een kamer van de Tuchtraad (eventueel van beroep) waarvan alle leden de taal van de rechtspleging beheersen en terwijl om het even welke Duitstalige rechtzoekende van het Duitse taalgebied een recht op een procedure in het Duits kan doen gelden voor de Rechtbank van eerste aanleg, de Ondernemingsrechtbank en de Arbeidsrechtbank te Eupen en voor het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Luik ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 7243 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux