Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 05 december 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 oktober 2017 in zake de bvba « Pierret Industries » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 oktober « 1. Schendt artikel 444 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017206326
pub.
05/12/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 4 oktober 2017 in zake de bvba « Pierret Industries » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 oktober 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Marche-en-Famenne, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 444 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het toelaat meer of minder aanzienlijke verhogingen te eisen van twee belastingplichtigen die dezelfde overtreding hebben begaan, en dat naar gelang van het bedrag van de door hen aangegeven inkomsten, wat leidt tot een aanzienlijker te betalen bedrag en dus tot een zwaardere sanctie voor de belastingplichtige die meer inkomsten aangeeft terwijl de begane overtreding identiek is ? 2. Schendt artikel 444 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het toelaat eenzelfde sanctie toe te passen op een belastingplichtige die zijn fiscale verplichtingen heeft vervuld in de vorm van voorafbetalingen en op een belastingplichtige die de belasting niet heeft betaald;paradoxaal genoeg zal immers de belastingplichtige die zijn gehele (aanzienlijke) belasting heeft betaald door middel van voorafbetalingen, zwaarder worden bestraft dan de belastingplichtige die geen voorafbetalingen heeft gedaan (in verhouding tot een minder aanzienlijke belasting) ? 3. Schenden de artikelen 444 en 445 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij de belastingadministratie toestaan om het laattijdig indienen van een aangifte zonder de bedoeling de belasting te ontduiken te bestraffen, hetzij met een boete waarvan het vaste bedrag schommelt tussen 50 euro en 1 250 euro, hetzij met een verhoging van 10 pct.tot 50 pct. van de niet-aangegeven inkomsten, bepaald vóór enige verrekening van de voorheffingen, de belastingkredieten, het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting en de voorafbetalingen, zonder enig maximumbedrag ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6747 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^