gepubliceerd op 22 mei 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beschikking van 23 maart 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 maart 2018, heeft een onderzoeksrechter van de Rechtbank van eerste « Schendt artikel 24 van het Sociaal Strafwetboek (wet van 6 juni 2010) de artikelen 10, 11, 15 en (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij beschikking van 23 maart 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 maart 2018, heeft een onderzoeksrechter van de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 24 van het Sociaal Strafwetboek (wet van 6 juni 2010) de artikelen 10, 11, 15 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre met name de verdachten die het voorwerp zouden uitmaken van een huiszoeking/huisvisitatie door de sociale inspectie op machtiging van de onderzoeksrechter, in het kader van een of meer inbreuken op het Sociaal Strafwetboek, zich in een situatie zouden bevinden waarin zij niet dezelfde rechten en waarborgen zouden genieten als de verdachten die het voorwerp zouden uitmaken van een huiszoeking die een onderzoeksrechter beveelt in het kader van zijn gerechtelijk onderzoek met betrekking tot een of meer inbreuken op het Strafwetboek en op andere strafrechtelijke wetgevingen, met inbegrip van het Sociaal Strafwetboek ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6884 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux