Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 21 juni 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 20 april 2017 in zake de bvba « Fimaseb » tegen de stad Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 mei 2017, heeft de Rechtba « Schenden de artikelen 16 en 28 van het Waalse decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidien(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017203148
pub.
21/06/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 20 april 2017 in zake de bvba « Fimaseb » tegen de stad Luik, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 2 mei 2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schenden de artikelen 16 en 28 van het Waalse decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur artikel 170, § 4, van de Grondwet in zoverre die bepalingen afbreuk doen aan de fiscale autonomie van de gemeenten door erin te voorzien dat de gemeenten enkel nog ten belope van een maximumbedrag van 600 euro belastingen op de taxidiensten kunnen heffen en dat, met betrekking tot de diensten voor het verhuren van wagens met chauffeur, geen enkele gemeentebelasting meer kan worden geheven, terwijl het bij artikel 170, § 4, van de Grondwet enkel aan de federale wetgever wordt voorbehouden om de uitzonderingen op het beginsel van de fiscale autonomie van de gemeenten te bepalen, waarvan de noodzakelijkheid blijkt, zodat de gewesten ter zake niet bevoegd zijn ? Schenden de artikelen 16 en 28 van het Waalse decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre zij voorzien in een specifieke regeling voor de ondernemingen van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, die aan een gewestbelasting van maximaal 250 euro kunnen worden onderworpen terwijl de ondernemingen van taxidiensten aan een gemeentebelasting van maximaal 600 euro kunnen worden onderworpen, terwijl die diensten in artikel 1, 1° en 2°, van het decreet van 18 oktober 2007 in die zin worden beschreven dat zij objectief vergelijkbare kenmerken vertonen en terwijl de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van wagens met chauffeur gebruikmaken van hetzelfde soort van voertuigen en hetzelfde soort van vervoer kunnen verrichten, ook al is het werkterrein van de taxidiensten ruimer, en zich in een zelfde objectieve en onpersoonlijke situatie bevinden ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6655 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^