gepubliceerd op 14 april 2017
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 maart 2017 in zake de nv « AG INSURANCE » tegen Jitse Calluy en Fabian Minten, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart « Schenden de artikelen 88 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten (het huidige artikel 15(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten Bij vonnis van 1 maart 2017 in zake de nv « AG INSURANCE » tegen Jitse Calluy en Fabian Minten, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 maart 2017, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 88 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten (het huidige artikel 152 van de wet van 4.4.2014 betreffende de verzekeringen), 10, § 1, van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten (het huidige artikel 64, § 1 van voormelde wet van 4.4.2014), 1315 van het Burgerlijk Wetboek en 870 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover er betreffende de verplichting van de verzekeraar om in geval van verhaal een schriftelijk en ondertekend bewijs te leveren dat hij zich in de overeenkomst het welbepaald recht van verhaal waarop hij zich steunt heeft voorbehouden, een onderscheid gemaakt wordt tussen de toepassing ervan inzake de verzekeringsovereenkomsten die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekken bij het gebruik van een motorrijtuig en de andere aansprakelijkheidsverzekeringen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6632 van de rol van het Hof.
De griffier, F. Meersschaut