Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 29 april 2019

Gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 26 mei 2019. - Bericht van 17 april 2019 voorgeschreven door artikel 107 van het Kieswetboek, artikel 16 van de De kiescolleges van alle kieskringen van het Koninkrijk worden opgeroepen op zondag 26 mei 2019 tus(...)

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2019040970
pub.
29/04/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 26 mei 2019. - Bericht van 17 april 2019 voorgeschreven door artikel 107 van het Kieswetboek, artikel 16 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, artikel 9 van Boek 1 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, artikel 7bis van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkozen worden en artikel 9 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen De kiescolleges van alle kieskringen van het Koninkrijk worden opgeroepen op zondag 26 mei 2019 tussen 8 en 14 uur voor de bureaus waar de stemming gebeurt door middel van stembiljetten en tussen 8 en 16 uur voor de bureaus waar de stemming elektronisch gebeurt, met de bedoeling het vereiste aantal leden van het Europees Parlement en van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, alsook, naar gelang van het geval, het vereiste aantal leden van het Vlaams Parlement, leden van het Waals Parlement, leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Brusselse leden van het Vlaams Parlement en leden van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, gelijktijdig te verkiezen.

Elke kiezer moet een oproepingsbrief, in principe, ten minste vijftien dagen vóór de verkiezing ontvangen. De kiezer die er geen ontvangt wordt verzocht bij het gemeentebestuur inlichtingen in te winnen teneinde er de reden van te kennen. Indien hij ingeschreven is op de kiezerslijst kan hij zijn oproepingsbrief op de gemeentesecretarie halen tot 's middags op de dag van de stemming.

Indien de kiezer zijn oproepingsbrief of brieven niet heeft ontvangen, kan hij tot twaalf dagen vóór de verkiezing bezwaar indienen bij het gemeentebestuur, als hij meent aan de kiesvoorwaarden te voldoen, namelijk : - in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente of in de bevolkingsregisters die bijgehouden worden in de diplomatieke of consulaire beroepsposten, ingeschreven zijn, de dag waarop de kiezerslijst wordt opgemaakt; - de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en zich niet bevinden in een van de gevallen van uitsluiting of schorsing bepaald bij het Kieswetboek, op de dag van de verkiezing; - Belg zijn, of, en dit enkel voor de verkiezing van het Europees Parlement, onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie, zijn wil te kennen hebben gegeven om zijn stemrecht in België uit te oefenen en dit voor zover de aanvraag ingewilligd werd door het gemeentebestuur.

Het bezwaar moet ingediend worden bij verzoekschrift en moet, samen met de bewijsstukken waarvan de verzoeker gebruik wenst te maken, tegen ontvangstbewijs neergelegd worden op de gemeentesecretarie of onder een ter post aangetekende omslag worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen.

Indien de verzoeker verklaart niet in staat te zijn te schrijven, kan het bezwaar mondeling worden ingebracht bij de gemeentesecretaris of diens gemachtigde.

Het college van burgemeester en schepenen doet over elk bezwaar uitspraak binnen een termijn van vier dagen, te rekenen vanaf het indienen van het verzoekschrift en in elk geval vóór de zevende dag vóór die van de verkiezing.

Brussel, 17 april 2019.

De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

^