gepubliceerd op 14 april 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 20 februari 2017 in zake Roland St John tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 ma « Is het artikel 7, § 1sexies, lid 2, 2°, van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende d(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 20 februari 2017 in zake Roland St John tegen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart 2017, heeft de Nederlandstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is het artikel 7, § 1sexies, lid 2, 2°, van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals van toepassing vóór 27 april 2015, zo geïnterpreteerd dat personen die zowel op 31 december 2013 als daarna een arbeidsovereenkomst voor werklieden hadden en na 31 december 2013 ontslagen werden wel recht hebben op een ontslagcompensatievergoeding, terwijl personen die op 31 december 2013 een arbeidsovereenkomst voor werklieden hadden en - hoewel zij steeds hoofdzakelijk handarbeid bleven verrichten - naderhand een conventioneel bediendenstatuut toegekend kregen en na die toekenning ontslagen werden, geen recht hebben op deze vergoeding, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6634 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut