gepubliceerd op 26 januari 2018
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 oktober 2017 in zake de Orde van Vlaamse balies en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 « 1. Schendt artikel 53quinquies W.BTW het artikel 22 van de gecoördineerde Grondwet, afzonderlijk (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 16 oktober 2017 in zake de Orde van Vlaamse balies en anderen tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 december 2017, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 53quinquies W.BTW het artikel 22 van de gecoördineerde Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat de advocaten in het kader van de indiening van een BTW-listing gegevens dienen mede te delen die onder het beroepsgeheim vallen ? 2. Schendt artikel 53quinquies W.BTW de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat de advocaten op een identieke wijze worden behandeld als de BTW-belastingplichtigen die geen advocaat zijn, terwijl advocaten gebonden zijn door het beroepsgeheim dat beschermd wordt door de artikelen 6 en 8 E.V.R.M. ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6803 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut