Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 07 januari 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 8 november 2018 in zake Joseph Vermeulen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 november 2018, heeft « Schendt artikel 154 van het WIB 1992, dat de toekenning van een bijkomende belastingvermindering (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018206468
pub.
07/01/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 8 november 2018 in zake Joseph Vermeulen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 november 2018, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 154 van het WIB 1992, dat de toekenning van een bijkomende belastingvermindering koppelt aan de voorwaarde dat alle netto-inkomsten uitsluitend bestaan in pensioenen of vervangingsinkomsten, door een gepensioneerde een fiscaal voordeel en een deel van zijn nettopensioen te ontzeggen om de enige reden dat hij een zeer gering bedrag aan inkomsten ontvangt die in de zin van artikel 27 van het WIB 1992 fiscaal als baten worden gekwalificeerd, artikel 23 van de Grondwet, dat, met name in het socialezekerheidsrecht, elke vermindering van rechten verbiedt ? »; « Schendt artikel 154 van het WIB 1992, dat vereist dat enkel netto-inkomsten worden ontvangen die uitsluitend bestaan in pensioenen of vervangingsinkomsten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het een niet redelijk verantwoorde ongelijkheid van behandeling invoert tussen een gepensioneerde, uitsluitend omdat hij, bovenop zijn pensioen, zelfs maar een euro aan inkomsten buiten zijn pensioen of vervangingsinkomsten ontvangt en op onbillijke wijze wordt uitgesloten van het voordeel van die maatregel, en een gepensioneerde die enkel zijn pensioen of vervangingsinkomsten ontvangt, en doet het op onevenredige wijze afbreuk aan de bijdragecapaciteit van een gepensioneerde belastingplichtige, in zoverre het geringe inkomen uit een bijkomende activiteit tenietdoet en het pensioen van de gerechtigde ervan op overdreven wijze bezwaart door hem de bijkomende belastingvermindering te weigeren, waardoor hij aldus wordt onderworpen aan een onevenredige belasting, terwijl zijn vervangingsinkomsten, die zijn enige wezenlijke bron van inkomsten zijn, reeds beperkt zijn ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7057 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^