gepubliceerd op 05 december 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 oktober 2017 in zake G.J. en M.B. tegen de vof « Groupinvest-Liège » in vereffening en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingek « Schendt artikel 851 van het Gerechtelijk Wetboek de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 6 oktober 2017 in zake G.J. en M.B. tegen de vof « Groupinvest-Liège » in vereffening en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 oktober 2017, heeft de Rechtbank van Koophandel te Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 851 van het Gerechtelijk Wetboek de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre het tot gevolg heeft dat het een Belgische verweerder die tegenover een buitenlandse eiser staat en een Belgische verweerder die tegenover een in het buitenland gevestigde Belgische eiser staat die in België niet over enig goed noch vermogen beschikt, zodat de Belgische verweerder geen enkele waarborg heeft dat die eiser het hoofd zal kunnen bieden aan een tegen hem uitgesproken veroordeling, verschillend behandelt ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6744 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux